IJzeren Brieks geven advies aan de jeugd: “Je moet blijven koersen, omdat je het graag doet”

Een aandachtig publiek tijdens de vragenronde. © Davy Coghe
Tom Vandenbussche

Yves Lampaert won in 2012 WestSprint en werd het jaar erna prof. Shari Bossuyt won in 2018 voor de vierde keer WestSprint en werd het jaar erna prof. Mauri Vansevenant won in 2019 WestSprint en werd het jaar erna prof. Anno 2021 zijn ze West-Vlaanderens beste wielrenners op de weg. Onze vijf eindlaureaten van het voorbije WestSprint-seizoen mochten hen dan ook uitgebreid om raad vragen.

Alec Segaert (18) stelt vragen aan …

© Davy Coghe

Yves Lampaert: “Hoe werk jij aan je aerodynamica?”

“Twee jaar geleden deed ik eens windtunneltesten in de thuisbasis van Specialized in Californië. Ik onderhoud via core stability ook mijn lenigheid en train geregeld op mijn tijdritfiets. Ik probeer een zo goed mogelijke positie te vinden, maar zoiets hangt af van je gestel en ik ben niet meteen in het voordeel om heel aerodynamisch op mijn tijdritfiets te zitten, zeker niet als je dat met iemand als Remco Evenepoel vergelijkt. Dus moet ik dat compenseren met heel veel power. Ja, ik verwacht dat ik op vlak van wattages bij de absolute top van België behoor.”

Yves Lampaert: “Ben je al bezig met het leven na de koers?”

“Ik heb er wel al eens over nagedacht, maar er nog maar weinig bij stilgestaan. De focus ligt nu op mijn profcarrière. Ik wil zeker tot mijn 36ste en hopelijk tot mijn 38ste koersen. Of ik daarna in de koers blijf? Vroeger dacht ik van niet, maar nu denk ik dat ploegleider misschien wel iets voor mij zou zijn.”

Shari Bossuyt: “Ben je al bezig met het leven na de koers?”

“Niet echt. Opties zijn er nog niet meteen. Ik zie wel wat er op mijn pad komt. In de koers blijven? Ja, dat zou ik graag willen. Maar of dat als verzorgster, ploegleidster of iets anders zal zijn, weet ik nog niet.”

Shari Bossuyt: “Wat zijn jouw ambities en dromen op de weg?”

“Wereldkampioene op de weg worden. Dan mag je een heel jaar in die regenboogtrui rijden. Er zullen dames zijn die zeggen dat ze Parijs-Roubaix of de Ronde van Vlaanderen willen winnen, maar voor mij steekt het WK erbovenuit.”

Mauri Vansevenant: “Ben je al bezig met het leven na de koers?”

“Eerlijk? Als ik geen wielrenner was geworden, zou ik niet weten wat ik nu had gedaan. In eerste instantie wil ik nu zolang mogelijk koersen. Ik zal de boerderij van mijn pa voortzetten, maar dat zal eerder als hobby zijn. Of ik mezelf in de koers zie blijven? Misschien. Wie weet ben ik het tegen dan al beu.”

Vito Braet (21) stelt vragen aan …

© Davy Coghe

Yves Lampaert: “Hoe heb jij je jaren bij Topsport Vlaanderen beleefd?”

“Als een heel goeie periode waarin ik me enorm geamuseerd heb. We werden goed begeleid inzake koers en ik heb er mezelf leren kennen en ontdekken. We hadden een heel toffe groep met veel West-Vlamingen. Ik had als belofte nog niet veel ervaring in buitenlandse wedstrijden opgedaan. Bij Topsport Vlaanderen lag ik dan ook gelukkig elke keer met een andere Vlaming op de kamer. Als ik toen meteen prof bij een grote ploeg was geworden en vaak met een buitenlander op de kamer had gelegen, zou ik dat niet zo geestig gevonden hebben. Ik kan Topsport Vlaanderen elke jonge wielrenner aanraden, zeker als je een klassiek type bent. Tim Declercq heeft zo ook zichzelf ontdekt en zal op die manier het maximum uit zijn carrière halen, want als neoprof mag je nog niet meteen op kop rijden voor iemand anders.”

Shari Bossuyt: “Wat zijn jouw grootste doelen voor de toekomst?”

“De Spelen in Parijs (2024, red.) voor de eerstkomende jaren. Ik hoop er de wegrit en de ploegkoers te betwisten. Met Lotte Kopecky? Daar lijkt het nu op, maar we hebben er nog niet over gepraat. Pas vanaf volgend jaar moeten er punten gesprokkeld worden.”

Mauri Vansevenant: “Als je volgend jaar één koers mag winnen, welke koers verkies je?”

“De Ronde van Lombardije, een monument en een koers die me normaal gezien zou moeten liggen. Italië is het land dat me qua hellingen het best ligt, omdat ze net iets steiler zijn dan in Frankrijk en Spanje. Het eten is er ook goed en de sfeer is er tof. Het zit soms in kleine dingen. Ik ga graag naar Italië.”

Laerke Expeels (15) stelt vragen aan …

© Davy Coghe

Yves Lampaert: “Hoeveel eet je tijdens een loodzware wedstrijd als Parijs-Roubaix?”

“Zoveel mogelijk. Zestig gram koolhydraten per uur, maar dat is niet evident en soms heb ik het gevoel dat mijn maag er niets meer bij kan hebben. Ik begin met rijsttaartjes, schakel daarna over naar repen en eindig met gels. Elk half uur eet ik iets en elk uur probeer ik een volledige bidon leeg te drinken. Eigenlijk zouden dat er zelfs twee moeten zijn, maar dat lukt niet bij mij. Soms moet je dus een afweging maken. Wil ik voldoende binnenkrijgen of wil ik last van de maag hebben?”

Shari Bossuyt: “Wat doe je het liefst na een zware wedstrijd of training?”

“In mijn zetel liggen. Of ik nu een goeie of slechte wedstrijd heb gereden, verandert daar niets aan. (grijnst) Maar voor de mensen rondom mij zal er in dat geval wel een verschil zijn.”

Mauri Vansevenant: “Wat eet je het liefst na een wedstrijd?”

“Na een eendagswedstrijd meestal iets meer dan tijdens een rittenkoers en sowieso niet te zwaar. Wat rijst of pasta, liefst niet te vettig. Na een zware wedstrijd heb ik daar geen behoefte aan. Je maag en darmen zien tijdens de koers al zoveel af. Te gezond eten, doe ik ook niet. Ook tijdens het seizoen durf ik frieten te eten. Eén keer per week moet kunnen. Voeding is voor mij persoonlijk iets waarin ik niet te extreem wil gaan, want we moeten onszelf al zoveel onthouden. Ik doe dat voor het mentale evenwicht. Ik woon nog bij mijn ouders en eet wat de pot schaft, dat is nog altijd het beste.”

Marith Vanhove (18) stelt vragen aan …

© Davy Coghe

Shari Bossuyt: “Hoe slaag je erin piste en weg steeds goed te combineren?”

“Door goeie afspraken met de weg- en pistecoaches te maken, in samenspraak met mijn persoonlijke trainer Erwin Borgonjon. En door het plezier erin te behouden. Als je dat niet hebt, is die combinatie onmogelijk. Ik vind dat je de weg nodig hebt om goed te zijn op de piste en de piste nodig hebt om goed te zijn op de weg.”

Shari Bossuyt: “Is gezond eten al een grote factor of moet je daar op dit moment in je carrière nog niet te veel mee bezig zijn?”

“Voor mij niet zozeer. Ik let er wel op, maar weeg mijn voeding niet af. Sinds een jaar of twee ben ik, vooral door mijn vriend Gerben Thijssen (prof bij Lotto-Soudal, red.), gezonder beginnen te eten. Hij is daar nog een stuk fanatieker in dan ik. Hoe? Vooral door meer groenten te eten. Dat ik sindsdien niet meer naar school ga, heeft mijn levensstijl en eetpatroon alleszins ook enorm veranderd.”

Shari Bossuyt: “Welk moment uit je carrière zou je graag nog eens over willen doen?”

“Moeilijke vraag. Als ik er toch eentje moet kiezen, neem ik het recente EK op de piste, waar ik zilver in de puntenkoers behaalde. Ik zou mijn koers anders aanpakken, maar het is niet dat ik spijt heb van hoe ik het daar gedaan heb.”

Viggo Van Neste (16) stelt vragen aan …

© Davy Coghe

Yves Lampaert: “Welk advies zou je mij, als je nu terugkijkt op je jeugd, geven om ook zover te geraken?”

“Zoek vooral goeie trainingmakkers en behoud het plezier in het fietsen. Als prof komt er sowieso een moment waarop je eens in een dipje verzeilt. Ik maakte het vorig seizoen mee toen ik mijn sleutelbeen brak. Als je op dat moment het plezier in het fietsen kan blijven zien, geraak je er wel uit. Zelf kan ik terugvallen op enkele heel goeie kameraden om mee te gaan trainen. Tim Declercq is dat al bijna mijn hele carrière, van toen ik belofte bij Soenens was, net zoals Bert Van Lerberghe en Stijn Steels.”

Mauri Vansevenant: “Welk advies zou je mij, als je nu terugkijkt op je jeugd, geven om ook zover te geraken?”

“Ik denk dat je best het plezier in het fietsen behoudt, de druk afhoudt en het fietsen tof blijft vinden. Prof worden, mag niet van moeten zijn. Je moet blijven koersen omdat je het graag doet. Bij mij was koersen als nieuweling een echte hobby. Mijn studies verdienden toen ook een goeie plaats, zelfs nog toen ik bij de beloften reed. Op die leeftijd is dat mentaal een voordeel. Het is gevaarlijk om al op jonge leeftijd alles op de koers te zetten, want dan heb je geen plan B.”