Een heel klein verhaal
Ze wonen allebei in Kortrijk en delen een liefde voor het goede leven en schrijven. Verder hebben onze twee columnisten weinig gemeen. Wekelijks geven ze hier een inkijkje in hun uiteenlopende levens. Deze week is dat Siel Verhanneman (32), auteur en dichter.
De man met de frons en de rook uit zijn neusgaten, de gitzwarte jas en de hakjes op kasseien, als het regent blinkt de stad. Dat gaat aan hem voorbij en toch lijkt het alsof hij danst, iets heel gewichtigs, een wals waar hij geen wederhelft voor wenst, geen muziek van een liveorkest. Hij glijdt, draait en keert, houdt zijn hoofd schuin zoals dansers doen in films. Het zebrapad licht op wanneer hij de witte toetsen indrukt met zijn passen. Versiering in etalages, opgezette dieren achter glas, de kerstbomen met valse sneeuw kijken hem aan, een stad als deze heeft de man met de frons nodig. De man die niemand pijn doet, niemand kwetst met ongevraagd advies, geen vrienden in de steek laat wanneer ze verdrietig of gelukkig zijn. De man die de ander laat rouwen, sneeuw laat proeven, iedereen de trein laat afstappen vooraleer er zelf op te klimmen. De man die weet dat het veel is, die feestdagen, of net heel weinig en lege stoelen die nooit meer gevuld geraken. De man die met zijn zwarte mantel zijn verhaal door straten tekent als geeft hij houtskool af. Je ziet de zwarte afdruk van voetzolen, wie na hem komt maakt met zijn as zijn duizend levens af.
De man met de frons, de gitzwarte jas, de rook uit zijn neus en de hakjes doet ons even pauzeren
De man met de rook uit zijn neusgaten had er deel van kunnen zijn. Het had jouw vader kunnen zijn die tijdens de feesten klaagt over zijn knellende, lederen schoenen. Het had jouw zus kunnen zijn die haar kat verplichtte een kerstmuts te dragen. Het had jouw vriend kunnen zijn die kerst nu in Spanje viert. Je vriendin die nu zonder jou musea bezoekt. De man met de frons, de gitzwarte jas, de rook uit zijn neus en de hakjes kruist ons pad en hij is die gedaante die ons doet pauzeren, we voelen een rilling over onze ruggengraat. We denken ‘Was dat nu?’ en meteen erna ‘Ach welnee, dat kan helemaal niet’. We denken ‘Ach, wat mis ik haar’ en meteen erna ‘Alles is zo anders nu’. En we wandelen verder met achter ons de zwarte afdruk van onze schoenzolen. Elke dag beginnen we opnieuw.
Gebaseerd op een tekening van Franz Kafka.
Stephanie en Siel
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier