Ruud Vormer praat voor het eerst openlijk over zijn pijnlijk vertrek bij Club Brugge: “Het voelde als pestgedrag, ja”

Ruud Vormer: “Er zitten spelers bij Club die veel meer verdienen dan ik.” © Kris Van Exel
Frank Buyse
Frank Buyse Senior writer

Op zijn presentatie bij Zulte Waregem ontweek Ruud Vormer nog zoveel mogelijk vragen over Club Brugge. “Ik speel nu bij Essevee”, luidde het. In zijn eerste persoonlijk gesprek doet hij dat niet. De captain wil evenwel niet afrekenen, hij koestert liever de mooie herinneringen. Maar: “Ik zou Club nu nóg kunnen helpen.” Nu wil hij in de laatste vier matchen Essevee helpen. En redden.

Ter inleiding. De Nederlandse Ruud Vormer (34) speelde tussen 2014 en 2022 356 wedstrijden voor Club Brugge en won met blauw-zwart vijf landstitels, één beker en één Gouden Schoen. Sinds begin januari speelt de middenvelder voor Zulte Waregem – een verbintenis van 2,5 jaar, naar verluidt betaalt Essevee nog een kwart, zo’n 200.000 euro, van zijn aflopend contract bij Club. Dan kreeg Ruudje van de supporters van Club half januari wel een passend heroïsch afscheid, de kapitein, leider, heerser en legende werd in zijn laatste zeven blauw-zwarte maanden wel bruut aan de kant geschoven.

Zijn entree bij Essevee was meteen raak: luide leider in de kleedkamer, aanjager op het veld. Vormer en luitenant Christian Brüls zouden de redders van Essevee worden. “De chilipeper die mijn ploeg nodig had”, omschreef coach Mbaye Leye het. Maar op 12 februari sloeg tegen Oostende het noodlot toe: een sleutelbeenbreuk in de eerste minuut, na een idioot duel. “Ik voelde meteen een bult, zo kon ik meteen naar het ziekenhuis waar mijn vrouw werkt.”

Dinsdag, goed twee maanden na zijn transfer naar Essevee, praatte Vormer voor het eerst one on one met een journalist. In duidelijke taal over Essevee. En nog steeds met veel liefde voor blauw-zwart, ‘s avonds in Lissabon weer op de pijnbank. Maar nog steeds met ingehouden frustraties ook. Maar zó eerlijk…

Eerst: hoe gaat het drie weken na de operatie?

“Beter dan verwacht. Ik mik op 31 maart, Antwerp thuis. En dan volgen nog Charleroi, Eupen en Cercle Brugge.”

Komt Vormer Essevee alsnog redden in die laatste vier matchen?

“Het wordt moeilijk maar we blijven er allemaal in geloven, toch? Als we dan nog een punt of drie achterstaan, moet het lukken. Natuurlijk!”

Dan moeten die almaar terugkerende domme individuele fouten eruit. OHL was een dieptepunt.

“Het eerste half uur voetbalden we weer best goed, maar als we 1-0 achter komen, gaan de kopjes naar beneden. Dát moet eruit.”

Ruud Vormer in actie voor Zulte Waregem.
Ruud Vormer in actie voor Zulte Waregem. © BELGA

Geen Vormer meer op het veld die daarin voorop gaat. Wel nog in de kleedkamer?

“Dat probeer ik toch. Hen opfokken, dat ze goed kúnnen voetballen. Dat meen ik, hoor. Maar we moeten wel punten pakken. Ik probeer hier in elk geval zoveel mogelijk te zijn, al revalideer ik nog regelmatig in Westkapelle, bij Club. Leuk hoor, Club gaf daar probleemloos toestemming voor. Alleen loop ik er nu in andere kledij rond. (lacht) Dat is nog wat wennen.”

Spreek je ook daar nog iedereen moed in?

(lacht) “Neen, dat is niet meer voor mij.”

Zo meteen komen we toch bij Club, hoor. Hoeveel kans dat Essevee zich nog redt, de laatste vier matchen alsnog met Vormer?

“35, 40 procent? We moeten vier punten inhalen en hebben nog een best pittig programma. Als Eupen dit weekend wint tegen Oostende en wij verliezen van Gent scheelt het al zes punten. Maar we moeten vooral naar onszelf kijken en geloven dat we kunnen winnen van Gent. Zoals we op Anderlecht wonnen. Ik hoop hartstikke dat deze mooie club met fijne mensen zich redt. Ik vergelijk Zulte Waregem graag met Roda JC, even leuk. En een andere druk dan bij Club toch. Daar lopen ze momenteel heel anders rond, hoor. Echt man, ik heb nog geen seconde spijt gehad dat ik hier heb getekend. Ik heb er weer plezier in. Vooral in vergelijking met die laatste zeven maanden bij Club, waar ik er maar een beetje bijliep.”

En thuis was je dan niet te genieten, liet Roos weten.

“Dié is weer blij met een vrolijke man in huis! (lacht) Maar dat ik zo lastig liep, was toch normaal? Als er op training elf tegen elf werd gespeeld, moest ik rondjes lopen! Al ben ik nu blij dat ik het heel netjes en heel braaf heb gedaan, want ik ben wel fit gebleven.” (grijnst)

Het afscheid van de supporters was pakkend, de knuffels van Mannaert en Verhaeghe schijnheilig.

(haalt schouders op) “Het was voor de supporters. Ik ben hen heel dankbaar voor dat afscheid.”

Ruud Vormer bij zijn afscheid van Club Brugge.
Ruud Vormer bij zijn afscheid van Club Brugge. © BELGA

Hoe kijk je vanavond (dinsdag, red.) naar Benfica-Club?

“Gewoon, lekker op mijn bankie. En realistisch. Als Club-supporter, dat ook. Dat blijf ik sowieso de rest van mijn leven, hoor. Voor de jongens hoop ik echt wel dat ze winnen. Maar als ze eruit gaan, lig ik er niet meer wakker van zoals vroeger het geval was.”

Je revalideert in Westkapelle. Weet je wat er daar de afgelopen twee maanden fout gelopen is?

“Ja.”

De spelers raakten door de vele wissels alle vertrouwen in Scott Parker kwijt, niet?

“Ik praat met die gasten nauwelijks over de coach. Of de coach eruit moet of niet, maakt mij niet uit. Ik praat liever over hoe ze voetballen.”

Toen het in november slecht begon te gaan, zei Jan Boskamp onomwonden dat ze Vormer missen. En gisteren las ik nog een opinie waarin stond: ‘met het lozen van Vormer is Club zijn DNA kwijt’.

(enthousiast) “In De Morgen, hé? Ik kreeg het toegestuurd. Heel mooi stuk. Natuurlijk geeft dat een goed gevoel. Ik moet zeggen dat ik Club ook nu nog zou kunnen helpen. Maar het is een beetje fout gelopen… En nee, het lag niet aan Carl Hoefkens, met wie ik nog veel contact heb. Maar een echte uitleg heb ik nooit gekregen. Echt waar. Het ging ook niet om geld of zo, ze hebben geld zat. Er zitten spelers die veel meer verdienen dan ik.”

Zo’n momenten dat je niet mocht meetrainen, dat leek wel pestgedrag.

(aarzelend) “Zo voelde het wel aan, ja. Maar laat maar, het blijft allemaal heel gevoelig. En ik wil ook benadrukken dat Bart en Vincent mij ook heel veel hebben gegeven. Dat onthoud ik liever.”

Ze wilden je vorige zomer niet verhuren aan een andere Belgische eersteklasser én zelf wilde je niet naar de woestijn. Roos was nochtans mee geweest, zo liet ze al noteren.

“Dat klopt. Maar ik wilde het mooie leven dat we hebben in Knokke – kinderen hier op school, het werk van Roosje, lekker aan zee – niet opgeven voor wat centen meer in Engeland of Dubai.”

© Kris Van Exel

Eén is genoeg, je kan niet met drie Ferrari’s tegelijk rijden.

“Dat klopt. (lacht) En de zaken (immobiliën, red.) lopen hier ook goed.” (knipoogt)

Ik kan mij de Vormertjes moeilijk voorstellen als een Essevee-familie. Vooral je zoontje Valente had het blijkbaar moeilijk met je vertrek bij Club.

“Hij baalde heel erg. Hij zei zelfs: blijf toch lekker zitten! (schatert) Maar ik zei: papa wil nog lekker voetballen. Maar het is sindsdien al verbeterd.”

Als Essevee zakt, ga je niet mee naar 1B. Maar je wil wel nog twee jaar ‘lekker ballen’.

“Zo te horen vind ik wel een club in 1A. Maar dat houdt mij echt nog niet bezig, ik focus mij liever op de redding.”

Als Essevee zich redt, word je hier dus oud. Al zal je een pak minder verdienen dan in je eerste half seizoen.

“Dat vind ik niet erg. Ik zou het een mooie afsluiter van mijn carrière vinden. Zo’n afscheid van Club hoort bij de voetballerij, ik onthoud liever al die mooie momenten in die acht jaar: de eerste titel op Anderlecht, de matchen tegen Real Madrid en Monaco, de Gouden Schoen…”

Dacht je ook zo toen je in september thuis keek naar Porto-Club (0-4)?

“Noa Lang en Clinton Mata (allebei toen geblesseerd, red.) zijn bij mij thuis komen kijken. We waren alle drie superblij voor Club. Ik misgun die jongens niéts. Natuurlijk. Ik zat bij die 3-0 in Oostende ook niet te juichen hoor. Zo werkt het leven toch niet? En als ik kan, ga ik ook supporteren – ik heb nog steeds mijn seizoenabonnement. (schatert) En achteraf ga ik wel eens het spelershome binnen.”

Ruud Vormer: “Noa, Brandon, Clinton, Simon, Matsi… Ik spreek ze nog elke dag.”
Ruud Vormer: “Noa, Brandon, Clinton, Simon, Matsi… Ik spreek ze nog elke dag.” © Kris Van Exel

Supporteren de spelers van Club nu ook voor Zulte Waregem?

“Ik krijg toch veel berichtjes, hoor. Noa, Brandon, Clinton, Simon, Matsi… ik spreek ze elke dag.”

Na die twee jaar ben je 37 jaar en een gevestigde Knokkenaar. Wat daarna?

“Ik word geen trainer, denk ik. Maar, echt, ik ben daar nog helemaal niet mee bezig. Eerst nog twee jaar lekker voetballen. Al bij de eerste wedstrijden met Waregem bleek toch dat ik nog meekan? Door de ervaring wordt alles zelfs makkelijker.”