Heleen Debruyne: “Ik vind mezelf ook een enorme aanmodderaar”

Heleen Debruyne: “Moeder zijn gaat gemakkelijker dan ik dacht. Maar ik denk er dan ook zo weinig mogelijk bij na. Ik heb geen boeken gelezen over hoe ik mijn kind moet opvoeden, ik blijf weg van de moederblogs.” © Joris Casaer
Nancy Boerjan

Heleen Debruyne heeft een tweede boek en een eerste kind op de wereld gezet. Schrijver- en ouderschap gaan haar tot dusver allebei uitstekend af, het een al meer tot haar eigen verbazing dan het ander. Maar voor het geval iemand mocht denken dat moeder worden haar pen minder scherp heeft gemaakt: niet dus. Heleen stampt nog altijd even hard tegen heilige huisjes, die van zichzelf inbegrepen. Want “we modderen tenslotte allemaal maar wat aan in het leven.”

Twee keer per week interviewt Heleen Debruyne gasten uit de kunstwereld voor het radioprogramma Pompidou op Klara. Ze schrijft wekelijks een column voor Humo, werkt samen met Sofie Vandamme aan een nieuwe aflevering van hun podcast Wilde Wijven, maakt in de mate van het mogelijke promotie voor haar jongste boek De Huisvriend, kijkt sinds de versoepeling van de coronamaatregelen uit naar nieuwe lezingen over het boek, en broedt op een idee voor een derde boek.

En dat voor iemand die beweert geen workaholic te zijn. “Maar dat is dan ook een van de redenen waarom we drie jaar geleden in Oostende zijn komen wonen”, lacht ze. “Met een kind op komst, wilden we geen van beiden nog voltijds werken. Hollen van school naar werk en weer terug, om uitgeput het weekend in te rollen: dat leek ons geen aantrekkelijk vooruitzicht. Maar minder werken betekent minder inkomen, en dan bleken de woningprijzen in Gent, maar ook in Scheveningen waar mijn lief toen woonde, veel te hoog te zijn voor ons. Oostende is wel nog betaalbaar, en ik woon er graag.”

Mensen kijken te weinig op een eerlijke manier naar hun eigen seksualiteit

Mét man en kind. Vier jaar terug vertelde je me nog dat die constructie niet aan jou besteed was. Wat is er gebeurd?

“Ik heb de juiste persoon ontmoet. Tot voor een paar jaar zag ik alleen afschrikwekkende voorbeelden van het moederschap rondom mij. Veel onafhankelijke en feministische vrouwen krijgen, wanneer ze moeder worden, toch plots het gros van de zorgtaken op hun bord. Als dat echt een bewuste keuze is: prima. Maar echt leuk lijken die vrouwen die taakverdeling meestal niet te vinden.”

“Maar toen ik Idwer ontmoette, zag ik plots dat het niet zo hóéft te lopen. Ik heb er vanaf dat moment eigenlijk niet meer zo hard over nagedacht. Ik werd zwanger en alles wat daarbij komt kijken, doen we tot op vandaag samen. Ik heb net een paar drukke weken achter de rug, dan neemt Idwer meer taken op zich, en omgekeerd.”

Voelde je ook zoiets als een biologische klok tikken?

“Nee, absoluut niet. Ik was pas dertig tenslotte, ik had best nog wat vruchtbare jaren voor me. (lacht) Een kind krijgen, vind ik nog altijd geen ultieme levensvervulling. Als een van ons onvruchtbaar was gebleken, dan was er gewoon geen kind.”

Twee jaar verder intussen: hoe bevalt het moederschap?

“Uitstekend. Het gaat allemaal gemakkelijker dan ik dacht. Maar ik denk er dan ook zo weinig mogelijk bij na. Ik heb geen boeken gelezen over hoe ik mijn kind moet opvoeden, ik blijf weg van de moederblogs… We doen gewoon samen wat we denken dat goed is voor ons. Dat gaat nu makkelijk, onze zoon gaat niet naar de crèche, we staan behoorlijk los van invloeden van buitenaf. Ik verwacht dat dat wel moeilijker wordt als onze zoon naar school gaat. Van vriendinnen hoor ik dat de school steevast de moeder belt als er een probleempje is, en dat ze constant met ‘mama’ worden aangesproken. Daar heb ik dus geen zin in, maar goed, we zien wel hoe dat loopt.”

Moeder zijn heeft je leven niet veranderd?

“Ik ga minder op café dan vroeger, al zit ook corona daar voor iets tussen. En ik merk dat ik mijn werk nog meer relativeer dan voorheen. Ik zag schrijven vroeger ook eerder als een job, iets waar ik toevallig goed in ben, dan als een grootse artistieke roeping. Maar stiekem kreeg ik toen wel een egoboost van een goede recensie of publiekelijke bijval. Dat raakt me nu allemaal veel minder.”

Er staan intussen wel twee boeken op je naam. Waarin je je moeilijke relatie met Roeselare, je thuisstad die je als kleinburgerlijk hebt ervaren, niet verstopt. Komen daar reacties op?

“Eigenlijk zijn dat vaak reacties van herkenning. En ze komen van overal, zelfs veel Nederlanders herkennen zich in de sfeer uit mijn boeken. Die bekrompenheid beschouw ik zeker niet als iets typisch Roeselaars of West-Vlaams, je ziet het in veel kleine gemeenschappen opduiken: een soort zwijgcultuur die mensen in de pas moet doen lopen.”

Wat ik ook in je boeken terugvind: we modderen allemaal maar wat aan. Vat ik daarmee jouw visie op het leven samen of is dat te kort door de bocht?

“Daar komt het wel op neer inderdaad. Je mag nog zulke hoogdravende principes huldigen, vaak loopt het leven anders dan we zouden willen. Dat gaat ook voor mij op. En hoe fout iemand zich ook gedraagt in mijn ogen, ik probeer het wel te begrijpen, zonder het daarom goed te praten. Waar komt ons gedrag vandaan: dat intrigeert me.”

“Mensen noemen wat ik schrijf vaak hard. Maar zo zie ik het niet. Want ik vind mezelf ook een enorme aanmodderaar. Dat maakt mijn oordeel beter verteerbaar, hoop ik.”

In je nieuwe boek, ‘De huisvriend’, duik je in je eigen familiegeschiedenis en haar onfrisse geheimen. Een grootmoeder die luxe boven de liefde voor haar zoon verkoos, een grootvader die de waarheid liever niet onder ogen zag. Hoe moeilijk was het voor je om daarover te schrijven?

“Ik had meer moeite om met die onprettige geschiedenis op te groeien. Eens ik besloten had er een boek over te schrijven, werd het minder pijnlijk. Die geschiedenis ging verder van me af staan, werd stof voor een goed boek, een verhaal waar een lezer iets aan zou kunnen hebben.”

Welk gevoel overheerst nu als je aan je grootouders terugdenkt?

“Toen ik het destijds te weten kwam, ben ik heel boos geweest. Nu kan ik er met meer afstand op terugkijken. Een boek lang probeer ik hen te begrijpen. Vandaar ook de aandacht voor de tijdsgeest van toen: de jaren zestig, de wereld was in beweging, hoe was het om als vrouw bij ons in een landelijke stad te leven… Maar die poging is niet helemaal gelukt: ik begrijp hen nog altijd niet.”

Tijdens mijn zwangerschap vreesde ik even net als mijn grootmoeder te zijn: niet bijster liefdevol

Ook moeder worden stemde je niet milder?

“Tijdens de zwangerschap vreesde ik even net als mijn grootmoeder te zijn: niet bijster liefdevol dus. Maar zodra onze zoon geboren was, bleek dat een loze angst te zijn. Dus neen, ik begrijp haar nu niet plots beter. Ook als het over maatschappelijke thema’s gaat, ben ik niet per se gemilderd: ik kan me nog altijd even hard opwinden over denkfouten als voorheen.”

Je neemt het je grootvader kwalijk dat hij niet durfde te kiezen voor wat hij zelf wilde. Maakte jij ooit keuzes die je liever niet had gemaakt?

“Ik heb keuzes gemaakt die ik achteraf bekeken bedenkelijk vind, maar die waarschijnlijk toch nodig waren om tot inzicht te komen. Zo heb ik feminisme een hele tijd ingevuld als ‘het recht om hetzelfde als mannen te doen’. Plots niet meer antwoorden op berichtjes, en zo. Dat getuigt ten eerste van een heel eenzijdig manbeeld: zo lomp zijn ze echt niet allemaal. En ten tweede moet feminisme meer zijn dan de slechte eigenschappen van anderen overnemen.”

“Ik vraag me ook wel eens af of ik niet beter gekozen had voor rechten als studie in plaats van geschiedenis. Het frustreert me dat ik de berichtgeving over de coronamaatregelen of het vonnis-De Pauw niet altijd even goed kan inschatten, omdat ik de wetgeving waarop die zaken gebaseerd zijn niet voldoende ken. Maar het is nog niet te laat, ik kan alsnog rechten gaan studeren…”

“Of algoritmes! Hoe die werken, wat erachter schuilgaat… Algoritmes sturen onze samenleving en ik begrijp maar half hoe dat in zijn werk gaat. Maar díé studie lijkt me dan weer iets te hoog gegrepen.” (lacht)

Is keuzes maken vandaag niet gemakkelijker dan toen?

“Zeker wel. Je kon het maar beter voor jezelf houden als je gay was, vrouwen konden niet eens een eigen bankrekening openen… Maar zo eenvoudig is het ook vandaag niet. De sociale druk is minder groot, maar wel subtieler. Nu ‘mogen’ we wel scheiden en ‘mogen’ we seks hebben, maar tegelijk worden ons voortdurend ideaalbeelden voorgehouden, waaraan we denken te moeten voldoen. Dat maakt het moeilijk om uit te maken wat we echt zelf willen en waarom.”

“En nu is er het dwingende idee dat we iets van ons leven móéten maken. Het pad wordt niet meer voor ons uitgestippeld, maar ons leven moet, zo leren ze ons, tot een succes leiden of tenminste boeiend en interessant zijn. Dat legt druk.”

Raakt dat bij jou een gevoelige snaar?

“Neen. Ik was al in mijn jeugd een outsider. Ik dacht dan ook algauw: ‘als ze me niet moeten, dan is dat maar zo’. Voor het schrijven gaat dat ook op: ik doe het enorm graag, maar als het niet lukt, dan ga ik gewoon iets anders doen.”

Je liep een paar jaar terug voor het eerst in de kijker toen je samen met Anaïs Van Ertvelde ‘Vuile lakens’ maakte, een podcast over seks, lichaam en alles waar men in keurig gezelschap niet durft over te praten. Vandaag vliegen de erotische podcasts ons om de oren. Voel je je een beetje pionier op dat vlak?

“Toch wel. Het heeft mee iets teweeggebracht. Seks is meer benoembaar geworden. En toch blijf ik op mijn honger zitten. Er wordt nu wel meer over seks gepraat, maar ik hoor weinig interessants. We blijven steken aan de oppervlakte. Natuurlijk is grensoverschrijdend gedrag verwerpelijk, maar we zoeken nog te weinig naar de redenen waarom het zo ver kon en kan komen. Ik mis diepgang in dit debat.”

“Mensen kijken ook, naargelang ze ervaring opdoen, te weinig op een eerlijke manier terug op hun eigen seksualiteit. Wat deden ze vroeger misschien fout, waar komt een bepaald verlangen vandaan… Ik hoor zelden iemand die balans opmaken .“

Materiaal voor een nieuwe podcast?

“Goed idee! (lacht) Maar waar vind ik een man die komt vertellen hoe hij op zijn achttiende te veel dronk en dan geloofde dat een nee vaak wel een ja is, of een vrouw die toegeeft dat ze als jong meisje vooral wilde pleasen en daarom wel eens seks had tegen haar zin…?”

Wie is Heleen Debruyne?

• Heleen Debruyne (33) groeide op in Roeselare. Ze trok voor haar studies geschiedenis naar UGent. Drie jaar geleden verhuisde ze van Gent naar Oostende, samen met haar partner, schrijver Idwer de la Parra, en hun nu tweejarige zoontje.

• Ze werkt bij Klara en schrijft over kunst en cultuur.

• Samen met Anaïs Van Ertvelde maakte ze een podcast en een boek over seks, Vuile Lakens. Momenteel werkt ze aan een nieuwe aflevering van Wilde Wijven, een podcast waarin ze samen met Sofie Vandamme onderzoekt hoe we vroeger en nu denken over vrouwen.

• Ze heeft twee romans uit, De Plantrekkers (2016) en De Huisvriend (2021), en denkt na over een derde.

www.heleendebruyne.be

Tips van Heleen

• “In Het recht op seks heeft filosofe Amia Srinivasan het op een heel interessante manier over seks. Ze brengt verrassende inzichten in hoe de mens in elkaar steekt en omgaat met seksualiteit.”

• “Sally Rooney heeft ook een boeiende kijk op relaties, en verwerkt die tot heerlijke fictie in Prachtige wereld, waar ben je.”

• “En voor als het allemaal wat ‘lichter’ mag zijn: de thrillers van Ruth Rendell en Patricia Highsmith stellen nooit teleur.”