Broers Van den Meerssche voor eigen volk in de Poelbergcross
De broers Lomme (13-jarige aspirant) en Warre Van den Meerssche (eerstejaarsnieuweling) crossen komend weekend op eigen bodem. Ze rijden respectievelijk zaterdag en zondag de Poelbergcross in Tielt, een cross die mede georganiseerd wordt door hun vader Mark. De broers zijn uiteraard van plan er hun beste beentje voor te zetten.
Zijn jullie tevreden over de crossen die jullie al gereden hebben dit seizoen?
Lomme: “Ik vind dat het goed gaat, het is een stuk beter dan vorig jaar. Toen had ik geregeld wat last van m’n ademhaling en mijn rug, maar dat is nu van de baan. Mijn eerste cross van dit seizoen, in Diksmuide, viel een klein beetje tegen. Toch werd ik nog zevende. In Zingem, het weekend erna, eindigde ik als negende in een sterk bezette wedstrijd. Roeselare was tot nu toe mijn beste resultaat. Daar werd ik derde. Afgelopen weekend was het ook goed, met een zesde stek in Beernem.”
“Als ik echt moet kiezen, dan steekt de cross er toch wel bovenuit”
Warre: “Ook ik ben best tevreden. Ik heb nu de overstap gemaakt naar de nieuwelingen en ik denk dat ik die wel redelijk goed verteerd heb. Ook de hoger aangeschreven A-crossen vielen goed mee. Ik blijf echter wel een van de kleinsten van het pak, maar toch blijf ik elke keer knokken voor m’n plaats. Mijn eerste A-cross van het seizoen was Geraardsbergen, daar werd ik zesde bij de eerstejaarsnieuwelingen. Dat was echt een opsteker. Daarna kwam de Berencross in Meulebeke, daar reed ik ook goed. De tegenstand was niet min, maar dat hoort er natuurlijk bij. Twee weken geleden was er dan Roeselare-Schiervelde. Ik had achteraan moeten starten, maar ben gegroeid in de wedstrijd en ik heb nog tot een zesde plaats kunnen opschuiven. Zondag heb ik ten slotte de Superprestigecross in Ruddervoorde gereden, waar natuurlijk opnieuw een heel mooi deelnemersveld aan de start kwam. Ik ben er nooit echt in mijn ritme gekomen, maar heb toch afgesloten met een verdienstelijke 19de plaats.”
Komend weekend staan jullie waarschijnlijk aan de start van een heel bijzondere wedstrijd voor jullie?
Lomme: “Inderdaad, we rijden de Poelbergcross voor eigen volk in Tielt. Papa zit in de organisatie en we weten dat er veel supporters zullen zijn. Dat maakt het natuurlijk nog wat specialer. Het parcours ligt me wel, denk ik, de afdaling zal alvast technisch zijn. Ik cross op zaterdag bij de dertienjarige aspiranten en hoop een podiumplaats te kunnen behalen. Volgens mij moet dat wel mogelijk zijn.”
Warre: “Ook ik kijk er heel erg naar uit, voor mij is het zondag te doen. Ik zal nog eens extra m’n best doen om me te tonen voor alle plaatselijke fans die er zullen zijn. Het zal wellicht een lastig parcours zijn, maar dat schrikt me niet af. We rijden iedere ronde de Poelberg naar boven om dan via het veld af te dalen. Ik ben eerder een klimmerstype, dus dat mag eigenlijk geen groot probleem zijn voor mij. Een toptienplaats bij de eerstejaarsnieuwelingen behalen zou mooi zijn.”
Zijn jullie allebei op hetzelfde moment beginnen koersen?
Lomme: “Neen, ik was de eerste. Ik ben beginnen crossen bij de nevenbonden toen ik vier jaar was. Papa deed zelf cyclocross en ik wilde dat ook eens proberen. Ik vond het zo leuk dat ik tot op vandaag nog altijd met evenveel plezier rond rijd. Papa heeft nu wel z’n handen vol met ons beiden, dus hij heeft zelf bijna geen tijd meer om te crossen.”
“Vorig jaar had ik last van mijn ademhaling en rug, dat is nu van de baan”
Warre: “Ik ben pas een jaar later begonnen met wielrennen. Aangezien ik twee jaar ouder ben dan Lomme, moet ik een jaar of zeven geweest zijn toen ik m’n eerste stappen in het veld zetten.”
Jullie hoofdactiviteit is veldrijden, maar koersen jullie ook af en toe op de weg?
Warre: “Ja, hoor, in de zomer koersen we ook wel op de weg. Enerzijds als voorbereiding op het komende veldritseizoen, maar anderzijds ook omdat we het gewoon graag doen. We durven daarnaast ook wel eens een mountainbikewedstrijd rijden. Als ik echt zou moeten kiezen, dan steekt de cross er toch wel bovenuit.
Lomme: “Dat kan ik alleen maar bevestigen, ook ik vind cyclocross veruit het leukste.”
Zijn jullie hetzelfde type renner of verschillen jullie op bepaalde vlakken?
Lomme: “Ik ben iets gespierder gebouwd dan Warre. Daardoor heb ik bijvoorbeeld nog een goede sprint in de benen.”
Warre: “Ik daarentegen heb eerder de lichaamsbouw van een klimmer. Soms ben ik ook wel iets technischer dan mijn broer.”
De twee broers rijden allebei voor het Tomabel-Inofec Cycling Team, waarvan hun vader voorzitter is. Het mag dus weinig twijfel lijden dat zij ook volgend jaar opnieuw deze kleuren zullen verdedigen. We wensen hen komend weekend alvast alle succes toe.
(Robin Rosseeuw)
Aspiranten
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier