Zanger-gitarist Bram : “Sinds ik bij Niels speel, begrijp ik het West-Vlaams beter dan mijn eigen dialect uit Ninove”
Al tien jaar is Bram (Van Den Berghe) één van de beste vrienden van Niels Destadsbader. Bram is een heel bekwame gitarist, een sterke songschrijver en sinds kort nu ook zanger. Hij schreef en bracht zijn debuutsingle ‘Als ik bij jou ben’ uit. Dit liedje gaat over het gemis van het spelen voor een publiek. Bram weet waarover hij spreekt, want in ’t verleden stond hij al vaak op het podium van het Antwerpse Sportpaleis. Dat was met Bram & Lennert én als zanger-gitarist tijdens de Sportpaleis-concerten van Niels Destadsbader. Zowel Niels als Davy Gilles en nog anderen waren er snel bij om Bram te feliciteren met zijn solosingle. De clip werd opgenomen in een leeg Sportpaleis. Komende zondag is Bram één van de gasten, die zijn achtergrondverhaal vertelt in het MENT-programma ‘Herbert’. We sloegen met Bram een babbel net na zijn opname bij MENT TV in Mariakerke (Gent).
Je woont in het Oost-Vlaamse Ninove. Ben je al sinds je kinderjaren bezig met muziek ?
Bram : “Ik volgde jaren muziekschool in Ninove. Vanaf mijn drie jaar speel ik al op de piano. Mijn grootvader is muzikant en leerde mij piano spelen. Mijn papa is drummer. Recent zag ik een foto van mij als driejarig kindje toen ‘Anne’ van Clouseau was uitgekomen. Ik had een speelgoedgitaar gekregen. Ik stond daarmee te spelen. Ik heb nog altijd dezelfde manier van gitaar spelen met mijn rechterbeen vooruit. Dat was grappig om dat te zien. Muziek is dus precies iets dat al lang in mijn genen zit.”
Je hebt een sterke band met onze provincie West-Vlaanderen, want je bent al jaren de béste vriend van Niels Destadsbader. Hoelang al ? Hoe ben je met elkaar in contact gekomen en hoe evolueerde dat ?
Bram : “Tien jaar geleden leerde ik Niels kennen toen ik bij Tom Dice speelde. Niels kwam wel eens naar een optreden of cd-voorstelling. We spraken even af en gingen stappen in Gent. Na het overlijden van zijn vriend Robby begonnen we met een nieuwe band. Ik had wel interesse en belde hem daarvoor op. Ik had ook via Miguel Wiels contact met Niels. We zijn op een avond een pint gaan drinken in de Soeur Sourire in Deerlijk en dat is mijn stamcafé geworden (lacht). Ik ga daar nog altijd, nu zelfs al zonder Niels. Ik ken daar al veel caféklanten.”
Na al die jaren ken je van elkaar de goede en minder goede kanten . Soms ze eens op ?
Bram : “Niels is iemand die heel attent is. Nu ik solo ging, belde ik hem als eerste op om dat met hem te bespreken. Niels gaf mij direct goede technische zangtips. Ik kom uit regio Aalst en heb dus een plat accent. Ik speel al zoveel jaren met Niels en we hadden nog nooit een discussie met elkaar. Dat komt omdat het met ons bandje zo goed matcht. Ik woon natuurlijk niet met Niels samen. Hij zal wellicht ook zijn minder goede kanten hebben, maar zelf heb ik die nog niet ontdekt of meegemaakt. Dat komt omdat wij allemaal professioneel genoeg zijn. En moeten we iets brengen op een podium, dan zitten we altijd in een sfeer die keiplezant is.”
Het is natuurlijk een groot verschil : de stap zetten van gitarist naar zanger ?
Bram : “Inderdaad, ik heb toch al wel wat ervaring op de voorgrond, omdat ik met Lennert optreed als het duo Bram & Lennert. Ik ben gewoon om vooraan te staan met een microfoon en te praten tegen een publiek. Op die manier is de stap niet zo groot. Het blijft wel iets anders om met eigen muziek naar buiten te komen. Maar ik ben er klaar voor, want er zit geen druk achter wegens corona.”
Wilde je al altijd zanger worden ? Of wilde je vooral eerst een instrument kunnen bespelen ?
Bram : “Ik stond daar niet bij stil. Ik schreef altijd voor andere artiesten, zoals voor Willy Sommers, Niels Destadsbader (‘Voor jou alleen’ op zijn vorige cd), Bob Savenberg (‘Looove), Mathias Vergels (Straatsteen)… Ik zat thuis, had niets te doen en dus begon ik met liedjes te schrijven. Ik schreef wel 30 liedjes op vier maanden tijd. Ik kon dat niet aan iedereen kwijt geraken en dus besloot ik ze zelf te zingen.”
Geef toe, een goede vriend als Niels hebben én ook Bob Savenberg als manager hebben, dan kan een nationaal muziekproject toch niet mislukken of toch ?
Bram : “Dat weet je nooit hé. Muziek is geen wetenschap. Het is niet omdat veel mensen mij steunen dat het lukt, want vooral het publiek moet het graag horen. Ik heb daar geen verwachtingen bij, omdat ik nu eens mijn eigen ding kon doen, mijn ziel kon bloot leggen met mijn eigen tekst en muziek. Ik speel het liefst Nederlandstalige poprock. Vinden de mensen het goed, dan is dat leuk. Ik kan dus iets maken voor een breed publiek. Maar het is niet omdat Niels of Bob het leuk vinden en ik zelf het ook tof vind, dat het daarom zal lukken.”
Hoe en wanneer ontstond het idee om solo te gaan ?
Bram : “Dat komt door Bob Savenberg. Hij kwam bij mij thuis om te luisteren naar zijn single ‘Loove’. Ik heb immers thuis een studio. Ik liet mijn liedjes horen en Bob zei dat ik dat zelf moest uitbrengen. Daarna belde ik naar Niels om te zeggen dat Bob dat zei dat ik die liedjes zelf moest uitbrengen. Niels zei ook dat ik dat kon en dat ik zijn volle steun kreeg. Het is dankzij Bob en Niels dat ik die stap zette.’
Wat is het verhaal achter die eerste single ?
Bram : “Als ik zing ‘Als ik bij jou ben’, dan gaat die ‘jou’ over een podium. Neen, ’t gaat dus niet over een West-Vlaamse vrouw (lacht). Dat podium, dat is mijn leven, dat is mijn ding al twaalf jaar lang. Ik doe dat zo graag. Dat gemis ernaar is enorm en dus besloot ik dat eens in woorden neer te schrijven. Ik liet dat liedje aan mijn broer horen, die een heel drukke horecazaak heeft in Ninove. Hij zei dat hij zijn klanten mist en dus past dat liedje ook bij hem. Ik probeerde het zo breed mogelijk te brengen. Het kan dus eveneens over een vrouw gaan hé.”
Jij bent één van de weinige artiesten die niet zingt over de liefde, maar over een podium ?
Bram : “Ik schreef nog andere liedjes, die wel gaan over mijn vrouw, mijn kinderen of over lief hebben. Ik wil precies de stem zijn van de muzikant in Vlaanderen en hoe een muzikant zich nu voelt. Dat is heel triestig hé, een muzikant wil optreden maar dat gaat nu niet.”
Ligt er al een opvolger klaar voor ‘Als ik bij jou ben ?’
Bram : “Ik schreef 30 nummers. Het is de bedoeling om een volledige cd uit te brengen. Een voordeel is dat ik alles zelf doe in mijn studio. Ik mix het zelf, ik schrijf het meeste zelf of met andere collega’s. In normale tijden ga je naar een studio en dan huur je die enkele dagen af. Nu is dat van thuis uit dat we opnemen en naar elkaar doorsturen. Op die manier zijn we weken aan een stuk bezig, terwijl je dat anders in enkele dagen kan klaren.”
Hoe fijn is het om solo je vleugels uit te slaan ?
Bram : “Dat geeft een fijn gevoel. Dat zijn mijn muzikale kindjes. Ik maakte ze zelf, ontwikkelde ze volledig zelf. Dat is iets anders dan wanneer je in een band speelt waar de liedjes er al zijn. Dat is een identiteitskit van mij. Dat is iets waar ik mee naar buiten kom met mijn woorden, mijn noten die erop staan. Dat is spannend.”
Je bent zelf afkomstig uit het Oost-Vlaamse Ninove. Zijn er grote verschillen tussen Oost- en West-Vlaanderen? Zo ja, wat zijn die volgens jou ?
Bram : “De taal is een groot verschil, maar omdat ik al zoveel jaren bij Niels speel begrijp ik het West-Vlaams soms al beter dan mijn eigen taal uit Ninove. Speel ik met Lennert in bijvoorbeeld Soeur Sourire in Deerlijk, dan staat dat kot altijd op z’n kop. Op andere plaatsen moet ik iets harder aan het publiek trekken.”
Ik heb me laten vertellen dat je na een optreden in West-Vlaanderen, met jouw
vrouw naar het ziekenhuis bent gereden en een paar uur later is daar jullie kindje geboren. Klopt dat ?
Bram : Dat gebeurde vier jaar geleden in september tijdens een optreden met de kermis in Deerlijk. Mijn vrouw was mee. Tijdens het liedje ‘Hey pa’ moest ze naar ‘ toilet omdat ze weeën kreeg. Daarna ben ik van het podium gestapt en zijn we vertrokken naar de kliniek in Gent. Twaalf uren later kwam onze dochter tot leven.”
Wat zijn je nabije plannen ?
Bram : “Ik denk dat we gaan afwachten, maar ik plan wel een zomersingle. Ik hoop dat ik na de zomer de cd volledig kan klaar krijgen. Ik breng zeker nog dit jaar één album uit. Ik doe veel zelf en die liedjes zijn er nu. Ik ben niet afhankelijk van een grote studio, omdat ik over een eigen studio beschik. Als beginnende artiest is het bijna niet mogelijk om een volledig album uit te brengen.”
Wanneer ben je tevreden over ‘Als ik bij jou ben ?”
Bram : “Och, ik ben nu al tevreden, want het liedje wordt links en rechts opgepikt terwijl het nog maar één week uit is. Ik ben zelfs tevreden dat ik in de Krant van West-Vlaanderen mag staan en dit voor een Oost-Vlaming. Ik vind dat heel tof. Ik zou het fijn vinden moest mijn single heel veel op de radio worden gedraaid, zodat iedereen in West-Vlaanderen hem zeker heeft gehoord., dan is het meer dan geslaagd. Ik zou het tof vinden als ik het ook live mag brengen.”
Je stond al meermaals – samen met Niels – in een uitverkocht Sportpaleis. Hoe voelde het aan om in die lege concertzaal jouw videoclip te draaien ?
Bram : “Dat was heel raar. Ik ben gewoon van daar een groot podium met lichten te zien, met een massa volk voor je. Toen ik daar stond, dan was dat een kille grijze bunker. Het stemde mij op dat moment triestig. Dat is toch jammer dat het zo is.”
Wat vond je van ’24 UREN LIVE’ ?
Bram : “Ik was er gitarist. Ik wisselde wel eens af, omdat bepaalde artiesten hun eigen gitarist mee hadden. Ik deed het nachtblok van 1 tot 7 en het blok tussen 11 en 18 uur. Het was een fantastisch project. Ik had nog energie over, echt waar. Na een optreden in het Sportpaleis is er altijd een feestje, maar nu was er niets. Samen met trompettist Jo speelde ik enkele Tura-covers in een leeg Sportpaleis. We dronken nog een pintje uit een blikje, raar hoor.”
Als ik nogmaals zeg West-Vlaanderen, welke mooie momenten beleefde je nog in onze provincie ?
Bram : “Ik bewaar veel mooie herinneringen aan West-Vlaanderen, waaronder ook aan het feest rond het Ereburgerschap van Niels in Deerlijk en dat tot hij van zijn stoel viel. Samen met Lennert trad ik ook al zeker vijf keren op tijdens de kerstcorrida in Soeur Sourire in Deerlijk. En Buikrock in Deerlijk, zalig. Ik studeerde in Gent, maar daar zit het vol met West-Vlaamse studenten. Ik heb nog vrienden in Brugge en in Roeselare wonen. Ik ben opgegroeid in Bredene. Ik ken die badstad al 34 jaar, zolang dat ik dus leef. Mijn grootouders verbleven daar in de zomer. Mijn ouders hebben daar een stacaravan. Ik ga ook vaak naar Oostende. Ik denk dat ik Oostende al beter ken dan Ninove. Naar de kust komen, is altijd een beetje thuis komen. Ik kom ook heel graag naar Kursaal Oostende.” (PADI)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier