Vincent Dedecker is een van de Vlaamse padelpioniers: “Brugge is voorbeeldvoor rest van Vlaanderen”

Vincent Dedecker is auteur van het allereerste Vlaamse padelboek ‘Just Padel’. (foto ACR)
Redactie KW

Vincent Dedecker heeft een eigen padelschool, hij is hoofddocent bij Tennis Vlaanderen, schreef met ‘Just Padel’ het allereerste Vlaamse padelboek en werd begin deze maand Belgisch kampioen. “We moeten werken naar de Spelen in 2028 wanneer padel hopelijk een olympische sport wordt.”

Dit jaar werd er voor de eerste keer een BK padel voor de verschillende leeftijdscategorieën georganiseerd. In de reeks +45 waren 32 ploegen van heel hoog niveau ingeschreven. “De top van ons land. Het werden heel spannende wedstrijden”, opent Vincent Dedecker die aan het BK deelnam met Alexander De Cuypere uit Nevele. “Onze bedoeling was om zover mogelijk te geraken. We behoorden niet tot de hoogste reekshoofden, maar wisten dat er bij elke ontmoeting kansen waren om door te stoten. Ondertussen hadden we ervaring opgebouwd op vorige wereldkampioenschappen bij de seniores en stond ook het geluk een beetje aan onze kant. In de kwartfinales stonden we op twee punten van verlies. In de halve finale evenzeer. De finale ging iets gemakkelijker.”

Wat betekent padel voor jou?

“Het staat bij mij garant voor een sociaal verhaal, waarin er heel veel leuks op een kleine ruimte gebeurt. De afstanden en de explosiviteit qua beweging zijn kleiner dan bij tennis waardoor het iets minder belastend is. Er is geen bovenhandse service, maar onderhands. Je staat dicht bij elkaar, nauw verbonden. Je moet heel goed op elkaar afgestemd en ingespeeld zijn. Het zorgt voor een pak animo en op hoger niveau zijn er langere rally’s waarbij het fysiek lastiger wordt. Nadien is er bij een drankje een amicale sfeer, na zoveel plezier, waarin er vele leuke momenten na te bespreken zijn zodat het sociale karakter naar boven komt.”

Je was destijds een befaamd tennisser?

“Op mijn 21ste probeerde ik proftennisser te worden. Ik reisde toen zes maanden in Australië rond om op internationale tornooien mee te doen. Ik keerde terug met een blessure in de onderrug, maar vooral met de wetenschap dat ik geen top 100 in de wereld zou worden, om er geld mee te verdienen. Ik begon dan vrij vlug met trainerscursussen. Ik werd intergewestelijk trainer in Wilrijk en sparringpartner in de Fed Cup van o.a. Kim Clijsters en Justine Henin, zo ook toen ze wereldkampioen werden in 2001 in Madrid. Nadien begon ik dus op jonge leeftijd met lesgeven.”

En al in 2015 leerde je padel kennen?

“Ik heb mijn tennisschool in Witte Beer. Tussen die club en mijn woonplaats ontstond Arenal Brugge, toen nog de Padel Club Brugge, onder toedoen van onder andere Tom De Sutter. Ik ging er geregeld met vrienden langs en geraakte door padel gebeten en ik begon daar ook vrij vroeg met het volgen van cursussen. Als trainer interesseerde mij dat wel.”

Intussen ben je hoofddocent padel bij Tennis Vlaanderen?

“Ik ben betrokken bij het schrijven en herwerken van de cursussen die over heel Vlaanderen gegeven worden. Ook leid ik de docenten verder op. Van in het begin ben ik dat mee beginnen uitbouwen en mee verwerken. De technieken worden bijgeschaafd, de tactieken worden aangepast. Er is echter nog een enorme achterstand met bijvoorbeeld Spanje en Argentinië. Van daaruit moeten we nog veel leren. We blijven onszelf bijscholen, en wat we zelf nieuw leren brengen we ook onder in de cursussen. Om de wereldtop in padel te halen, moet je echt van jongs af in padel opgeleid worden.”

Je schrijft in je boek onder meer hoe je blessures kan vermijden.

“Padel is een minder technische sport dan tennis. Op een moment dat iemand heel veel begint te spelen zal je zien, als de technieken niet voldoende zijn, dat je een overbelasting creëert. Er is ook de materiaalkeuze, de samenstelling van het racket. Het gewicht waarmee je speelt is heel belangrijk, evenals waar de balans van je racket ligt. Velen maken een verkeerde materiaalkeuze, zodat ze een overbelasting en of blessures krijgen. Het zijn allemaal zaken die ik in het boek probeer aan te halen naast de vele technische en tactische tips.”

Maakt een goede tennisser een goede padelspeler of andersom?

“Als tennisser heb je in padel een groot voordeel. Er is de oog-handcoördinatie, het balgevoel, de volleys en sommige smashes boven het hoofd zijn gelijkaardig. Dit betekent niet dat ze goede padelspelers zijn. Je moet leren geduldiger, rustiger te spelen. Veel meer het punt voorbereiden voordat je het afmaakt. En bovenal heel goed met de wanden spelen. Het is een beetje in 3D waar je de volledige ruimte rondom jezelf moet kunnen oriënteren.”

Hoe zie je het padel in Brugse?

“Brugge is een modelvoorbeeld voor de rest van Vlaanderen. We hebben qua dichtheid met 51 de meeste velden. Er zijn echter weinig overdekte velden. Die moeten er bij komen. Zoniet wordt het moeilijk om volgende stappen te zetten. In padel kende onze streek als eerste een boom. Alles gaat mee met accommodaties en het opleiden van trainers. Zelf probeer ik het plezier en de gezondheid binnen de sport zoveel mogelijk door te geven. Mijn tornooien te spelen én vooral de jeugd te begeleiden.” (Alain Creytens)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier