Een ode aan de narcis
Je kan nooit genoeg groen in huis hebben, vindt Gillian Lowyck. De Oostendse is zot van alles wat planten en bloemen zijn en schrijft hier tweewekelijks over alles wat groeit en bloeit.
Ik beken: vroeger was ik absoluut geen fan van dé lentebloem bij uitstek, de narcis. Ik zag ze dan ook enkel in parken of verloren stukjes gras en doorgaans altijd dezelfde soort: geel, opzichtig, gewoon té. De meeste mensen kennen de narcis wel, zelfs wie geen interesse heeft voor planten. Ze zijn onlosmakelijk verbonden met de lente. Wanneer de narcissen bloeien weet je dat de lange winter bijna voorbij is. Ondertussen ontdekte ik tal van prachtige soorten narcissen en ben ik helemaal verzot op de bloem. Ik hou nog altijd niet van de gele aandachtstrekkers, maar kan wél blij worden als ik ze in de parken zie wiegen in de wind.
De narcis is genoemd naar Narcissus. Als je weet waarom zul je het nooit meer vergeten: Narcissus was verliefd op zijn reflectie in de rivier; zijn hoofd hing dus naar beneden, net zoals de bloem. Hij viel in de rivier, verdronk en veranderde in de narcis. Narcissen komen vooral in het wild voor in Zuid-Europa. De Romeinen brachten de bloem naar onze contreien – net zoals het notoire onkruid zevenblad, trouwens. Bedankt! – omdat ze dachten dat het sap geneeskrachtig was. Dat is het niet, integendeel: het sap irriteert zelfs.
In de tuin of in een pot
In de tuin is de narcis een enorm dankbare bloem. Je plant de bollen in de grond in het najaar en hebt er dan eigenlijk niet veel omkijken meer naar. Ze verwilderen gemakkelijk: ze zullen dus jaar na jaar vermeerderen. Ook in een pot zijn ze prima te houden. Wil je je bollen bewaren voor het jaar nadien? Knip de uitgebloeide bloemen af en laat het loof afsterven. Zo steekt de plant alle energie in de bloembol. Je kan ze gerust in de tuin uitplanten.
De mooiste soorten narcis: Thalia (een mooie, witte bloem), Replete (gevulde bloem met witte en roze blaadjes), Narcissus poeticus var. recurvus of de dichtersnarcis (bloeit pas in mei en geurt heerlijk), Bridal crown, Minnow… Keuze genoeg om de gele cliché-narcis te vermijden.
In de vaas
Een narcis is ook een prima snijbloem, al moet je er wel rekening mee houden dat je de bloem best niet combineert met andere in de vaas. Als je ze snijdt, komt er een sap uit de stengel dat giftig is voor andere planten. Wil je ze toch in een boeket, is er wel een trucje: plaats vers geoogste narcissen meteen in koel water en laat ze daar twee, drie uur zitten. Op die manier sluit de stengel af; snijd ze dus niet meer wanneer je ze schikt in de vaas.
Groen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier