Het artistieke, de grijze haardos, hun scherpe, maatschappijkritische blik… Maar hét belangrijkste gemeenschappelijke kenmerk van cartoonist Marc De Cloedt (62) beker bekend als Marec en Jean Pierre van Rossem (73), allebei van Brugse komaf, is hun groen-zwarte hart. Beiden hopen ze dat Cercle erin slaagt de promotie naar eerste klasse af te dwingen. Daags na de 0-1-nederlaag van de vereniging tegen Beerschot trekken we met Marec naar Kapelle-op-den-Bos, waar Jean Pierre Van Rossem nu woont. Een gesprek over de promotiekansen van Cercle, over kunst en over ouder worden.
Waarom kies je als supporter voor Cercle, een ploeg die altijd een beetje underdog is?
Jean Pierre van Rossem: “Ik ben al 60 jaar supporter van Cercle. Ik ging als klein manneke mee met mijn vader. Het zit dus in de genen.”
Marec: “Mijn vader ging met mijn nonkel mee naar Club. Mijn grootvader was wel Cerclesupporter. Toch denk ik dat het vooral uit mezelf komt. Cercle is voor mij een ploeg die een beetje het leven symboliseert. Een goeie leerschool. Als Cerclesupporter leer je incasseren. Kunnen verliezen vind ik een belangrijk aspect aan het leven. Als je van jongs af Club-supporter bent, ga je volgens mij minder goed om met nederlagen.”
Jean Pierre van Rossem: “Nu ben ik gedwongen om de wedstrijden op televisie te bekijken. Al heb ik daar deze keer wel het ziekenhuis voor op stelten moeten zetten. Ik verbleef tot zaterdag in het UZ van Jette voor onderzoeken en behandelingen aan mijn rechterbeen. Ze wilden mij nog langer houden, maar ik wou de match niet missen. Mijn aders zijn volledig dichtgeslibd. De reden moet je niet ver zoeken. Roken als een Turk, al is het niet langer een slof per dag. En dan nog diabetes, waar ik me eigenlijk niets van aantrek. Ik weet dat het mijn eigen schuld is. Er ligt hier nu een grote berg pillen. Drie dagen hou ik het vol om die consequent te nemen, maar ik ken mezelf… De dokters willen nu een plastieken kunstader plaatsen, van aan mijn lies tot beneden. Maar als die operatie mislukt, dan is amputeren blijkbaar de enige optie. En dan ligt mijn pilletje klaar. Zie je mij al met een prothese?”
Marec: “Waarom niet? Ik weet niet hoe ik zou reageren. Mochten ze mijn rechterarm amputeren, ik zou ook geen zin meer hebben. Maar een been. Ik denk wel dat ik dat zou kunnen missen.”
Jean Pierre van Rossem: “Nee, dat zie ik niet zitten. Ik heb een boeiend leven gehad tot en met. Ik heb veel meer beleefd dan anderen. Ieder mens heeft het recht te beslissen wanneer het voor hem genoeg is geweest.”
“Ik heb ooit 50 miljoen dollar willen investeren in Cercle Brugge, maar vlak voor de afspraak maakte ik een stomme fout op de beurs”
Heb je ergens spijt van?
Jean Pierre van Rossem: “Ik heb spijt dat ik de moeder van mijn jongste zoon en die van mijn oudste zoon zo vaak bedrogen heb. Dat zou ik nu niet meer doen. Ik heb nu een nieuwe vriendin. Ze is 33. Ik versta soms niet waarom ze mij graag ziet.”
“Ik heb met mijn vader tot mijn 70ste niet gesproken. Veel verloren jaren. Om een stom konijn. Mijn pa liet Karduin, mijn lievelingskonijn, slachten voor het feest van mijn eerste communie. Dat heeft mij getekend. Ik geloofde niets meer van grote mensen. Maar ik ben blij dat ik uiteindelijk terug contact heb. Over Cercle kunnen we nog praten. Ik heb hem herontdekt. Het is de liefste mens die er bestaat. En verstandig. 96 is hij nu. Hij heeft nooit kunnen studeren, maar wist evenveel van economie als ik. Hij studeerde mee in mijn cursussen. En had ook dezelfde gave: als we iets een keer lazen, zat het in ons hoofd. Waar ik ook spijt van heb, dat ik geen prof ben. Ik had daar alle kansen toe.”
Marec: “Spijt is niet erg nuttig. Wie nooit regels overtreedt en nooit iets doms probeert, heeft uiteindelijk een heel saai leven. Als mensen horen dat ik tekenaar ben, vragen ze altijd: Kan je daarvan leven? Dan vraag ik wat hun job is en wat zij hele dagen doen. En daarna kaats ik de bal terug met de vraag: Kan je daarmee leven?“
Wat zijn de dingen die jullie nog willen bereiken?
Jean Pierre van Rossem: “Ik zou graag nog een boek schrijven over de samenleving van vandaag. Maar ik vrees dat het er niet meer van zal komen. Ik vind geen uitgever. Ik ben afgeschreven.”
Marec: “Vind je? Ik zou dat nochtans graag lezen. Je hoort tegenwoordig veel te weinig stemmen van oudere mensen in onze maatschappij. Mijn grote voorbeelden waren de tekenaars van Charlie Hebdo: Wolinski en Cabu. Wolinski was 80 toen hij bij de aanslag neergeschoten werd. Via zijn cartoons liet hij nog altijd van zich horen. Machtig toch? Dat vind ik soms moeilijk aan ouder worden. Je hebt nog weinigen om naar op te kijken. Je idolen vallen een voor een weg. Je moet het helemaal zelf doen. Het respect voor ouderen is ook minder. Ik zie dat ook bij Cercle. Jules Verriest is een icoon. Maar de andere oud-spelers worden veel minder gesoigneerd. Han Grijzenhout kreeg op zijn 85ste plots geen abonnement meer.”
Jean Pierre van Rossem: “Cercle is Cercle niet meer. Ik ken er amper nog volk. Praten met de spelers en met de mensen van het bestuur zoals weleer is niet meer mogelijk. Nu creëren ze een barrière. Ik kan zaterdag niet eens naar de match gaan kijken. Schandalig eigenlijk. Vroeger kon ik gewoon even bellen en kreeg ik een uitzondering. Dan mochten ze mij met de auto tot vlak bij de tribune brengen. Nu verwijzen ze mij direct door naar een of andere Fransman, waar ik geen affiniteit mee heb. Dan weet je genoeg. Ik blijf wel thuis en kijk hier met mijn zonen.”
Marec: “Ik ben wel voorstander van de inbreng vanuit Monaco. Op dat gebied ben ik een heel optimistische supporter. Cercle wordt altijd voorgesteld als familieploegje. Ik wacht al heel mijn leven tot Cercle echt groot wordt. En ik verwacht echt dat dat ooit zal gebeuren. Als ik zie hoe het ‘kleine’ Manchester City nu, dankzij een goede investeerder, de eeuwige rivaal Manchester United naar de achtergrond aan het verdringen is, dan hoop ik hetzelfde voor Cercle. Dat zou toch mooi zijn? Ik geloof dat we daar ooit in zullen slagen.”
Jean Pierre van Rossem: “Het is met Monaco anders dan vroeger, maar het blijft hoe dan ook Cercle Brugge. En ik blijf supporter. Ik heb ooit 50 miljoen dollar willen investeren in Cercle. De Club was eerst naar mij gekomen met de vraag om te sponsoren. Maar geld steken in de blauwe, dat ging ik natuurlijk nooit doen. Dus heb ik zelf naar Cercle gebeld om een voorstel te doen. Op het moment dat ik samen ging zitten met de mensen van Cercle, maakte ik een zware fout op de beurs. Een gigantische blunder. Alles weg. Het is er nooit van gekomen.”
“Als ik zie hoe het ‘kleine’ Manchester City nu de eeuwige rivaal Manchester United naar de achtergrond verdringt, dan hoop ik hetzelfde voor Cercle”
Je zit hier nu in een kleine studio. Ooit had je alle rijkdom, reed je rond met Ferrari’s.
Jean Pierre van Rossem: “Dit is niet eens mijn appartement. Het is het voormalig studentenkot van mijn zoon. De mensen kennen mij alleen nog van ‘Vive la République’ en van mijn Ferrari’s. In totaal heb ik er 113 gehad. Op een moment zelfs 25 tegelijk. Dat waren mooie tijden. In 2010 heb ik het laatst zelf met een Ferrari gereden, een die ik mocht gebruiken van de dancing Boccaccio. Ik heb een ontzettend boeiend leven gehad, ik had huizen, kastelen en hotels. Ik heb zelfs ooit een hotel met 216 kamers verkocht aan Donald Trump, een ongelofelijke klootzak en een keiharde onderhandelaar. Ik heb het verkocht met 40 procent verlies. Het was een verlieslatend hotel, maar twee jaar later maakte het alweer winst. Trump is een supercommerçant.”
“Weinigen kunnen zeggen dat ze zoveel meegemaakt hebben. Ik heb alles gehad waarvan ik kon dromen. Nu zegt comfort mij niets meer. Het heeft geen zin om in het verleden te leven. Het leven wordt minder mooi met ouder te worden. Je speelt steeds minder mee.”
Is dat niet omdat je niet meer wil meespelen? Moet je je plaats niet opeisen?
Marec: “Dat vind ik ook. Ik sta er niet bij stil hoe oud ik ben. Ik heb het momenteel razend druk. Deze week opent er nog een tentoonstelling van mij. Ik blijf plannen maken, nieuwe doelen bedenken, mijn tekenstijl evolueert nog steeds. Ik wil nog altijd nieuwe dingen doen.”
Jean Pierre is nu ook kunstenaar. Marec, wat vind je van zijn werk?
Marec: “Ik ken het niet goed genoeg.”
Jean Pierre van Rossem: “Ik weet niet of het goed is. Zoiets kan je niet van jezelf zeggen.”
Marec: “Dat klopt. Ik twijfel altijd aan mijn cartoons. Ik zou graag eens ‘s morgens onvoorbereid naar mijn eigen werk kunnen kijken. Om te weten of het goed is. Ik twijfel altijd. Ik schilder soms ook. Realistisch, maar nu ligt dat een beetje stil.”
Verkoop je ook werken?
Jean Pierre van Rossem: “Ik schilder nu Ferrari’s, ook op bestelling. Via Facebook verkoop ik af en toe iets. Maar hier in de living staan ook werken die niet goed genoeg zijn om te verkopen. Ik heb spijt dat ik geen goede artistieke scholing op de academie heb gehad.”
Marec: “Daar leer je technieken. Maar de beste leermeesters staan in de musea.”
Marec, jij zit zaterdag in de tribune, Jean Pierre, jij dus niet. Hoe zouden jullie zichzelf omschrijven als Cercle-supporter?
Marec: “Ik ben geen man van liedjes, vlaggen en sjaals. Maar ik leef wel intens mee. Jij ook, hé, Jean Pierre. Ik heb je vorig jaar nog eens zien zitten. Veel gevloek, meen ik mij te herinneren.”
Jean Pierre van Rossem: “Inderdaad. (lacht) Ik denk dat de mensen daar niet van verschieten. Ik blijf de contraire mens die iedereen kent. Nog altijd een klootzak. Koppig ook. Ik twijfel nooit aan mijn eigen gelijk.”
De analyse van de supporters h2>
Hoe hebben jullie de match zondag beleefd? p>
Jean Pierre van Rossem: “‘t Was niet goed, hé. Ik heb mij doodgeërgerd. Hoe kan je nu zo spelen?! Wat een idee. Ik denk niet dat de promotie er nog inzit. Ze spelen nooit kampioen. Ben jij gaan kijken?” p>
Marec: “Ik heb thuis gekeken. Jammer van dat ene foutje. Dat kan een groot verschil maken. Ik heb Cercle in de tweede periode wel zien spelen zoals ik ze lang niet meer zien spelen heb. Snel, aanvallend, niet dat eindeloos breien.” p>
Jean Pierre van Rossem: “Daar was zondag anders niet veel van te zien. Delacourt zat totaal niet in de match. Die stomme Xandao met zijn pas achteruit en dan een zuivere flater van de keeper. Prutsers! Vercauteren zet zes man achteraan en dan nog geven ze zoveel kansen weg. Wat gaat hij nu doen? Negen man achteraan zetten?” p>
Marec: “Het had 3-0 kunnen zijn. Eigenlijk vind ik dit nog niet zo’n slechte uitgangspositie. Nu heb je geen keuze. Je moet kiezen voor de aanval. Beter dan te mikken op een gelijkspel en dan op het einde nog het deksel op de neus te krijgen. Ik geloof wel dat we erin zullen slagen. Zeker omdat het tegen Beerschot is. Ze denken dat ze er al zijn. Antwerpenaars zitten nu eenmaal zo in elkaar.” p>
Jean Pierre van Rossem: “Vercauteren heeft zijn best gedaan. Maar de laatste match trok op niets. Ik ben bang dat hij zaterdag weer zo’n muur gaat optrekken.” p>
En wat als het zaterdag niets wordt? p>
Jean Pierre van Rossem: “Het zal niets worden. Daarvoor was het zondag veel te slecht.” p>
Marec: “Ik geloof erin en ik hoop erop. Maar als het niets is, dan ga ik volgend jaar met evenveel plezier kijken in tweede klasse. En ondertussen blijf ik geloven dat we ooit echt een grote ploeg worden.” p>
Eerste klasse B
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier