KVO gaat al bij al opgelucht interlandbreak tegemoet: “Meer strijdkracht nodig en meer body gebruiken”
Oef. Bij KV Oostende slaakte iedereen een zucht van verlichting na het gelijkspel tegen Cercle. Zo blijft er een veilige kloof behouden met de degradatiestreep. Toch mogen er gerust wat vraagtekens geplaatst worden. Biedt de interlandbreak de nodige inzichten?
Max D’Arpino moet nog even revalideren – zijn terugkeer zal ergens in december zijn –, en met Kenny Rocha Santos (met Kaapverdië tegen Bahrein) en Fanos Katelaris (met Cyprus tegen Griekenland en Kosovo) zijn er twee spelers met interlandverplichtingen. Met andere woorden: de al bij al rustige trainingsweek en oefenmatch tegen Valenciennes werd met een nagenoeg volledige kern afgewerkt. Dat is goed, want trainer Yves Vanderhaeghe wil met de meeste spelers nog een hartig woordje praten. Tegen Cercle Brugge schoot KVO goed uit de startblokken, maar na zo’n tien minuten viel het kaartenhuisje wat ineen. “Onze eerste helft was qua duelkracht ondermaats. En da’s niet de eerste keer”, haalt de coach aan. “We verloren elk duel, onze spitsen speelden niets klaar en hun aanvallers waren alomtegenwoordig. We moeten echt meer body gaan gebruiken.”
Duelkracht
Het klopt wat de trainer zegt. Fraser Hornby bijvoorbeeld, tegen Leuven en Standard nog goed acterend, zeeg neer bij het minste contact. Ook spelmaker en man in vorm Nick Bätzner maakte meer contact met de grasmat dan met de bal, Sieben Dewaele liet zijn minste prestatie tot dusver noteren. En dan waren er nog de vele gele kaarten, waaronder de vierde al voor Rocha.
“Met Cameron McGeehan en Mohamed Berte kwam er meer strijd tussen de lijnen. Dat hebben we echt wel nodig”, schudt Vanderhaeghe de groep wakker. Het was ook iets dat kapitein Anton Tanghe opmerkte. “We kwamen in de eerste helft een stap te laat, ook de tweede ballen verloren we. We wisten nochtans dat de match tegen Cercle Brugge op duelkracht ging aankomen en toch hebben we ons laten vangen. Cam bracht meer powerplay, Berte en Atanga zorgden voor snelheid.”
Na de interlandbreak moeten we scoren én verdedigen als een zot
Mohamed Berte
Vanderhaeghe zal meer dan waarschijnlijk een basisplaats overwegen voor McGeehan – eindelijk weer volledig fit – en Berte. Het zijn ook profielen die ietwat verschillen van de resem middenvelders die KVO nu al ter beschikking heeft. De technische staf is overigens heel positief over Berte. Ondanks z’n jonge leeftijd (20) en beperkte gestalte (1,75 meter) is hij moeilijk van de bal te zetten. Getuige een stevige, maar tevergeefse charge van Dino Hotic: Berte bleef gewoon rechtop en gáán. Zijn uitleenbeurt aan de Nederlandse partnerclub en tweedeklasser Den Bosch (18 matchen, twee goals en een assist) deed blijkbaar deugd.
In de spits lijkt zich een vraagstuk minder te stellen. Thierry Ambrose wist na negen matchen ein-de-lijk het doel te vinden, al had hij met een penalty in twee tijden – en een mooie assist/actie van Tatsuhiro Sakamoto – ook wat geluk nodig. Toegegeven: een spits die niet scoort, zou bij de absolute topclubs al afgebrand worden. Maar het is net dankzij die inzet dat Ambrose van zware kritiek werd gespaard. “Als aanvaller droom je van goals. In het begin van het seizoen speelde ik goed, maar zag ik die inzet niet beloond. Je begint je dan af te vragen wanneer dat doelpuntje zal vallen en je reageert ook anders. Sneller schieten, slechte keuzes maken. Nu krijg ik die ‘reward’ voor de inzet wél. Da’s belangrijk voor het vertrouwen. (knipoogt) Ik sliep alleszins goed.”
Rustige break
KVO trok finaal dus de achterstand tegen Cercle nog recht. Maar ze kunnen zich, onder meer na die absurd slechte nederlaag tegen Sint-Truiden niet veel zulke ‘folietjes’ veroorloven. Met vier punten voorsprong op de zestiende plaats – en de degradatiestreep – blijft de rust weliswaar bewaard. “Hadden we verloren tegen Cercle, dan stonden we weer bij hen (de degradatiekandidaten, red.). In dat opzicht is het punt een goeie zaak”, beseft Tanghe. “Nu kunnen we de batterijen opladen en er straks weer vol invliegen.” Ambrose: “We verdienen hoger te staan in het klassement. Deze kern is goed, de trainer maakt de juiste keuzes, net als de clubleiding met de transfers. Alleen beslisten kleine fouten in de wedstrijden daar anders over. Na de interlandbreak moeten we scoren én verdedigen als een zot – voilà, simpel.”
Ook Yves Vanderhaeghe meent dat KVO wat hoger mocht staan. “Kan ik leven met die tien punten en dertiende plaats? Het zal moeten, hé. Ik wil zeker niet bij die laatste drie staan. We hadden volgens mij evenwel drie punten meer verdiend. De veilige kloof moet behouden blijven. Natuurlijk: het is typisch aan wedstrijden tegen concurrenten dat er vooral gevechtsvoetbal wordt geleverd, zoals tegen Eupen – waar we beiden zes punten telden – en Cercle. Mooi voetbal is tegen andere ploegen allicht wel mogelijk.” Mits een grote drive en strijdlust mogen er geen noemenswaardige problemen opduiken. Na de interlandbreak en voor de WK-pauze die ingaat op 11 november kent KVO nog een wisselend programma: tegen toppers Genk, Union, Antwerp en Club, en concurrenten Seraing, Zulte-Waregem Kortrijk en Westerlo. Het is meteen duidelijk waar driepunters moeten geraapt worden. (TVA)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier