Ontroerend Goed: De Zee

© PC
Bert Vanden Berghe

Met een eigenzinnige blik op de vaak vanzelfsprekende pareltjes van on(t)roerend erfgoed trekken fotograaf Pieter Clicteur en journalist Bert Vanden Berghe door West-Vlaanderen.

Binnenrijden in Oostende, dat is altijd even gniffelen bij het zien van Dikke Mathille, zoals ze genoemd wordt. In een stad en tijdperk waar ruimte een zeldzaam goed wordt, ligt ze in een zee van plaats, ostentatief met haar kont de lucht in. Een pose met een hoog je m’en fous-gehalte, allesbehalve omfloerst in de koningin van de badsteden. Dat ze haar naam deelt met onze huidige koningin, zorgt voor een nog bredere glimlach. Ze straalt een zekere sereniteit uit, al moest De Zee zoals het beeld officieel heet vooral de weelderigheid en de sensualiteit van de zee weerspiegelen volgens kunstenaar Georges Grard. Dat deed ze eerst vanop het balkon van het Casino-Kursaal, waar haar naaktheid beschimpt werd als ‘verwildering van de zeden’. Ze kreeg ooit zelfs een onderbroek aangemeten en het stadsbestuur besloot om haar nog geen tien jaar later te verkassen naar een – nu ja – iets discretere stek, weg van vandalen die op oorlogspad waren.

Ze kreeg min of meer eerherstel toen Hugo Claus een gedicht aan haar wijdde en het zelfs had over een ‘goddelijke reet’. Zijn Franse collega Simone de Beauvoir deed nog iets meer en brak een lans voor alle vrouwen, al dan niet zedig of met een goddelijke reet. Ze stond aan de wieg van onze nationale vrouwendag, toevallig en symbolisch genoeg op Wapenstilstand. Het is misschien precies die sereniteit die haar tekent, denk ik dan. Niets te verbergen, een zekere kwetsbaarheid misschien. Ostentatief, en niet omfloerst, zoals de zee zelf.

De Zee, Leopold II-laan in Oostende.