Coach Vanmedegael met Knack Roeselare op jacht naar vierde opeenvolgende titel: “Ik vertrek niet voor we dat record hebben”

Coach Steven Vanmedegael is een man op een missie: “Knack moet de beste volleybalploeg van het land ooit worden.” (foto Belga) © KURT DESPLENTER BELGA
John Taillieu
John Taillieu Medewerker KW

Dinsdag zette Knack voor de Supercup alvast Decospan Menen weg (3-1), zondag opent de competitie alweer met dezelfde West-Vlaamse derby. En hervat Knack (14 titels) zijn verwoede achtervolging op recordkampioen Maaseik (16 titels). Steven Vanmedegael heeft een missie. De coach van Knack over zijn persoonlijke recordjacht, zijn nieuwe kern, de gebrekkige voorbereiding en het lamentabele competitieformat.

De drie opeenvolgende titels smaken naar meer. Roeselare heeft er nu 14 op het palmares, Maaseik blijft koploper met 16. Lang zal dat niet meer duren als het van Vanmedegael afhangt.

“Ik ben daar echt mee bezig. Mijn eerste doel is om er voorbij te gaan, daarvoor zal ik de club niet verlaten. Ik wil van de club de beste club van het land maken. In mijn eerste jaar hadden we altijd kampioen moeten spelen, we waren beter dat jaar. En in het stopgezette jaar door de pandemie hadden we ook altijd moeten winnen, dan stonden we er al bij. Mijn tweede doel is om Emile Rousseaux voorbij te steken. Hij werd vijf jaar op rij kampioen, ik wil er daar zes van maken. Zo’n zaken houden me scherp, ik wil alles winnen. Ik bereid een match tegen Waremme exact hetzelfde voor als een Europese wedstrijd.”

“Het is daarbij gemakkelijker om de oudere generatie te motiveren dan de nieuwe generatie, die nog niks bewezen heeft. Mannen als D’Hulst en Verhanneman draaien vanaf het eerste fluitsignaal de knop om en willen knallen. Er zijn wedstrijden die wij afwerken aan 85 of 90% om dan in money time bij te schakelen. Ervaren spelers hebben die innerlijke dosering om dan op cruciale ballen toe te slaan.”

Kern en voorbereiding

Een absoluut topseizoen was het, de dubbel in eigen land en ei zo na de kers op de taart met de verloren finale van de CEV-cup. De keerzijde van dat succes is dat toppers zoals Kukartsev, Tammearu en Fasteland andere oorden opzochten. Steven Vanmedegael: “Wij leiden nu eenmaal spelers op die vervolgens de sprong kunnen maken naar een betere ploeg of een betere competitie met meer financiële mogelijkheden. Als club moeten we daar genoegen mee nemen. Bij ons is het belangrijk dat het financiële plaatje klopt.”

Op inkomend vlak kiest Knack opnieuw voor jonge talenten. Zo wordt er veel verwacht van de 23-jarige Mexicaanse hoofdaanvaller Diego Gonzalez Castaneda. “Ik ben heel tevreden met wat binnen ons budget gehaald werd. Er kruipt veel tijd en energie in jonge spelers die zich moeten aanpassen op fysiek vlak en aan een andere mindset: verliezen is dramatisch. Rijkere clubs halen enkel gevormde spelers waar je ze enkel moet managen, hier wordt veel meer ingezet in het opleiden.”

“Een BeNe-liga? De beste club van Nederland maakt geen enkele kans om hier kampioen te spelen”

De ruggengraat van het elftal, met kleppers als D’Hulst, Coolman en Verhanneman, wordt weer een jaartje ouder. Dat hoeft volgens de coach niet voor problemen te zorgen. “We zijn nog steeds een team dat goed in balans is. We gaan wel slimmer moeten omgaan met het totaal aantal speelminuten en het volume van de trainingstijd. Maar elke speler verteert dat anders. Pieter Coolman bijvoorbeeld verteert een rustdag net slechter dan wanneer hij getraind heeft, bij Matthijs Verhanneman kunnen we zijn trainingssessies wat inkorten.”

Het olympische kwalificatietornooi gooide heel wat roet in de voorbereiding op het nieuwe seizoen. Knack vaardigde vier spelers af, die pas op dinsdag weer in het land waren. Geen ideale omstandigheden om het seizoen aan te vatten. “Het zou frustrerend geweest zijn indien ze niet aan spelen toekwamen, maar ze hebben allen een grote inbreng gehad. We moeten enkel afwachten hoe vermoeid ze zijn en we gaan de terugkeer heel gematigd laten verlopen. De automatismen zijn er nog niet ingeslopen. In onze eigen competitie kun je je wel eens een foutje permitteren tegen een mindere ploeg, maar in de Champions League is dat dodelijk. Vanaf volgende week beginnen we te bouwen met de volledige ploeg richting november, met de belangrijke Champions League-ontmoetingen.”

Competitieformat

Niemand lijkt te twijfelen dat we op het einde van de rit opnieuw een finale krijgen tussen eeuwige rivalen Roeselare en Maaseik. Vanmedegael zou het format echter helemaal wijzigen. “Zoals het systeem nu in elkaar zit, heeft het absoluut geen zin. Vorig jaar hadden we een heel grote voorsprong in de competitie en daarna ook in de play-offs. Maar stel je voor dat je dan uiteindelijk toch geen kampioen wordt… Ik zou elke ploeg twee keer heen en terug laten spelen, zo krijg je meer wedstrijden met inzet. De twee beste ploegen spelen dan daarna voor de titel. De top twee behaalt sowieso een ticket voor de Champions League. Zo zit je safe en heb je enkel nog de kers op de taart: wie wordt kampioen? Ik heb de Liga al een aantal keer het voorstel gedaan maar de kleine clubs zouden dan te weinig kans maken. Door ze zoveel herkansingen te geven, zouden ze nochtans een boost kunnen krijgen. Mocht ik nu coach zijn van een kleine ploeg, start ik het kampioenschap met acht spelers en gooi ik de eerste competitie in de vuilbak. In december heb je een nieuwe transferperiode en dan haal ik drie buitenlandse toppers, een contract voor vier maanden. De play-offs starten pas in februari, op zes à zeven weken kan je al meestrijden voor de titel. (denkt na) Sommigen denken te weinig na en zijn tevreden als ze zevende of achtste worden. Ik geloof ook niet dat een BeNe-liga een oplossing is. De Nederlandse competitie is niet sterk genoeg. Het aantal teams zou wel vergroten, maar het zal weinig kwaliteit bijbrengen. De beste Nederlandse club maakt geen enkele kans om hier kampioen te worden.”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier