Mevrouw Lampaert: “Soms vraagt men mij: is Yves in het echt ook zo?”

D(Foto Layla Vancompernolle)
Tom Vandenbussche

Hij, een 23-jarige profrenner uit Ingelmunster. Zij, een 21-jarige universiteitsstudente bedrijfseconomie uit Pittem. Daags na de Ronde van Vlaanderen en zes dagen voor zijn eerste toptienplaats in Paris-Roubaix, op maandag 6 april 2015, sloeg de vonk definitief over. Intussen zijn we ruim drie en een half jaar later en wonen Yves Lampaert en Astrid Demeulemeester samen. Tijd voor haar eerste grote interview ooit. “Yves en ik hebben zoveel leute.”

Het is een regenachtige maandag begin oktober als we de vriendin van onze IJzeren Briek 2018 in de gebouwen van Roularta verwelkomen. Astrid oogt opgewekt – de appel valt ten huize Lampaert niet ver van de boom – en vertelt anderhalf uur lang, in het gezelschap van een broodje met ham en mozzarella, honderduit over haar leven met West-Vlaanderens beste profrenner. Vergis u echter niet: het is niet de eerste keer dat Astrid in de media verschijnt. “Ine Beyen vroeg me begin dit jaar voor een interview met drie andere wielervrouwen in Het Nieuwsblad. Ine zelf, als vrouw van Serge Pauwels, de vriendin van Oliver Naesen en van Thomas De Gendt. Ik ken Ine goed en dus stemde ik ermee in.”

We moeten spontaan terugdenken aan de uitreiking van vorig jaar, toen het metershoge coverbeeld dat we Yves geschonken hadden om middernacht plots spoorloos bleek en de familie Lampaert in grote paniek was.

Astrid: (lacht) “Vorige week waren Yves en ik er nog over bezig, toen we onze agenda aan het overlopen waren en de IJzeren Briek ter sprake kwam. (grijnst) Ja, toen was er toch even paniek. Wie doet nu zoiets, dachten we allemaal. Tot de ochtend erna bleek dat Stijn Steels (ook prof en één van Yves’ beste vrienden, red.) het voor de grap had meegenomen.”

En nu hangt het beeld toch maar mooi in De Wante, Yves’ supporterscafé in Ingelmunster.

Astrid: “Prachtig, hé. Het is dan ook nogal groot om thuis op te hangen, dus was dat de ideale locatie. Een mooie herinnering. Als Yves wint, krijgt hij meestal een beker. Het is eens iets anders.”

Het viel ons op hoe trots Yves op zijn IJzeren Briek was.

Astrid: “Dat is hij ook. Alleen al die uitreiking: allemaal West-Vlamingen onder elkaar, Yves’ familie die erbij is… Het is leuk om in eigen streek erkenning te krijgen. En vooral: WestSprint bezorgt ons een geestige avond!”

Mevrouw Lampaert:

Ook dat hebben we gemerkt, want de jonge West-Vlaamse profs zijn tot het allerlaatste moment blijven plakken.

Astrid: “Het is dan ook een toffe bende, hé. Zeker De Melkerie. Met de vriendinnen hebben we ons eigen WhatsApp-groepje, de Melkersvrouwtjes. Onlangs was er de vrijgezellen van Sien, de vriendin van Bert Van Lerberghe. En de avond van Paris-Tours zijn we met zijn allen uitgegaan. We zijn écht vriendinnen. Niet omdat onze coureurs het goed met elkaar kunnen vinden, wel omdat het ook tussen ons goed klikt.”

Op een KLJ-fuif

Astrid en Yves mogen dan wel sinds 6 april 2015 een koppel zijn, hun eerste kennismaking voert ons een stuk verder terug in de tijd. “Op een KLJ-fuif”, knikt ze. “Ik weet niet meer precies welke fuif, maar het moet zes, zeven jaar geleden zijn en ik was er met vriendinnen. En ja, hoe gaat dat, hé… Je staat samen aan de bar, bent van dezelfde streek en begint met elkaar te praten. Ik wist niet wie Yves was, maar toen ik thuis kwam, zei ik tegen mijn ouders dat ik een kerel uit Ingelmunster had leren kennen. Waarop mijn mama, die van daar afkomstig is, zei dat ze nog met zijn vader, Jean, in de KLJ had gezeten.”

“We hebben elkaar eerst op Facebook toegevoegd en werden goeie vrienden, maar het duurde nog een tijd voor we een koppel werden. Uiteindelijk hebben we een paar keer afgesproken en het klikte. Een echte meevaller.”

Mevrouw Lampaert:

“De IJzeren Briek is speciaal. Alleen al die avond: allemaal West-Vlamingen onder elkaar en zijn familie die erbij is”

Intussen wonen jullie samen.

Astrid: “Sinds de dag na Paris-Roubaix. Eigenlijk hadden we dat vooraf niet afgesproken. We dachten eerder om na afloop van het seizoen te verhuizen. Maar we waren die week allebei vrij en dus kwam het goed uit.”

Bevalt het samenwonen je?

Astrid: (knikt) “Het is natuurlijk aanpassen voor iedereen. Maar het is heel goed verlopen. Yves en ik zijn al goed op elkaar ingesteld. Met een coureur weet je vooraf dat hij heel veel weg zal zijn, maar de momenten dat je samen bent, ben je ook wel echt samen. Dat vind ik een enorm voordeel.”

Mevrouw Lampaert:
© BELGA

Kun jij jezelf bezighouden als Yves voor enkele weken weg is?

Astrid: “De eerste keer moest ik eraan wennen. Maar vriendinnen uit de koers hadden al gezegd: alleen de eerste avond dat hij weg is en de eerste avond dat hij terug is, zal raar aanvoelen. Ik moet zeggen: het valt wel mee, hoor. (lacht) Je hebt tegenwoordig zoveel manieren om elkaar dagelijks te horen. En vooral: Yves doet het heel goed als renner, hé. Dat zorgt toch ook voor een totaal andere sfeer.”

Heb jij nog een sociaal leven?

Astrid:”Dat probeer ik te onderhouden en dat lukt ook wel. Als Yves thuis is, probeer ik zelf ook zoveel mogelijk thuis te blijven. Maar de periodes waarin hij weg is, heb ik er ook eens nood aan om mijn vriendinnen terug te zien. Een bende uit het middelbaar. Mijn vriendinnen zijn nog altijd dezelfde als die van tien jaar geleden. Belangrijk, want altijd alleen maar koers zou verstikkend werken. Eens over andere dingen praten, doet me altijd veel deugd.”

Mevrouw Lampaert:
© BELGA

Een clichévraag: is Yves het prototype van de nieuwe man?

Astrid: (grijnst) “Met zijn job is dat wat moeilijk, hé. Als hij vier of vijf uur op zijn fiets heeft gezeten, moet hij rusten. En ik moet zeggen: ik kook graag. Zijn favoriete gerecht? (lacht) Ik had het er onlangs nog over met hem. Yves eet gewoon alles. Je kunt hem met alles plezier doen, of het nu spek met eieren of balletjes in tomatensaus is. Hij vraagt wel altijd om een zo licht mogelijke maaltijd klaar te maken, zeker ‘s avonds.”

“Voor het BK en de Tour moest Yves een paar kilo’s zien kwijt te geraken. Toen hebben we samen gezegd: nu gaan we eens op de tanden bijten. We hebben zijn voeding wat aangepast, zijn trainingen werden wat zwaarder gemaakt en ‘s avonds kroop hij wat vroeger dan anders in bed.”

Met Forza Lampaert

Met succes, want in de Tour won Lampaert bijna de rit naar Roubaix en soleerde hij na een staaltje krachtpatserij op de Champs-Elysées ei zo na naar ritwinst. En dat in de Belgische driekleur die hij twee weken voor de start van de Tour in Binche had veroverd.

Astrid met Yves in Binche, enkele ogenblikken nadat hij zich tot Belgisch kampioen op de weg had gekroond. (Foto Belga)
Astrid met Yves in Binche, enkele ogenblikken nadat hij zich tot Belgisch kampioen op de weg had gekroond. (Foto Belga)© BELGA

Zondag 24 juni was een overgetelijke dag. Zeker wanneer je als journalist net dan een dag in het spoor van Yves’ supportersclub, Forza Lampaert, bent gekropen. Jij was er toen ook bij. Hoe heb jij die dag beleefd?

Astrid: “Forza Lampaert is een zalige bende, hé. Vanaf de eerste keer dat ik naar een koers van Yves meeging, werd ik als één van hen beschouwd. Het is ook een heel trouwe bende. En de Forza Lampaert-laan in Binche – ik overdrijf niet – was echt zot. Al van maanden vooraf was het bestuur met die ene dag bezig geweest. Ook voor Yves is zoiets echt de max. Achteraf hebben we het er nog vaak over gehad. Elke passage langs zijn supporters betekende een extra motivatie voor hem. Misschien heeft dat op het einde wel het verschil gemaakt.”

Je vriendinnen waren er ook bij in Binche. Wat vonden zij ervan?

Astrid: “Je moet weten: ze waren nog nooit met mij naar een koers geweest, maar waren geïnteresseerd om dat eens te doen. Ik raadde hen het BK aan, want ik wist dat er een grote weide zou worden afgehuurd. (grijnst) Ze hebben het zich niet beklaagd, ook al waren sommigen nog niet gerecupereerd van de avond ervoor, toen de Rode Duivels van Tunesië hadden gewonnen.”

Mis je het uitgaansleven niet?

Astrid: “Ik merk dat ik vanzelf volwassener ben geworden door met iemand als Yves samen te leven. Ik heb minder behoefte om uit te gaan. Yves doet enorm veel voor zijn job. Zeven dagen op zeven, 24 uur op 24. Op een jaar zijn er misschien drie, vier weken dat hij eens niet op details moet letten. Daar heb ik veel respect voor. En dan kan ik het niet maken om anders te doen. Ik heb in Gent altijd in het presidium gezeten en ben er altijd graag uitgegaan, maar die één of twee procent die ik tot Yves’ prestaties kan bijdragen, geven me een goed gevoel.”

Mevrouw Lampaert:
© BELGA

Hij beseft dat ook wel, niet?

Astrid: (knikt nadrukkelijk) “Het is zo’n dankbare vriend. Weet je, soms vragen mensen mij: is Yves echt zo? (glimlacht) Ja dus! Ik ken hem nu al een tijdje en geloof me, Yves zal nog altijd lachen om dezelfde dingen. En zijn vrienden van toen hij judo deed, lang voor hij bekend werd, zijn voor hem heilig. De Yves van nu is dezelfde als de Yves van jaren geleden. Hij staat met de voetjes op de grond.”

Je bent ons nu wel de ideale schoonzoon aan het voorspiegelen. Zijn er bij hem echt geen mindere kantjes te bespeuren?

Astrid: (grijnst) “Door samen te wonen leer je elkaar natuurlijk veel beter kennen. Het grootste verschil tussen ons is dat Yves orde in de chaos zoekt en ik net omgekeerd ben. Ik ben vrij structureel, altijd geweest. Ik heb graag alles gepland. Maar intussen weet ik dat er met Yves’ leven dingen last minute kunnen veranderen. Dat betekent een hele ommezwaai, maar het regelen van zijn agenda, dat doe ik heel graag.”

Hoe komt het dat er tussen jullie zo’n klik is?

Astrid: “Ik kan wel enkele redenen opsommen. We zijn beiden echte West-Vlamingen. Dat is al een karaktereigenschap op zich. Voetjes op de grond, weten vanwaar je komt, altijd blijven voortwerken en niet snel tevreden zijn. Dat hebben we allebei. Is dat goed of slecht? Ik weet het niet.”

“Yves en ik zijn ook echte familiemensen. En we zijn allebei goedlachs. Dat vind ik één van onze mooiste overeenkomsten. We hebben samen zoveel leute. Dat is belangrijk, zeker als er in het geval van Yves soms zoveel druk op de schouders komt te liggen. Soms moet je beseffen dat er nog iets anders dan koers is, want als coureur zit je vaak in een cocon.”

De toekomst

Astrid en Yves wonen nu een half jaar samen in Hulste, ten noordoosten van Kortrijk. Wat de toekomst brengt, weten ze nog niet. “Naar Yves’ ouders in Ingelmunster is het niet ver en daar gaat hij nog geregeld naartoe. Tussen de groentjes, daar is Yves opgegroeid. Hij steekt er ook soms nog wel eens een handje toe, zeker buiten het koersseizoen.”

Mevrouw Lampaert:

“Kindjes? Nu nog niet. Ik werk pas een jaar en op het punt waar Yves nu in zijn carrière staat, is het niet aan de orde”

Yves lijkt ons het type dat later op het platteland wil wonen.

Astrid: (knikt) “En zelf ben ik ook op het platteland opgegroeid. We wonen eigenlijk nu al landelijk, hoor. En we hebben leuke buren. We zijn dus niet van plan om meteen te verhuizen. Ik denk dat we voor de eerstkomende jaren ons plekje hebben gevonden.”

En dan trouwen en kindjes?

Astrid: “Dat zal er zeker nog van komen, maar we hebben tijd. Ik heb lang gestudeerd, werk nog maar een jaar. En ook op het punt waar Yves nu in zijn carrière staat, is dat niet aan de orde. Voor beiden is het dus nog een ver-van-mijn-bedshow. Als we het willen, moeten we er ons beiden klaar voor voelen. We willen allebei kindjes, maar nu nog niet.”

Mevrouw Lampaert:

Privé

Geboren op 8 oktober 1993 in Tielt. Groeide op in Pittem bij haar ouders Geert Demeulemeester en Marianne Bruneel, zus Sofie en broer Axel. Woont in Hulste met haar vriend, profwielrenner Yves Lampaert.


Studie/werk

Volgde een bachelor logistiek, een master communicatiewetenschappen en een master bedrijfseconomie in Gent. Werkt als Sales Supporting & Planning Assistance bij Latexco in Tielt.


Vrije tijd

Wandelen, zwemmen en fietsen. “Het is nu niet zo dat ik de meest sportieve ben, maar Yves compenseert dat. Ik wandel wel heel veel. Alleen. Als ik de hele dag gewerkt heb, kan ik daar ‘s avonds echt van genieten.”