Tijdens een reddingsoefening voor de kust van Oostende werd de werking van een Personal Locator Beacon (PLB) gedemonstreerd. Het is een kleine zender die je bij je kan dragen en die toelaat om je heel snel te localiseren.
Wie alleen de zee op gaat of de bergen in, kan bij onheil niet zo makkelijk worden gelocaliseerd. Of toch niet zonder PLB of een 406 MHz-noodbaken, een kleine zender die je individueel bij je kan dragen en die je in de handel kan kopen voor zo’n 200 euro. Je moet het toestelletje vervolgens wel nog registreren. Maar dat systeem is nog niet zo bekend. Daarom werd de werking gedemonstreerd tijdens een oefening in Oostende, georganiseerd door de Europese Commissie.
Galileo-satellieten
Met een PLB kan je – met een druk op de knop – een signaal sturen naar een satelliet van het Galileo-netwerk, een Europees satellietnetwerk dat onder meer voor search and rescue wordt ingezet. De PLB-zenders bestonden ook vroeger al, maar werken veel nauwkeuriger sinds ze hun signaal naar de Galileo-satellieten kunnen sturen. Dat is nog maar sinds eind 2016. De satellieten die vroeger werden gebruikt, hingen ofwel te dicht bij ofwel te ver van de aarde. Galileo verminderde de detectietijd van 4 uur tot 10 minuten en de nauwkeurigheid van 10 km naar 2 km. Een forse stap voorwaarts dus.
Het signaal van de PLB wordt via het Galileo-netwerk naar een controlectrum in het Franse Toulouse gestuurd en vandaar naar het Maritiem Reddings- en Coördinatiecentrum MRCC in Oostende. Maar het systeem werkt wereldwijd. Als je in het buitenland in de problemen komt, worden zowel het lokale MRCC als dat van je eigen land – in ons geval Oostende – gealarmeerd. Dat MRCC kan dan de nodige reddingsdiensten inschakelen.
Demonstratie in Oostende
Dat werd donderdagnamiddag gedemonstreerd in Oostende. De Australische Tara Foster, een satellieten-influencer, werd alleen in een vlot op zee gebracht, zo’n 300 m voor de kust. Ze maakte gebruik van het noodbaken en dat leidde tot een signaal aan het MRCC in 3 minuten en 32 seconden. Zo konden de reddingsboot Orka van de Vlaamse overheidsrederij Vloot en de NH90-reddingshelikopter van de Luchtmachtbasis Koksijde heel snel in actie treden en Tara uit het water halen. De hele reddingsoperatie was live te volgen via Youtube.
Veel alternatieven
Varianten op de individuele reddingsbakens bestaan ook al voor vliegtuigen en schepen. Voor grotere schepen zijn ze zelfs verplicht. Het MRCC in Oostende krijgt jaarlijks een 400-tal oproepen, maar die komen nog altijd het meest via gsm of radioverbinding. Slechts 20 tot 24 oproepen per jaar komen via deze noodbakens.
“Dat komt niet zozeer door de geringe bekendheid van de noodbakens, maar vooral doordat er in de Belgische wateren veel alternatieven zijn. Onze wateren zijn druk bevaren en de meeste oproepen komen binnen via gsm of marifoon – de radioverbinding. Maar in het buitenland zijn die alternatieven soms veel minder voorhanden“, vertelt Eva Descamps, communicatieverantwoordelijke van de afdeling Scheepvaartbegeleiding van de Vlaamse overheid, waar het MRCC toe behoort.
De demonstratie in Oostende toonde in elk geval aan hoe snel een oproep via een noodbaken de reddingsdiensten bereikt.
(HH)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier