Kleren om in te wonen

© Pixabay
Siel Verhanneman

Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Siel Verhanneman (32), auteur en dichter.

Daar blonken ze, op een rekje tussen de verkleedkledij in de kleuterklas waarin mijn mama lesgeeft: mijn rodekoolschoentjes. Ze zagen eruit zoals ik ze al die jaren in mijn herinneringen had bewaard. Een paar klassieke bordeaux veterschoentjes waarin de afgelopen vijfentwintig jaar honderden paren kleutervoetjes van ‘chique mevrouw’ hadden gespeeld. Ik zal een jaar of vijf geweest zijn en ik was er dol op. Ik wou ze elke dag aantrekken. In een schicht passeerden meerdere kledingstukken uit mijn kinderjaren in mijn gedachten de revue. Met stip op nummer één de gekleurde kaboutermuts, met een lange punt waar op het einde een paarse pompom zat die ik overal achter me aan liet slepen. Op twee mijn teddyrugzakje van Winnie The Pooh. Op drie het muntgroene T-shirtje met een bloemenprint op, verwelkt en afgebladderd door het vele wassen en strijken. Voor mij staat dat T-shirtje symbool voor mijn tienerjaren. Nu is het niks meer dan een vodje dat vriendschap, liefdesverdriet en slechte rapporten in zich draagt.

“Ik kan toch niet de enige zijn die met zo veel sentiment aan bepaalde rokjes of schoenen terugdenkt?”

Een kledingstuk kan een tijdperk omvatten, dat is wat ik er zo fascinerend aan vind. Zeker nu ik als mama nog aan de bron sta van dat soort herinneringen. Ik kan toch niet de enige zijn die met zo veel sentiment aan bepaalde rokjes of schoenen terugdenkt? Onze kledingstijl verandert door de jaren heen niet enkel omdat we ouder worden maar vooral omdat we groeien, ons met andere mensen omringen, even niet meer weten wie we zijn, door een periode van zware rouw gaan. Zoals ik in mijn twintiger jaren in de val liep van de grote kledingketens en hun veelheid aan keuze in goedkope kledij. Dat bracht even soelaas voor groot verdriet. Toen we vijf jaar geleden voor het laatst verhuisden, bracht ik zakken vol met die kledij naar de kledingcontainer. Nu ademt mijn kleerkast weer en de tijdperken tekenen zich opnieuw scherper af. Ik merk op dat ik mijn rodekoolschoentjes intussen heb vervangen door een paar Veja’s met marmerprint in het leer in hetzelfde rood. Er zijn kledingstukken waar ik spontaan om glimlach, een jurk waar ik haast in woonde toen ik zwanger was van I., een jurk die zo leeg voelt wanneer ik ze nu aantrek.

Het maakt me benieuwd naar welke kleren voor mijn dochter de mooie, pijnlijke en grappige herinneringen zullen bewaren. Soms voel ik me schuldig dat ik voorlopig degene ben die dat voor haar bepaalt. Dat ik haar deze ochtend met twee verschillende sokken, een lief kleedje en stoere, zwarte sneakers naar de crèche bracht. Dat ik beslis veel tweedehands en vintage te kopen omdat een verhaal oppikken en met een eigen toets voort vertellen haar zo goed afgaat. Ze bakenen nu al tijdperken voor haar af.

Toch kan ik niet wachten om te weten of zij, over dertig jaar net als ik met nostalgie naar bepaalde stuks zal kijken. En of zij die dan zal benoemen als haar witloofmuiltjes of broccolilaarsjes.

Lees meer over: