“Ik heb nooit begrepen waarom ik niet meer mocht spelen bij Cercle”

Günter en Lorenz Nasdalla voetballen nog iedere week samen in de zaal. (foto ACR)
Redactie KW

In de minivoetbalcompetitie kern Brugge-Oostkamp is bij MVC ‘t Kroontje Günter Nasdalla actief. Aan de zijde van zijn zoon Lorenz trapt de 73-jarige ex-speler van Cercle nog bijna wekelijks een balletje. “Ik heb Frank Maeyaert al gezegd dat ik tot mijn tachtigste wil doorgaan, maar hij wil eerder stoppen”, lacht de geboren de Duitser.

Günter Nasdalla was halfweg de jaren zeventig twee seizoenen lid van Cercle Brugge. Zijn zoon Lorenz Nasdalla (31) woont in Koolkerke, is van opleiding boekhouder en werkt bij European Containers (ECS) in Zeebrugge. Hij begon als jonge voetballer bij de jeugd van Wenduine, daarna volgde Cercle Brugge en Varsenare om uiteindelijk bij Dosko Sint-Kruis te eindigen. Nadien ging hij meteen aan de slag bij de vzw Amateursport, bij One Four Seven, United Brugge en nu nog bij FC Assebroek. “Daarnaast ben ik al ruim tien jaar actief in het minivoetbal. Eerst met United, een ploeg die ikzelf had opgericht en die toen ook in reeks 2 van de kern uitkwam, maar vorig jaar stopte. Nu speel ik bij mijn vader, die in maart nog eens grootvader wordt.”

Van wie kwam het idee om in de zaal te voetballen?

Lorenz: “Toch wel van mijn papa. Op de hogeschool had ik enkele vrienden die niet langer op gras of op competitieniveau wilden spelen. Minivoetbal leek een mooi alternatief. Zo groeide het enthousiasme om met een ploegje te starten. Door mijn vader wist ik ondertussen hoe alles een beetje in elkaar stak.”

Günter, jij bent dus al langer met minivoetbal bezig?

Günter: “Er zijn nu veel jonge spelers bijgekomen. Maar het is ongeveer dertig jaar geleden dat we gestart zijn, met Frank Maeyaert, Philip Verriest, de zoon van Jules, en vele andere. Dat was in die tijd Boone Travel en daarna Xantippe. We speelden in Varsenare. Onder impuls van Firmin Hoste is dat ‘t Kroontje geworden en omdat we eens andere tegenstanders wilden spelen, trokken we naar Loppem. We speelden kampioen en nu zijn we aan het derde seizoen in de kern Brugge-Oostkamp bezig, met telkens een promotie, van reeks 4 naar reeks 2. In die 30 jaar zijn we met onze ploeg zeker 22 keer kampioen geworden.”

In die 30 jaar zijn we met onze ploeg zeker 22 keer kampioen geworden – Günter Nasdalla

Ondertussen staan jullie met deze ploeg opnieuw op kop, een nieuwe promotie lijkt in de maak?

Günter: “We zijn al dertien wedstrijden ongeslagen. De Brugse Zotten verloor nog maar een keer, misschien moeten we met hen nog een beetje rekening houden. Frank Maeyaert, die al zo lang speelt, gaf al aan dat het misschien zijn laatste seizoen wordt. Ik weet niet of de jongeren zonder hem verder doen. Ik hoop dat hij nog niet stopt, zodat hij eens in eerste kan voetballen.”

Lorenz: “Met deze ploeg moet de titel wel lukken. Er zitten een paar goede technische spelers bij. Eigenlijk was onze laatste tegenstander, MVC De Kelk, één van de betere ploegen waar we tegen gespeeld hebben en zij hebben eerder dit seizoen van de Brugse Zotten gewonnen.”

Wat maakt de minivoetbalploeg van jullie zo bijzonder?

Lorenz: “Het is een mix van jong en oud, van verschillende generaties. Pieterjan Maeyaert, de zoon van Frank, doet ook mee. Die oudere spelers hebben ervaring en brengen achterin rust in de ploeg. Voorin hebben we dan het jong geweld dat voor de loopacties moet zorgen.”

Je bent nu 73 jaar, zit er ondertussen al wat sleet op?

Günter: “Ik speel niet iedere wedstrijd mee. Het hangt van de tegenstander en het resultaat af. Het gaat mij iets te snel. We gaan iedere match om te winnen en ik wil niet dat het door mij niet zou lukken of iets moeizamer zou gaan. Daarom zit ik liever als coach aan de kant. Maar als ik er echt zin in heb en ik zie dat het gaat, dan durf ik toch meespelen. Zo heb ik dit seizoen al verschillende wedstrijden tussen de lijnen gestaan. Als er spelers tekort zijn, spring ik sowieso in. Ik ben er altijd bij.”

Je hebt als gewezen speler van Cercle de laatste promotie in maart vorig jaar niet meegemaakt.

Günter: “Voor datzelfde weekend kreeg ik van Bayern München een uitnodiging om een reünie van de Europacup II-winnaars in 1967 mee te maken. Ik ben daar als oud-speler uit die periode op ingegaan. Een unieke ervaring, met een grandioze receptie, een diner en een wedstrijd tegen Hamburg SV, waar we voordien met de ganse ploeg in aanwezigheid van 70.000 toeschouwers het veld opliepen. Het was die dag een zeer mooie belevenis, zeker toen Lorenz mij belde met de mededeling dat Cercle kampioen was.”

Lorenz: “Ik was er bij tegen Beerschot, samen met mijn neef. Terug naar eerste, dat was een zalig moment.”

Ik was erbij toen Cercle de promotie naar eerste afdwong, een zalig moment – Lorenz Nasdalla

Günter, je maakte destijds bij Bayern München deel uit van de kern met grootheden als Franz Beckenbauer, Gerd Müller en Sepp Maier. Een fantastische ploeg.

Günter: “Ik was iemand die altijd wilde spelen. In de oefenmatchen werd ik opgesteld, maar in de competitie niet. Het waren bijna voortdurend dezelfde elf. Ik wilde weg. Achteraf bekeken was dat te vroeg. Nadien hoorde ik dat twee spelers van op mijn positie toen ook vertrokken zijn. Ik had meer geduld moeten hebben.”

Tien jaar later, na een avontuur bij Bregenz in Oostenrijk en bij Sankt Gallen in Zwitserland, kwam je in ons land terecht bij Cercle Brugge.

Günter: “Ik bracht Cercle tegen Club in de derby met twee doelpunten van 0-2 naar 2-2. Ik maakte tegen alle topploegen wel een goal. Verder was er ook die 10-0 tegen Club Luik.”

Het seizoen nadien werd de onbekende Griek Lakis Petroupoulos trainer en volgde de degradatie.

Günter: “Ik kwam in 1977-1978 nog amper aan spelen toe. Het bestuur wilde mij verkopen. Ik had een schitterend seizoen achter de rug, scoorde in een oefenmatch tegen Rijsel twee keer en ik mocht niet meer spelen. Wellicht omdat er nog een buitenlander bij kwam en ik de vierde niet-Belg werd. De aanvoer naar Dirk Beheydt viel weg. Het draaide vanaf de eerste match vierkant en ze zijn uiteindelijk gezakt. Onbegrijpelijk.”

Welke speler is je uit je Cercleperiode het meeste bijgebleven?

Günter: “Gerrit Kleton, als middenvelder en aangever, met Jules Verriest, Bram Van Kerkhof en Dirk Beheydt erbij. Het was een fantastische groep, een vriendenkring. Ik heb nooit begrepen dat ik niet meer met hen mocht voetballen.”

Veertig jaar later speelt Cercle opnieuw in de hoogste klasse. Zijn jullie tevreden over dit seizoen?

Günter: “Met spelers die voor mij onbekend zijn, hebben ze het tot nu toe zeer goed gedaan, met enkele verrassende uitslagen. Ook negatief, zoals de laatste match tegen Eupen. Dat je tegen zo’n ploeg kan verliezen, begrijp ik niet. Ze hebben mij ontgoocheld. De ingesteldheid van de matchen ervoor mankeerde, want daarvan moet Cercle het hebben. Het is een geheel en dat draait enkel als er honderd procent inzet is en iedereen zijn taak vervult. Want er zijn geen klassespelers die op hun eentje het verschil kunnen maken.”

Lorenz: “Cercle is aan een prima seizoen bezig. Ze blijven ook uit de gevarenzone en dat is heel belangrijk. Er zijn ook wel spelers met een meerwaarde, zoals Kylian Hazard. Cercle zal ergens in de middenmoot eindigen en dat is hun plaats met de ploeg die ze nu hebben.”

(ACR)