Man die vorige week op zijn oprit werd doodgeschoten, heeft roots in Gistel

De 66-jarig man die vorige week dinsdag op zijn oprit in Kampenhout werd doodgeschoten, heeft roots in Gistel. Naar de dader ontbreekt elk spoor.

Vorige week dinsdagnacht werd de 66-jarige Johan Verhaeghe met één kogel doodgeschoten op de oprit van zijn woning in Kampenhout. Hij had net op het knopje van zijn elektronische garagepoort geduwd toen hij door de zijruit van zijn wagen beschoten werd. Zijn ongeruste vrouw vond zijn lichaam zo’n tweeënhalf uur later. Johan Verhaeghe leidde al meer dan 40 jaar een drogisterij in de Brusselse gemeente Schaarbeek. Hij was op zijn 15de met een leercontract bij een drogist in Brussel beginnen werken. Verder ging hij op dinsdag- en vrijdagavond tafeltennissen bij de club Royal 1865 in Vilvoorde.

Johan Verhaeghe kwam van de tafeltennisclub toen hij vorige week dinsdag werd neergeschoten. Naar de daders ontbreekt elk spoor. Het slachtoffer man geen vijanden en heeft een blanco strafregister. Hij leidde een onberispelijk en onbesproken leven. Er waren geen aanwijzingen dat hij bedreigd werd of met problemen kampte. Johan had geen gsm en deed na het werk nog dikwijls leveringen aan klanten alvorens naar de tafeltennisclub te trekken. Het is dan ook moeilijk om na te gaan waar hij in de uren voor zijn dood was en met wie hij contact had.

Kinderjaren in Kongo

Johan Verhaeghe had West-Vlaamse roots. Vader werkte tot in 1960 in Kongo en daarna vestigde het gezin, dat tien kinderen telde, zich in Gistel. Vader overleed in 1996, moeder in 2014. Johan was een opgewekte man, die trouw twee keer per jaar de familiefeesten in West-Vlaanderen bijwoonde. Hij was daar nog in februari en uit niets bleek dat hij met iets zat. Johan Verhaeghe had twee dochters uit een vorige relatie en een zoon van 21 uit zijn huidige huwelijk. Er is ook één kleinkind.

(HH)