De standaard die Birger Jensen hanteerde in de jaren zeventig was niks minder dan visionair

Birger Jensen was steeds op de afspraak wanneer Club Brugge geschiedenis ging schrijven. © Belga
Henk Vanhee
Henk Vanhee Zanger 'Cowboys & Aliens' en gastblogger voor kw.be

Hard in hun muziek, hard in het supporteren voor hun club/vereniging. Dat zijn hardrockers Henk Vanhee (Club) en Roel Jacobus (Cercle). Zij vormen dit seizoen onze VAR, oftewel onze Voetbal Analyserende Rockers. Beurtelings werpen ze hun blik op de meest opvallende voetbalmomenten.

Visionair

Een schokgolf ging dinsdagavond door Brugge bij iedereen die blauw-zwart in het hart draagt. Birger Jensen, legendarische doelman par excellence, is niet meer. Club Brugge heeft een lange traditie van reuzen tussen de palen, maar Birger was met voorsprong de meest kleurrijke figuur die ooit onze ploeg van tegendoelpunten moest behoeden. In de wondere Happeljaren joeg de blonde, Deense krullenbol met zijn fratsen de norse, Oostenrijkse legendarische trainer geregeld de gordijnen in, maar hij was steeds op de afspraak wanneer Club Brugge geschiedenis ging schrijven. En hoe! Toen ik als tienjarige uk in 1978 vlak achter de goal, half platgedrukt door de mensenmassa in de spionkop, Birger met een kattenreflex een strafschop uit zijn doel zag slaan tegen Atletico Madrid en hij ons zo naar de halve finale van Europacup 1 bracht, begon het bij mij als opgroeiende jongen te dagen: dit was een mirakelman, een tovenaar. In mei van datzelfde jaar was Wembley zijn speeltuin, waar hij alle spelers en supporters van het grote Liverpool FC tijdens de finale van diezelfde Europacup vroegtijdig grijze haren bezorgde.

“Birger was met voorsprong de meest kleurrijke figuur die ooit onze ploeg van tegendoelpunten moest behoeden”

De standaard die Birger Jensen hanteerde in de jaren zeventig was niks minder dan visionair: een doelman pakte niet enkel ballen, een doelman heerste en imponeerde. Birger Jensen zweefde door het zwerk en bleef zolang hangen tot de bal onderdanig aan zijn handschoenen bleef kleven. En na de wedstrijd kon je die halfgod in de vele afspanningen in Sint-Andries nog jarenlang in levenden lijve ontmoeten. Een sigaret, een pint, een foto met jong en oud, successen en verdriet delend met meerdere generaties Club Bruggefans… We gaan je missen, Birger. Jij was werkelijk één van ons. En ik dank je voor de vele waarlijk onvergetelijke voetbalmomenten waarin jij een hoofdrol hebt gespeeld. Het hoeft niet te verwonderen dat jaren na je actieve carrière de voornaam Birger in West-Vlaamse gemeentehuizen nog steeds gretig werd genoteerd in de geboorteregisters. Jij was het sterrenstof waarmee we ons allemaal graag identificeren.

Horrorperiode

Alles is vergankelijk, niks is voor eeuwig. En het ene nieuwsfeit is al een stuk relevanter dan het andere maar in de schaduw van dit pijnlijk bericht blijft Club verder zoeken naar een plek in de Champions play-off. Onder Rik De Mil doen we dat met de troeven en de kwaliteiten die eigen zijn aan ons DNA. Waar we in Kortrijk nog flets voor de dag kwamen, maar desondanks kansen genoeg hadden om die wedstrijd twee keer na mekaar te winnen, zagen we in Mechelen een Club dat vanaf de aftrap de bedoeling had om de match te controleren en af te maken. De horrorperiode onder Scott Parker is wat mij betreft al verbannen naar het rijk der nevelen. Het systeem was duidelijk, de spelers stonden op hun beste plaats en er was Noa Lang om te flitsen en te plagen. Er was trouwens nog meer goed nieuws: we eindigden de match met liefst zes spelers tussen de lijnen die een rechtstreekse link hebben met Club NXT. Behalve op de officiële site van Club Brugge zag ik daar nergens een vermelding van. Het moge duidelijk zijn dat de scorebordjournalisten in dit land de weg naar The Nest in Roeselare nog niet hebben gevonden en hoofdzakelijk blijven tafelen bij de bobo’s uit Neerpede. Het is aan Club om ook deze traditie vroeg of laat om te buigen. De hoofdrol in dit teleurstellend seizoen is echter weggelegd voor de meereizende Clubfans. De blauw-zwarte bezoekende fan is een toonbeeld van loyauteit en toewijding, de toegezegde vakken steeds tot in de nok vullend en soms nog veel meer dan dat. Ik ben er zelf al jaren niet meer bij, maar ik denk uit ervaring te mogen spreken als ik orakel dat je tussen die jongens en meisjes de fundamenten vindt waarop je als ploeg kan verder blijven bouwen. Een vol blauw-zwart uitvak is niet zelden een grotere steun voor de ploeg dan een vol Jan Breydel, dat soms wat verwend heeft gereageerd tijdens dit seizoen. Ere wie ere toekomt, dat zou ook Birger Jensen tussen pot en pint aan de toog hebben beaamd.

Lees ook de andere columns op www.kw.be/onzevar