“Gianni is niet aan het einde van zijn Latijn. Er zit nog rek op”: vader Stefaan Vermeersch blikt vooruit op BK wielrennen en eventueel Tourdebuut

Gianni Vermeersch werd dit voorjaar, in dienst van Mathieu van der Poel, onder meer zesde in Parijs-Roubaix. Hij won ook Dwars door het Hageland. © Belga
Tom Vandenbussche

Gianni Vermeersch (31) uit Klerken rijdt zondag het BK op de weg in het Oost-Vlaamse Zottegem. De renner van Alpecin-Deceuninck verschijnt met een heel sterk team aan de start van de lastige titelstrijd. “Het zal allemaal wat moeten meezitten”, beseft vader Stefaan Vermeersch.

We zouden het haast vergeten, maar hoe jeugdig hij er ook uitziet, Gianni Vermeersch draait al langer dan een hele poos mee in het profpeloton. In mei 2011 stond hij als 18-jarige eerstejaarsbelofte van BKCP-Powerplus, de veldritploeg rond Niels Albert, aan de start van de Baloise Belgium Tour. Vorige week, dertien jaar na datum, nam Vermeersch deel aan zijn zesde Ronde van België. Ook al draait de Klerkenaar al een tijdje mee, toch duurde het tot 2019 vooraleer hij zijn eerste voorjaarsklassiekers afwerkte. “De tijd gaat snel. Heel snel zelfs”, grijnst papa Stefaan, die zelf een prima eliterenner zonder contract was.

“Gianni is begonnen als klein crossertje en misschien net daarom lijkt het alsof hij nog niet zolang prof is. Eigenlijk is het Michel Pollentier die altijd heeft gezegd dat Gianni een wegrenner is. Maar ik zei: ‘zwijg Michel, hij crost liever’. Het klopt echter wat Michel zei. Ik herinner me een bergrit in de Tour d’Alsace met finish op een berg waar Gianni lange tijd leek af te stevenen op ritwinst, maar toch werd hij nog ingehaald. Als ik daar nu aan terugdenk, moet ik vooral concluderen dat het bij Gianni niet van vandaag op morgen is gekomen.”

Uitstekend 2021

De voorbije vijf jaar liet Vermeersch geregeld mooie dingen zien. In 2021 kende hij een uitstekend voorjaar, bekroond met toptienplaatsen in de E3 Saxo Bank Classic, Gent-Wevelgem en Ronde van Vlaanderen. In 2022 werd hij derde in een etappe in de Vuelta en kroonde hij zich tot wereldkampioen gravel. In 2023 en 2024 was Vermeersch telkens een van de helpende motoren achter het succes van kopman Van der Poel in het voorjaar. Dit seizoen leverde dat de West-Vlaming zelfs een zesde plaats in Parijs-Roubaix op.

“Zijn knapste prestatie vond ik die week in 2021, waarin hij drie keer in de top tien van een voorjaarsklassieker eindigde”, benadrukt vader Stefaan. “Anderzijds, wat Gianni dit voorjaar in de Ronde en Roubaix deed, mag ook gezien worden. Twee keer was hij bepalend voor de zege van zijn kopman Mathieu van der Poel. In de Ronde hield hij Mads Pedersen binnen schot, in Roubaix deed hij nog meer berenwerk en kon hij zelf nog naar een dichte ereplaats rijden, terwijl hij de hele tijd de ambetanterik was geweest. Geen enkele andere renner ziet zoiets graag gebeuren, maar toch deed hij het.”

“Op het BK zal het allemaal wat moeten meezitten voor Gianni” – vader Stefaan Vermeersch

Sindsdien is het niet meer gestopt voor Vermeersch. Op 1 mei kroonde hij zich in Turnhout tot Belgisch gravelkampioen. Twee weken geleden zette hij Dwars door het Hageland op zijn naam. Hij trekt dan ook met open vizier naar het BK op de weg van dit weekend in Zottegem, waar Alpecin-Deceuninck met een sterke ploeg naartoe trekt. Stefaan: “Het BK is altijd een moeilijke koers om te winnen. Het is een wedstrijd op Belgisch niveau, maar er zitten in ons land heel wat toppers. Let ook op voor Lidl-Trek, want Jasper Stuyven en Thibau Nys zijn in uitstekende conditie.”

Kasseistroken

Met kasseistroken als de Paddestraat en de Lippenhovestraat wordt het een niet te onderschatten kampioenschap. “Het zal een heel open koers worden”, benadrukt Stefaan. “Het zal een pikant koersje worden. Pech kan een rol spelen. Het zal allemaal wat moeten meezitten. De ploeg zal sowieso proberen om Jasper Philipsen naar de finale te loodsen. Jasper heeft meer kans dan Gianni. Of het een sprint wordt? Vorig jaar lag alles in die grote ronde met de Kemmelberg in stukken en brokken. Wie had gedacht dat Remco Evenepoel toen op een vlakke weg zou wegrijden. Ook Wout van Aert zal zijn rol spelen. En de eerste warmte kan eveneens een factor zijn.”

Volgende week wacht meer dan waarschijnlijk ook het Tourdebuut van Vermeersch. “Er zijn negen renners die kans maken en er mogen er acht mee. Iedereen zegt dat Gianni zal mogen starten, maar ik durf het niet te zeggen. Haal maar eens één renner uit die preselectie die het niet waard is om mee te gaan. Ja, op basis van zijn prestaties zou Gianni het verdienen om te rijden.”

Gianni in 2008 als 15-jarige nieuweling met zijn vader Stefaan, die als eliterenner zonder contract maar liefst 220 overwinningen behaalde.
Gianni in 2008 als 15-jarige nieuweling met zijn vader Stefaan, die als eliterenner zonder contract maar liefst 220 overwinningen behaalde. © a-RN

Ook het verdere vervolg van 2024 ziet er interessant uit voor Vermeersch. Begin oktober wacht immers het WK gravel in Leuven. Vader Stefaan knikt. “Die gravelwedstrijden liggen hem gewoonweg. In Dwars door het Hageland hebben we dat nogmaals mogen vaststellen. Gianni vloog door elke bocht, waardoor de anderen telkens hun tenen moesten uitkuisen om in het wiel te blijven. Hij houdt van die discipline en het is altijd leuk om ergens naartoe te gaan waar je graag naartoe gaat.”

Wat de verdere toekomst brengt, weet Stefaan Vermeersch niet. “Gianni heeft een contract tot eind 2025. Het zou leuk zijn mocht hij nog eens voor twee of drie jaar kunnen bijtekenen. Zelf was ik 40 jaar toen ik stopte. Wie weet houdt Gianni het ook nog zolang vol. Het is pas drie, vier jaar dat hij een volwaardig wegprogramma afwerkt. Hij is nog niet op het einde van zijn Latijn en zal nog progressie boeken.”

Poggio van Koekelare

Zelf behaalde Stefaan tijdens zijn carrière 220 overwinningen. Dat aantal zal zijn zoon niet halen. “Maar eigenlijk stellen mijn zeges niet veel voor in vergelijking met wat Gianni en die andere profs presteren. Twee weken geleden heb ik samen met Adrie van der Poel deelgenomen aan Milaan-Sanremo voor wielertoeristen: 312 km. Ik kan je verzekeren, na 306 km is de Poggio di Sanremo net iets lastiger dan de Poggio van Koekelare. Het vat was volledig af. Toen Gianni en Mathieu onze klimsnelheden hoorden, hebben ze eens goed gelachen.”