Eindelijk: druk druk druk in de tuin

Geef toe, wie in zijn tuin voorjaarsbloeiers heeft, maakte de voorbije week ongetwijfeld de tuin op zijn best mee. Zacht weer, zonnelicht én al die voorjaarsbloeiers: het is een weelde waarop we niet vlug uitgekeken raken. Geniet dus, maar… vergeet niet dat het ook weer druk klussen wordt in de tuin.

Kijken – Ga nu nar tuincentra voor je voorjaarstuin van volgend jaar

Het leuke bij een bezoek aan tuincentra is dat je perfect kan zien wat er nu in een tuin kan bloeien. Het nadeel ervan: als je die planten of struiken nu koopt, bloeien ze maar matig of bijna niet. Het is wachten tot volgend jaar om ze in volle bloei mee te maken. Uitstellen van kopen heeft soms het nare gevolg dat je het vergeet. En zonder bloei vind je die struiken niet meer op een prominente plaats in de tuincentra. Een goede raad: ga nu kijken, noteer de namen, neem een foto van de plant in bloei en bestel ze dan in de herfst, als je je voorjaarstuin aan het plannen bent.

Groeien – Eigen compost voedt en beschermt

Alles gaat groeien in de border en dat betekent dat de planten extra voeding kunnen gebruiken. Maak de aarde wat los in de omgeving van de planten door voorzichtig te harken, verwijder het jonge onkruid. En wie over een gezonde composthoop beschikt, kan die nu nuttig gebruiken. Strooi compostgrond rond die planten: dan geef je niet alleen extra voeding, maar het laagje compost hindert ook de groei van onkruid.

Snoeien – Zomerbloeiers zoals vlinderstruik of lavendel

Vlinderstruiken kan je tot op de grond inkorten. Zeker wanneer er minder ruimte is, snoei je best tot beneden. Het mag natuurlijk ook hoger, maar dan neemt de plant gaandeweg meer ruimte in. Om de struik jong te houden, kan je drie jaar na mekaar één derde van de takken helemaal wegsnoeien. De meeste zomerbloeiers mogen in april worden gesnoeid. Snij niet al het groen weg, maar hou tegen de bodem nog wat groen over. De kans is dan veel groter dat er op het kale stukje eronder nieuwe ogen uitlopen. Voorbeelden van zomerbloeiende halfheesters die in april de snoeischaar verdragen zijn lavendel, hebe en struikheide.

Afboorden – Gras ‘uit’ de perken houden

Zodra het wat warmer wordt, gaat het gras weer groeien. Bij nat weer kan je het best bemesten. Verticuteren doe je nooit bij nat weer. Je wacht best tot het gras droog is. Als je het mos hebt verwijderd is de kans groot dat het gazon enkele kale plekken vertoont. In april kan je die plekken bijzaaien. Het is ook het moment om de grasboorden keurig af te lijnen. Zorg ervoor dat je de grasboorden schuin ‘afsteekt’. Dat verhindert het afbrokkelen van de boord.

Delen – Meer en jongere planten? Scheur en deel ze

De al wat oudere vaste planten in de tuin krijgen last van een ‘dor hart’: het kerngedeelte of het oudste part van de plant lijkt af te sterven, terwijl de jonge scheuten zich vooral aan de rand ontwikkelen. De hoogste tijd is het dan om de plant te ‘verjongen’. Dat doe je door ze uit de grond te halen en het dorre hart ervan te verwijderen. Maak de jonge, groeikrachtige delen los van de verdroogde kern en plant die jonge delen in groeibevorderende grond. Aarzel dus niet om compost te mengen in het plantgat. Na het verplanten geef je de jonge planten best flink wat water.