Japanners worden sterker op West-Vlaamse wegen

De Japanse renners zijn ondertussen opnieuw naar hun thuisland vertrokken. © JV
Redactie KW

Tussen 1 en 23 augustus verbleven zeven Japanse juniores in de jeugdherberg Groeninghe in Kortrijk om te proeven van het Vlaamse wielergebeuren. De Japan High School Selection is een initiatief van de bondsvoorzitter van de Japanse wielerfederatie Yoneharu Sakaida. Hiervoor krijgt hij de steun van wielrenner Yu Takenouchi, ploegleider Ranjit Laevens, verzorger Yves Deprez, leraar Takayuki Sato en mecanicien Stefaan Dendauw.

“Zeven jaar geleden kwam ik voor het eerst naar België”, vertelt Yu Takenouchi. “Ik was toen zelf belofte en moest hier enkele Worldcupwedstrijden afwerken. Ik mocht verblijven bij Ranjit Laevens in Zwevegem. Ik ondervond dat het niet enkel in de winter belangrijk was om in België te verblijven. De wegwedstrijden in de zomer vormden een belangrijk instrument in de aanloop naar het crossseizoen. Dus besloot ik om ook in de zomer naar België af te zakken.”

“In Japan is het enkel mogelijk om bergop wedstrijden te betwisten” – Yu Takenouchi

“Ik herinner me de eerste keer dat Yu kwam nog goed”, vertelt Ranjit Laevens, die destijds begon als mecanicien bij KSV Deerlijk bij de nieuwelingen en daarna ploegleider werd. “Normaal ging Yu samen met twee andere renners bij mij logeren. Ik ging naar de luchthaven in Brussel en daar stonden plots vijf renners”, lacht Laevens. “Ik was maar met één auto gekomen, maar het is gelukt om iedereen met zijn spullen mee te nemen.” Yu vervolgt: “In totaal verblijf ik zo’n drietal maanden in België. Ik heb nog bij twee Belgische continentale ploegen gereden: het vroegere Colba, dat nu Tarteletto-Isorex heet, en Veranclassic. Als ik in Japan ben, werk ik soms ook mountainbikewedstrijden af. In mijn thuisland staat het wielrennen echter op een laag pitje in vergelijking met België. Dat is de reden achter de Japan High School Selection. Het woord selection betekent niet dat we renners selecteren, maar dat we renners de mogelijkheid geven om te koersen in België. Wie wil, mag komen. Natuurlijk kunnen we bijvoorbeeld niet met dertig renners naar hier afzakken. Het is dus wel ergens beperkt. Daarnaast is het in Japan enkel mogelijk om bergop wedstrijden te betwisten. In België is het gevarieerder. Er zijn ook vlakke wedstrijden. De bondsvoorzitter vroeg mij deze winter of het mogelijk was om enkele renners naar België te laten komen. Ik vroeg advies aan Ranjit wat er mogelijk was. En zo is het van het een het ander gekomen. Afgelopen winter kwam veldrijder Kotaro, de Japanse kampioen cyclocross en mountainbike bij de juniores, al eens over uit Japan voor een tweetal weken.”

“Er komt heel wat bij kijken”, vult Ranjit Laevens aan. “Je moet ervoor zorgen dat de renners ergens kunnen slapen, het wedstrijdprogramma opstellen en de administratie errond regelen, een bestelwagen huren en ga zo maar door. De financiering gebeurt grotendeels door de renners zelf. Daarnaast zijn er enkele Japanse sponsors.”

Medelijden

“Je hebt er eigenlijk wat medelijden mee. Ze moeten hun plan trekken in een vreemd land”, vertelt verzorger Yves Deprez, die ondertussen twintig jaar in het wielerwereldje zit. Ranjit: “Alles wat wij doen, is puur vrijwillig. Maar het plezier dat we beleven en de dankbaarheid die we terugkrijgen, bieden een meerwaarde aan ons leven. Anders zouden we het niet doen. Het plezier komt op de eerste plaats. Er moet ambiance zijn voor en na de koers. Zowel bij goede als slechte prestaties. Het kan wel eens gebeuren dat een Japanse renner bij een mindere wedstrijd zich meermaals excuseert terwijl dat niet nodig is. Wielrennen is nu eenmaal een leerproces.”

“De dankbaarheid die we terugkrijgen, biedt een meerwaarde aan ons leven” – Ranjit Laevens

“In Japan geldt er meer discipline dan in België”, pikt Yves in. “Voor de interclub in Kampenhout stonden de renners stipt klaar om te vertrekken, terwijl ze hun gerief al in de bestelwagen hadden gezet. De Belgen zijn wat lakser. Er is meer vrijheid hier.”

“Het doel is om elke renner beter te maken”, gaat Ranjit verder. “Dat is een gezonde ambitie. Kijk naar Harm Vanhoucke. Ik had die jongen onder mij bij de nieuwelingen van KSV Deerlijk. Ondertussen is hij prof bij Lotto-Soudal. Zalig om te zien. Gisteren (donderdag, red.) zijn de zeven Japanse juniores terug huiswaarts gekeerd. We kunnen spreken van een goed begin. We werkten een gevarieerd wedstrijdprogramma af. We begonnen in Kruishoutem, waar iedereen kon uitrijden. Daarna volgde de interclub in het Brabantse Kampenhout. Vorig weekend stonden we aan de start in de interclub van Ingelmunster, waar we als tiende eindigden in het ploegenklassement. De eerste renner van ons eindigde op de 34ste plaats. De dag erna tekenden we present in Spiere-Helkijn, waar er dertig renners deelnamen.”

Ervaring

“Je ziet dus dat de aanwezigheid van de zeven Japanners een toegevoegde waarde is voor de betrokken organisaties. Afgelopen dinsdag en woensdag trokken we naar Langemark-Madonna en naar Erpe-Mere. De toekomst ziet er goed uit. De bondsvoorzitter wil het verderzetten. Het is goed om ook de renners onder de top in Japan een kans te geven om hier te koersen. Anders komt enkel het Japanse nationale team eens naar België. Misschien is het een idee om later al Japanners vanaf maart te laten overkomen. Zo kunnen ze de voorjaarsklassiekers meemaken. Maar natuurlijk is dat onder voorbehoud. Het zou wel goed zijn voor hun ontwikkeling als renner. Zoals nu zien we dat elke renner koers na koers vooruitgang boekt. Hun ervaringen in ons landje zullen ze hun hele leven meedragen”, sluit ploegleider Ranjit Laevens af.

(JV)