Na vier speeldagen in eerste nationale minivoetbal is SK Roeselare-Daisel nog zonder zege, maar het verloor ook nog maar één keer. Coach Pascal Dermaux hoopt dat zijn troepen nog stappen kunnen maken.
Forza Dadizele speelt sinds dit seizoen onder de vleugels van SK Roeselare-Daisel. Het eerste team komt nu uit in eerste nationale. De club heeft nog een B- en C-team in derde en vierde nationale en ook een uitgebreide jeugdwerking. De stap naar eerste nationale kon gezet worden nadat het stamnummer en ook wat spelers werden overgenomen van Neerhof Kortrijk. “De sponsor ging naar Ardooie, maar wij konden met het stamnummer dus meteen de plaats in eerste klasse innemen”, zegt coach Pascal Dermaux (51). “Met Forza Dadizele hadden we de titel in vierde nationale veroverd, nu sloegen we dus enkele stappen over. Het is dus niet onlogisch dat we ook wat leergeld betalen. De eerste drie wedstrijden van het seizoen speelden we gelijk, daar zat zeker wat meer in. Daarna beginnen we ook een luik met moeilijke wedstrijden.”
Autonome werking
Vorige vrijdag werd SKRD met 11-5 verslagen in Deftinge. “Dat is al jaren een gevestigde naam. Samen met Erwetegem, Drongen en Oudenaarde. Je ziet, vooral Oost-Vlaamse ploegen. Dat is en blijft toch de bakermat van het minivoetbal. Met Kortemark zit er nog één West-Vlaams team in de hoogste klasse. Ardooie en Rollegem komen uit in tweede nationale.”
Als mini- voetballer moet je vooral ook weten wat je niet kan
Het minivoetbalteam vaart nu onder de vlag van SK Roeselare-Daisel. “Maar aan onze werking zelf is op zich niet veel veranderd. Wij hebben nog ons eigen bestuur, we werken dan ook volledig autonoom. We spelen onze thuiswedstrijden in de sporthal in de Nijverheidslaan in Dadizele. In onze beginjaren haalden we voor een topper wel tot 170 toeschouwers, na corona is dat wat moeilijker. Ook vorig seizoen waren we al actief in eerste nationale, maar door corona werd dat seizoen al snel afgebroken.”
Tweevoetige spelers
Pascal Dermaux, die vooral een carrière uitbouwde op het gras, speelde als 18-jarige nog minivoetbal op niveau in Kortrijk, in een team met onder meer Danny Mondy. “Ik kreeg mijn jeugdopleiding in Harelbeke en deels ook in Club Brugge. Mijn mooiste jaren beleefde ik bij SK Ronse. Zeven topseizoenen met wel tot 1.500 toeschouwers per match. Ronse had toen maar liefst zeven supportersclubs, het was daar iedere week feest.” Daarna maakte hij nog omzwervingen die hem onder meer via Handzame, Wingene en Jong Male leidden.
Pasal heeft wel een duidelijk zicht op wat een goede minivoetballer moet kunnen. “Je moet weten wat je kan, maar vooral ook wat je niet kan. En in functie daarvan spelen. Een aanvallende speler moet uiteraard een man voorbij kunnen en liefst ook kunnen trappen en scoren met links én rechts. En met kwaliteiten alleen geraak je er ook niet, je moet ook wat verstand hebben”, knipoogt de Izegemnaar.
Het team heeft best wel wat ambitie. “Op termijn hopen we de play-offs met de beste vier teams te halen. Maar dan moet het een seizoen allemaal meezitten. Je moet je bij dat kransje van topteams zien te scharen en dat is niet evident.”
Vrijdag 15 oktober om 21 uur: SK Roeslare-Daisel MVC Ronse B (Beker van België).
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier