Beter voor jezelf én de planeet: heerlijk lui tuinieren
Voorbij is de tijd van een strak gazon, een groot – verhard – terras en een paar buxussen. Wat bekendstaat als ‘onderhoudsarm’ vergt in feite méér onderhoud dan gewoon alles wat op z’n beloop te laten. Het geheim voor een bloeiende, interessante en prachtige tuin vol leven? Een beetje lui zijn. Wij geven de beste tips voor een weelderige tuin zonder veel werk. Zet de fles rosé maar al klaar!
Laat het gras groeien
Het is een feit: een strak gazon zonder een sprietje onkruid, dat vergt werk. In een hete zomer – en die zullen er altijd maar meer en meer zijn – wordt het gras snel bruin en het onkruid, dat doet wat het goed doet: razendsnel groeien. Hoe ‘netter’ je je tuin wilt, hoe harder je zal moeten werken. Zo’n nette tuin waar enkel maar kortgewiekt gras groeit, kan je eigenlijk ook een ecologische woestijn noemen. Insecten en ander bodemleven hebben er niets te zoeken. Je gras wat minder maaien en langer laten groeien heeft enkel maar voordelen: er komen meer insecten naar je tuin, er zullen spontaan mooie bloemen groeien (tip: van een paardenbloem kan je lekkere confituur maken) en je gazon zal minder snel bruin worden in droge periodes. En bovenal: jij moet minder de grasmaaier bovenhalen en kan wat meer achteroverleunen.
Aaah, spitten: als je houdt van zwaar tuinwerk, dan moet je dat vooral doen. Vroeger was het haast niet denkbaar dat je zou moestuinieren zonder ieder jaar je grond stevig om te spitten en jezelf een driedubbele hernia te bezorgen. Vandaag is dat gelukkig anders. Als je spit, verstoor je het bodemleven en zorg je er ook nog eens voor dat sluimerende onkruidzaden kunnen ontkiemen. De Brit Charles Dowding is de pionier van het ‘no dig’-principe en doet ieder jaar tests. Daaruit komt elke keer weer naar voren dat je méér opbrengst hebt als je niet spit. Wat moet je dan wél doen? Mulchen. Een dikke laag organisch materiaal zoals compost zorgt ervoor dat je bodem gevoed wordt en dat er minder onkruid groeit. Je hoeft ook veel minder water te geven als er een dikke mulchlaag ligt. Win-win!
Als je planten in de herfst afsterven, loont het om ze te laten staan. Veel zaadhoofden zijn voedsel voor de vogels, in de holle stengels vinden insecten een warm plekje om te overwinteren. Bovendien zorgt het er ook voor dat er nog iets te zien is in de anders kale wintertuin. Laat de blaadjes die van de bomen vallen in de herfst liggen, ze zijn een ideale mulch en voeden je bodem. Haag gesnoeid? Ga eens over het snoeisel met de grasmachine. De fijngemalen blaadjes kan je ook laten liggen.
Koop een grote hoeveelheid bloembollen en kies voor soorten die verwilderen. Dat betekent dat ze jaar na jaar zullen vermeerderen tot je elk voorjaar een prachtig tapijt van bloemen hebt. Wil je graag je eigen groenten oogsten? Een moestuin is sowieso intensief. Plant daarom ook eens vaste groenten zoals kardoen of zeekool. Groenten die je doorgaans niet in de winkel kan kopen. Zet planten die zichzelf uitzaaien. Ze komen tevoorschijn op verrassende plekken en geven je tuin zo een heel natuurlijke uitstraling. Hou in de gaten hoe de kiemplantjes er uitzien: als de plant toch op een ongewenste plek opduikt, trek je ze gewoon uit.
Tot slot: maak je niet druk over elk sprietje onkruid. Ga op het gras zitten, luister naar de vogels, observeer alles wat groeit en bloeit. Niets zaliger dan even helemaal niets doen in de tuin.
Groen
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier