Karel Sabbe blikt terug op zijn bovenmenselijke prestatie in de Barkley Marathons: “Het dringt nu pas tot me door wat ik gepresteerd heb”

© Christophe De Muynck/GF
Philippe Verhaest

He did it! Na twee eerdere pogingen bracht Karel Sabbe de Barkley Marathons tot een goed einde. 59 uur en 53 minuten na zijn start, zeven minuten voor deadline, finishte de tandarts in de bossen van Tennessee. “Het is gekkenwerk”, glimlacht Karel. “Maar ik verleg graag mijn grenzen.”

De Barkley Marathons in het Frozen Head State Park, diep verscholen in de Amerikaanse staat Tennessee, is voor gewone stervelingen zoals u en mij een onmogelijke uitdaging.

Duizel even mee. Deelnemers krijgen zestig uur de tijd om in totaal 160 kilometer en liefst 18.000 hoogtemeters af te werken. Niet op een gepolijst en vooraf uitgetekend parcours, wel dooreen een onherbergzaam en ruw landschap waar om elke hoek een nieuwe verrassing kan lonken. En navigeren doe je enkel met behulp van kaart en kompas.

De voorbije 35 jaar konden amper zeventien deelnemers de finish binnen deadline halen, niet voor niets wordt het als de zwaarste ultramarathon ter wereld omschreven.

Bij die zeventien behoort sinds kort ook Karel Sabbe (33). De van Waregem afkomstige Anzegemnaar verscheen voor de derde keer aan de start en ziet zijn naam nu op de eeuwige erelijst gebeiteld. “Fantastisch”, geniet hij nog na. “Ik ben verschrikkelijk trots dat ik de Barkley Marathons kan afvinken.”

Heb je je prestatie al laten bezinken?

“Het dringt pas nu tot me door wat ik gepresteerd heb. Die eerste momenten en zelfs dagen na de finish besef je dat amper. Eerst was ik te moe, daarna werd ik van hot naar her geslingerd. Feestjes bij mijn thuiskomst en zowat alle Vlaamse media die me wilden interviewen. Ik zat in De Afspraak op Canvas, liep binnen bij Studio Brussel… Dan heb je amper tijd om na te denken.”

Karel Sabbe, samen met de twee andere finishers: de Fransman Aurélien Sanchez en de Amerikaan John Kelly.
Karel Sabbe, samen met de twee andere finishers: de Fransman Aurélien Sanchez en de Amerikaan John Kelly. © GF

Het is op zijn zachtst gezegd toch erg uitzonderlijk wat je achter je kiezen hebt gestoken.

“Dit was mijn ultieme poging. En gelukkig bleek de derde keer ook de goeie keer. Ik had me ook maniakaal voorbereid. Mijn hele winter stond in het teken van de Barkley Marathons. Sinds januari heb ik haast constant de Kluisberg op en afgelopen. Goed voor 60.000 hoogtemeters. Voor mijn afreis naar de States had ik mijn vrouw (Karel is getrouwd met Emma Vandoorne, samen zijn ze de ouders van Jack (3), red.) gezegd dat ik de wedstrijd zou uitlopen. De moraal zat goed en mijn vorm was meer dan oké. Het was nu of nooit.”

Wat maakte het verschil in vergelijking met je vorige pogingen?

“Ervaring. Nu had ik voldoende parcourskennis, ik wist ook wat er op me zou afkomen, waar de spreekwoordelijke valkuilen lagen. Dit jaar stond er ook een erg sterk deelnemersveld aan de start. Dan gaat je niveau sowieso omhoog. Ik had me vooraf voorgenomen om af en toe powernapjes in te lassen, maar daar heb ik geen tijd voor gehad. Het was gáán.”

“Volledig gerecupereerd? Dat zal toch nog een weekendje duren, denk ik”

Je maakte het wel spannend: amper zeven minuten voor de tijd om was, liep je over de eindmeet.

“Dat heb ik zelf amper beseft. De laatste uren zat ik mentaal zo ver dat ik op automatische piloot aan het lopen was. Pas op het einde, zo’n drie kilometer voor de finish, zorgde een adrenalineopstoot voor een helder hoofd. En wist ik weer waar ik mee bezig was. (lacht) Aan de meet was ik helemaal op. Vergelijk het met een marionet waarvan de touwtjes doorgeknipt worden. Ik was leeg.”

Ben je alweer de oude?

“Dat zal nog een weekendje duren, denk ik. Mentaal moet ik nog wat recupereren en ik heb ook nog wat fysieke kwaaltjes. Mijn voeten zijn intussen al iets minder gezwollen, maar ik moet ze nog wat rust gunnen. Niet makkelijk wanneer je een staand beroep hebt…”

Op de luchthaven van Schiphol vroeg Zdenek Stybar Karel om een selfie.
Op de luchthaven van Schiphol vroeg Zdenek Stybar Karel om een selfie. © GF

Hoe trots ben je op je?

“Niet in woorden uit te drukken. Ook op het feit dat ik ultralopen mee op de kaart zet. Bij mijn eerste deelname werd ik amper gevolgd. Vorig jaar nam de belangstelling al toe en nu leek het alsof heel Vlaanderen voor me aan het supporteren was. Dat doet wel deugd. Ik krijg nu via sociale media ook berichtjes van mensen die me zeggen dat ik hen inspireer. Dat ik ze help om door te bijten tijdens het lopen. Wat zou Karel Sabbe nu doen?, zeggen ze me. Schoon, toch?”

“Ik krijg nu via sociale media ook berichtjes van mensen die me zeggen dat ik hen inspireer. Dat ik ze help om door te bijten tijdens het lopen. Wat zou Karel Sabbe nu doen?, zeggen ze me. Schoon, toch?”

Die Karel Sabbe is het Vlaamse uithangbord van je grenzen verleggen geworden.

“Dat doe ik ook gewoon graag. Mezelf pushen en zien wat ik aankan. Weet je wat gek was? Toen we naar België terugkeerden, moesten we op Schiphol in Amsterdam van vliegtuig overstappen. Daar vroeg profwielrenner Zdenek Stybar me of hij een selfie mocht nemen. Ik ben nochtans een enorme koersfanaat, maar ik had hem gewoon niet herkend. Pas toen ik een melding kreeg dat hij me op Instagram had getagd, viel mijn frank.”

Je thuisgemeente Anzegem wil je tot ereburger kronen. Enkel Stijn Streuvels viel die eer al te beurt. Wat doet dat met je?

“Ik wil me zeker niet met Stijn Streuvels vergelijken, da’s toch nog een ander niveau. Maar ik vind het prachtig. Het is mooi om in eigen gouw waardering te krijgen. Ik heb al een vat gegeven D’Oude Hoeve in Kwaremont, maar er volgt zeker nog eentje in De Sportduif of Den Breugel in Anzegem.”

“Prachtig dat Anzegem me tot ereburger wil kronen. Ik zet zeker nog een vat in De Sportduif of Den Breugel”

En nu? De loopschoenen al opnieuw uit de kast gehaald?

“Neen. Die blijven nog een dag of tien op stal. Ik heb vandaag (woensdag 22 maart, red.) voor het eerst van Anzegem naar onze tandartsenpraktijk in Ronse gefietst, maar ik wacht nog even met lopen. Daarna wil ik stelselmatig opnieuw opbouwen.”

Voor het volgende doel?

“Deze zomer wil ik de Pacific Crest Trail – een 4.300 kilometer lang parcours langs de Amerikaanse westkust van de grens met Mexico tot die met Canada – lopen. Ik deed het in 2016 al eens in 52 dagen, nu wil ik onder de 50 duiken. En ook het noord-zuidtraject doorheen Nieuw-Zeeland staat nog hoog op mijn bucketlist. Die 3.050 kilometer heb ik al eens gewandeld, nu wil ik ze ook lopen.”

Zie je je ooit je loopschoenen aan de haak hangen?

“Moeilijk. Ik ben er in 2015 mee gestart om de stress en werkdruk te ventileren, al had ik toen nooit gedacht dat ik ooit door de bossen van Tennessee zou lopen. Zo zie je maar: het kan verkeren…” (lacht)

Lees meer over: