Jaloers op de redders aan zee
Televisiemaker, moestuinier en Bruggeling Wim Lybaert laat zich inspireren door mensen die zijn hart verwarmen, momenten die hij nooit wil vergeten en het goeie West-Vlaamse leven.
1 juli 1984, de zomer waarin ik mijn leven in handen zou pakken, ik was 16 en had mijn eerste vakantiejob! Ik kon niet wachten om mijn zelfverdiende centen uit te geven. Een maand lang zou ik in de horeca werken: opdienen, afwassen, tafels afkuisen… U kan er zich wel iets bij voorstellen. Ik ook, dacht ik… Op dag 1 had ik al door dat op café gaan en in een café werken twee heel verschillende dingen zijn. Het ene lag me, het andere totaal niet. Juli 1985, tweede poging: kantoorjob bij een bank in Brussel. Elke dag met de trein naar de hoofdstad en de hele dag binnen zitten, stempels zetten en papieren ordenen… Ik snakte naar de buitenlucht! Zeventien jaar en ik was al toe aan herbronning…
Tegenwoordig valt het misschien niet meer zo op, maar ik was een sportieve jonge kerel. Verder zat ik – toen ook al – heel graag buiten en 1+1 = 2: ik schreef mij in voor de cursus redder aan zee. Een pittige brok theorie en een jaar lang elke week praktijk: zwemmen, reanimatie en EHBO. Toch even aanstippen dat die praktijkles plaatsvond op zaterdagochtend, dat ik 18 jaar was en toch geen enkele les gemist heb! Een stevig examen later had ik mijn diploma in handen.
Vakantiejob nummer 3 werd dus redder aan zee. Weer op dag 1 realiseerde ik mij dat dit – voor mij – de schoonste job ooit was. Van ‘s morgens tot ‘s avonds buiten, met kameraden en op het mooiste strand ter wereld. Veel beter kon het niet worden. Tot mijn 25 jaar was reddingspost 2 aan de bosjes van Heist mijn tweede thuis tijdens de zomermaanden.
En neen, voor u foute dingen begint te denken, ik deed het niet om indruk te maken op de meisjes. Wij redders hadden niet aan elke vinger een vakantielief, daar was geen tijd voor. En we moesten ook niet met de regelmaat van de klok iemand van de verdrinkingsdood redden. Dat gebeurde alleen in series à la Baywatch, daar moesten ze wekelijks drenkelingen redden, haaien wegjagen of gekapseisde schepen bergen. Wij waren vooral in de weer met onze toeter. Om mensen hun aandacht te trekken zodat ze tussen de boeien zouden zwemmen en de stroming niet zouden onderschatten. Want een redder werkt preventief, als je iemand echt moet redden, heb je eigenlijk gefaald.
Met de start van de zomervakantie ben ik lichtjes jaloers als ik de redders aan zee zie. Dan kriebelt het weer. Want redder zijn, blijft de rest van je leven aan je plakken. Ik betrap mezelf erop dat ik naar de branding loop en in de houding ga staan: benen in lichte spreidstand, handen op de rug en blik op oneindig. Het is sterker dan mezelf…
Opinies
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier