Op één raakte hij nog niet, op twee en drie wel. Na de tweede plek in Harelbeke werd Bengt Van Parys (17) in eigen Beernem derde. De eerstejaarsjunior vindt het niveauverschil tussen kermiskoersen en UCI-wedstrijden heel groot.
Bij de overstap van de nieuwelingen naar de junioren ruilde Bengt Van Parys z’n moederclub KVC Meetjesland voor Cycling Team Van Mossel uit het Antwerpse Heist. “Ik heb negen jaar bij Meetjesland gereden”, vertelt Van Parys. “Ik was op zoek naar een ander team. De ploegleiding van Heist zocht op een bepaald moment zelf contact met mij. Vandaar die transfer.”
Waardoor Van Parys dit seizoen al heel wat UCI-wedstrijden kon rijden. “Tot nog toe haalde ik enkel in Gent-Wevelgem de finish”, zucht hij. “De Guido Reybrouck Classic in Damme is een wedstrijd die me een beetje zou moeten liggen. Door rugpijn kon ik mijn kansen niet naar behoren verdedigen. In de Ster van Zuid-Limburg reed ik op twee ritten drie keer lek. Dat was pech. Het niveau in die UCI-wedstrijden is superhoog. Veel hoger dan in kermiskoersen.”
Naar Italië
Bengt Van Parys vroeg de ploegleiding van Van Mossel Heist om hem na de examens even niet te selecteren voor grotere wedstrijden. “Vooral om mij deze maand te kunnen amuseren in het regionale circuit”, verduidelijkt hij. “Komende zaterdag rijd ik nog een kermiskoers. Daarna trek ik tien dagen naar Italië om te trainen. In augustus doe ik opnieuw enkele UCI-koersen. Zoals onder meer La Route des Géants in Ieper.”
Uiteraard zou de eerstejaarsjunior dit seizoen graag eens de handen in de lucht gooien. “Voor eigen volk twee weken geleden zat dat er misschien wel in”, beweert Van Parys. “We raakten al snel met circa vijftien renners voorop. In de finale sloegen twee renners een gaatje. De Australiër (Finlay Mcrobbie, red.) die het haalde is een sterke kerel, want tot nog toe won hij in België bijna elke koers waar hij aan de start kwam.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
