Avignon, walhalla van het zuiden

Vanop de brug vanuit Villeneuve-lez-Avignon heb je een mooi panorama op Avignon, de Rhône én de beroemde halve brug. © Peter Soete
Peter Soete

Wie Avignon zegt, denkt meteen aan het zomerfestival, aan een half afgebroken brug over de Rhône en aan het Pausenpaleis. Maar deze stad in de Provence heeft veel meer troeven. Dat ondervonden we toen we er enkele zonnige dagen doorbrachten.

Uiteraard zijn het Pausenpaleis en de pont Saint-Benezet in de Rhône must-visits. In het paleis aan de oevers van de Rhône hebben negen pausen gedurende bijna een eeuw de christelijke wereld bestuurd. Dat er op een bepaald ogenblik zelfs drie pausen waren in de katholieke kerk, mocht de pret voor Avignon niet drukken. Onder impuls van de Avignon-pausen en hun vele kardinalen werden paleizen opgetrokken en kreeg de stad ook een versterkte omwalling van meer dan vier kilometer.

De ‘intra muros’-stad heeft heel veel middeleeuwse elementen kunnen bewaren en de kleine straatjes leiden altijd weer naar ongelooflijk gezellige pleintjes met een kerk, kapel, museum én restaurants of cafés met mooie, grote terrassen. Onnodig te zeggen dat ze hier in het zuiden buiten genieten van hun wijntje of menthe à l’eau tot een stuk in de nacht. Op Place Saint-Didier met de middeleeuwse kerk met dezelfde naam vinden we de lokale bakker en slager naast enkele kunstgaleries en kleine winkeltjes met ambachtelijke producten. In Grand Café Baretta komt de lokale bevolking de honger en dorst stillen maar ook de toeristen hebben deze hotspot al ontdekt.

Wij wandelen door naar de Hallen in het midden van de oude stad en die zijn iedere morgen dé versmarkt van Avignon. Sappige tomaten, meloenen van het nabijgelegen Cavaillon en huisgemaakte tapenades liggen er te koop en zijn er ook te proeven. De geur van Provençaalse kruiden zoals tijm en rozemarijn hangt zwoel in de lucht.

In de Hallen draait alles rond superverse en lekkere voeding.
In de Hallen draait alles rond superverse en lekkere voeding. © Peter Soete

Crazy guy

De Amerikaanse chef Jon Chiri heeft in de beste restaurants ter wereld gekookt maar nu heeft hij al vier jaar zijn vaste stek in de Hallen. Met Cuisine Centr’Halles biedt hij ongelooflijke workshops aan. Deelnemers verzamelen ’s ochtends vroeg in zijn restaurantje en gaan met Jon op zoek naar de verse producten van de dag bij de buren van de overdekte markt. Uiteraard hoort proeven voor het kopen er altijd bij. Opnieuw aangekomen in Cuisine Centr’Halles gaat iedereen aan de slag onder leiding van de chef. Wanneer de groepslunch klaar is, gaat iedereen aan tafel en wordt de maaltijd overgoten met superlekkere streekwijnen. Wij genieten van een zachtgebakken eendenborst afgewerkt met lavendel, rozemarijn en look, een ovengegaarde ratatouille en een schitterende romige polenta. Jon schenkt er een biodynamische rode wijn bij van Even A. Bakke, een Amerikaanse wijnmaker die al enkele jaren in de Provence woont. ‘He’s a crazy guy with wonderful wines’, sluit de chef een geslaagde workshop af.

Onnodig te zeggen dat ze buiten genieten van hun wijntje of ‘menthe à l’eau’ tot een stuk in de nacht

Wanneer we een halve dag later een restaurantje uitzoeken in de omgeving van het Pausenpaleis kijken we goed uit onze doppen. We vermijden de grote restaurants op het plein zelf en komen terecht bij Le 46 aan de rue de la Balance. We zijn onder de indruk van de jonge eigenaars en medewerkers die van wanten weten en een in-druk-wek-ken-de wijnkaart kunnen voorleggen. Enkele uren later moeten we ons echt losrukken van ons tafeltje, want het klank- en lichtspel in het Pausenpaleis wacht. We krijgen daar een zeer professioneel en mooi visueel spektakel te zien in een droomdecor.

Zelfs vlak bij de top van het Pausenpaleis in Avignon is er een wijngaard.
Zelfs vlak bij de top van het Pausenpaleis in Avignon is er een wijngaard. © Peter Soete

Op de fiets

De volgende dag nemen we de fiets en steken de Rhône over naar Villeneuve-lez-Avignon. Dit dorpje doet ons onmiddellijk denken aan de Franse dorpen uit het midden van de vorige eeuw. Kleine straatjes, authentieke huisjes met geschilderde luiken, heel veel sites van oude abdijen en kloosters en, ook hier, pareltjes van oude paleizen. Niet verwonderlijk, want in Villeneuve bouwden veel kardinalen vakantieresidenties en brachten er hun vrije tijd door. Wij mogen onze fiets stallen in l’Hôtel de l’Atelier dat vroeger een zijdeverwerkend fabriekje was en dat de oude indeling heeft behouden. We moeten onmiddellijk denken aan het gezellige hotelletje in Meursault waar Louis de Funès en Bourvil onderdak zochten in de komedie La Grande Vadrouille. Gelukkig zijn de kamers hier uitgerust met alle modern comfort én grote en brede bedden.

De volgende dag fietsen we de Rhône af tot in Châteauneuf-du-Pape waar een van de negen pausen een kasteel bouwde en buitengewoon veel aandacht voor de wijnbouw aan de dag legde. De Via Rhona brengt ons door wijngaarden en over kleine hellingen. Gelukkig rijden we met een elektrische fiets zodat we fris als een hoentje aan onze proeverijen in de wijngaarden kunnen beginnen.

In Villeneuve-lez-Avignon hebben ze hun eigen interpretatie van een ‘Flatiron’ zoals in New York.
In Villeneuve-lez-Avignon hebben ze hun eigen interpretatie van een ‘Flatiron’ zoals in New York. © Peter Soete

Ze allemaal bezoeken is onbegonnen werk, want dit stadje van 2.200 inwoners telt maar liefst tussen de 150 en de 200 wijndomeinen. Wij belanden bij Jean-Paul Autard, die met zijn rode Châteaneuf-du-Pape ‘Juline’ 2015 door een onafhankelijke jury van professionele oenologen als de primus inter pares werd verkozen. En als zijn levensverhaal dan nog leest als een boek, zijn we meteen verkocht. Jean-Paul verloor op 17-jarige leeftijd zijn vader Paul die, net zoals zijn vader en grootvader, wijnbouwer was in Châteauneuf-du-Pape. De eigenaar van het prestigieuze wijndomein de Nalys, dokter Defays, ontfermde zich over de jongen en leerde hem de knepen van het wijnbouwersvak. Jean-Paul werd net als zijn legendarische leermeester een topper en heeft ondertussen zoon Jules en dochter Pauline mee in het familiebedrijf betrokken. Hun ‘cuvée Juline’ is meteen hét visitekaartje van het bedrijf.

Wanneer we door de wijngaarden naar Avignon terugfietsen met enkele flessen in onze fietstassen voelen we ons bijna een figurant in A good year, de film waarin Russell Crowe een wijndomein erft in de Provence. Of zou dat door de wijn komen die ook hier rijkelijk vloeit en altijd naar meer smaakt?


Praktisch

– We reisden met de TGV rechtstreeks in vier en een half uur van Rijsel naar Avignon.

– Overnachten deden we in Novotel Avignon (mét zwembad) vlak bij de omwallingen; we waren zeer tevreden over de kamer en service. Maar ook l’Hôtel de l’Atelier in Villeneuve-lez-Avignon kon ons bekoren, een echt familiehotel met een ziel uit de vorige eeuw maar met alle modern comfort, een fietsengarage én zeer democratische prijzen (tussen 82 en 122 euro per kamer).

– We huurden een elektrische fiets bij Philippe van Provence Bike, op een boogscheut van Novotel Avignon.

– Alle info over Avignon en omgeving op www.provenceguide.com.