Dwars Door Oceanië: een inspiratiebron in de outback
Vorig jaar fietste Wouter Deboot dwars door Amerika, dit jaar rijdt hij dwars door Oceanië. Met zijn fietstocht door Australië en Nieuw-Zeeland wil hij ons laten kennismaken met onze tegenvoeters. Wekelijks vertelt Wouter hier over zijn belevenissen die maandag in ‘Iedereen Beroemd’ te zien zijn.
Heb jij, beste lezer, ooit een persoon ontmoet die je voor de rest van je dagen zal bijblijven? Een leraar op school die je job heeft bepaald? Een oud-collega die je door een scheiding heeft geholpen of misschien wel een ex-lief dat je kijk op de liefde heeft veranderd? Kortom, mensen die je leven op een of andere manier hebben geïnspireerd? We kennen ze allemaal. Soms dichtbij, soms heel ver weg. Zoals Alan.
Ik ontmoet de buikige grijsaard na 100 bloedhete kilometers langs de Stuart Highway. Met een zucht van opluchting zet ik voet aan grond in Renners Springs, een speldenprik met welgeteld twee inwoners: Alan en zijn Duitse vrouw Christine om precies te zijn.
Alan is het type waarop de uitdrukking ‘je zou hem vijf frank geven’ perfect van toepassing is. Maar mijn vele fietsreizen hebben me geleerd dat je een boek nooit mag beoordelen op zijn kaft. En dat van Alan leest als een trein.
De korte samenvatting: advocaat uit Darwin pleit talloze aboriginal zaken uit pure naastenliefde, leert een miljonair kennen, wordt zonder het goed en wel te beseffen in diens testament opgenomen, krijgt een uitgedoofde goudmijn met bijhorend landgoed cadeau en belandt uiteindelijk met zijn tweede liefde in the middle of nowhere om er een motel/benzinestation uit te baten.
Hij woont hier nu bijna elf jaar en ontvangt mij met open armen. Zoals het een echte advocaat betaamt verkoopt hij zijn zaak als the best place on earth. “Er is een prachtig meer in de buurt”, zegt hij. “We kunnen er eten ook. Op de bodem groeien gigantische mosselen.” Hij toont me zijn vuist. “Die grootte.”
Na een uur rijden belanden we in een aards paradijs: azuurblauw water, baobabbomen, pelikanen en andere vogels die ik voor het eerst in mijn leven zie. We gooien onze kleren af en plukken mosselen als waren het bessen aan een struik. Als klap op de vuurpijl en tot Alans grote verbazing dissen we ook nog een prehistorische boemerang op. Ik verwonder me over de kapmesachtige vorm. “Deze soort boemerangs keert niet terug”, zegt Alan. “Deze is er een om dieren te doden, mogelijk zelfs mensen.”
Urenlang doceert hij op de meest sappige manier over de geschiedenis van de Aboriginals en het leven in de outback. Werkelijk geen seconde raak ik verveeld. Tijdens de rit huiswaarts jaagt hij muziek van de plaatselijke Urbanus door de oude boxen en duwt hij de ene levensles na de andere in mijn stoffige oren.
Ik lach en raak ontroerd terzelfder tijd. “Het is geen toeval dat we elkaar hier ontmoeten. Jij nam het risico om door deze afgelegen regio aan het andere eind van de wereld te fietsen. Hier kijken de mensen met andere ogen naar het leven. En daar is het je allemaal om te doen, toch?”
Ik knik. “Dit is een dag uit de duizend”, vertrouw ik hem toe. “En dan heb je de mosselen nog niet geproefd”, zegt hij, een pot op het vuur zettend.
Of die mij ook zullen bijblijven, ontdek je uiteraard maandagavond.
Ontroerend goed
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier