Serge Van Belle behoort tot de wereldtop in paradarts: “Ooit een volledige Ironman blijft een doel”
Door een arbeidsongeval in oktober 2006 in de haven van Zeebrugge verloor Serge Van Belle uit Zwankendamme zijn beide benen. In zijn rolstoel bleef hij echter actief. Een tatoeage op zijn rechterarm geeft het zelfs aan: ‘Never give up’. Vorig weekend behaalde de Bruggeling een dubbele wereldtitel op het WK paradarts.
Het WK G-darts had plaats in het Nederlandse Assen. Serge ‘Iron Warrior’ Van Belle behaalde er de titel in koppel, samen met Vincent ‘Vinnie’ D’hondt uit Passendale. Er was ook goud met de Belgische A-ploeg in het landenteamtornooi na winst in de finale tegen Engeland B. “In de Belgische A-ploeg vormden Vincent en ik als zittende darters een kwartet met Kurt Vandekerckhove uit Torhout en Danny Paspont die staand aan darts doen. Jurgen Vercammen fungeerde als bondscoach”, opent Van Belle.
Er was toch ook een individueel tornooi voorzien?
“Dat hebben ze in laatste instantie geschrapt. Het dubbel- en landentornooi duurde veel langer dan voorzien. Er waren veel meer landen ingeschreven waar het niveau veel lager ligt dan bij ons. Zij waren dan ook veel langer bezig om hun spel uit te spelen. Individueel zijn we niet verder geraakt dan de kwartfinales. Het ging in de singles wel om een World Cup, want het WK heeft begin januari in het Engelse Chelmsford plaats. We weten dus waar we moeten voor trainen.”
Sinds 2006 ben je een rolstoelgebruiker. In 2008 volgde al je eerste triatlon. Hoe ging dat?
“Ik kon na mijn ongeval vrij vlug de knop omdraaien. Er zijn mensen die veel erger door het leven moeten. Mensen die chemo krijgen, iemand die verlamd is. Toen ik uit de coma kwam, hebben ze mij wel twee dagen met rust moeten laten. Ik wilde niemand zien. Meteen daarna kwam die ommekeer. Ik trek positief door het leven en relativeer waar en wanneer het nodig is. Anders geraak je niet vooruit.”
Is het meteen in je opgekomen om aan triatlon te doen?
“Toen ik Marc Herremans zag en Kim Plovier leerde kennen, begon ik met zwemmen en fietsen. Tim en ik hebben dan de vzw Iron Friends opgericht. En ook fuiven georganiseerd en een fiets- en motortocht. Allerlei zaken om ons materiaal te sponsoren. Want dat kost aardig wat geld. Kim heeft dan wereldwijd wedstrijden gedaan, met de Ironman in Hawaï als een mooie afsluiter. Ik was klaar om Kopenhagen te doen. Maar corona stak daar een stokje voor. Ik stond redelijk scherp, maar liet mij opnieuw gaan in mijn voeding. De kilo’s kwamen erbij.”
“Ik relativeer waar en wanneer het nodig is, anders geraak je niet vooruit”
Nu heb je opnieuw plannen om een Ironman te doen, klopt?
“Ik liet een ingreep uitvoeren aan mijn beide handen. Eens de revalidatie achter de rug ga ik weer zwemmen, fietsen en gaat er 20 kilogram af om een kwart of een halve afstand te doen. Ik zie dan waar ik uitkom. Misschien binnen twee of drie jaar. Op triatlon staat niet echt een leeftijd. Ooit een volledige Ironman afwerken, blijft een doel.”
Je hebt tien jaar geleden ook nog aan discuswerpen en kogelstoten gedaan, niet?
“Deelnemen aan de Paralympics was toen een doel. Kim stelde die twee werpnummers in het atletiek voor. Omdat daar misschien wel een kans toe was. Kogelstoten was te zwaar. Te belastend voor mijn schouder en die moet ik nog lang gebruiken. De discus wierp ik zeer dicht tegen de limiet. Tot er beslist werd om mijn categorie op de Paralympics te schrappen. Ik ben dan gestopt en zo begon ik opnieuw met triatlon.”
Vorig jaar finishte je in de Dodentocht in Bornem. Hoe blik je daarop terug?
“Dat bleek een beetje roofbouw op mijn lichaam te zijn. Vorig jaar ontmoette ik er een Nederlander. Hij noemde ons in plaats van personen met een beperking of een handicap, mensen met een mankementje. Ik vond dat zo’n mooi woord. Die tocht van 100 kilometer alleen doen, zou nooit gelukt zijn. Vincent was mee en wij hebben elkaar voortdurend gesteund, vooral mentaal. Ook al omdat het zeer zwaar was. Het heeft de hele nacht geregend.”
En nu focus je volledig op darts?
“In 2015 ben ik daarmee begonnen, tijdens een tornooitje in Stasegem. Ik was voor mijn ongeval een valide dartsspeler en het is staand toch een groot verschil met zittend. In mijn rolstoel moet ik bij het werpen voortdurend mijn evenwicht zoeken, mijn buikspieren corrigeren. Soms vrees ik dat ik ga vallen en ben ik bang om iets te breken. Ondertussen krijg ik van Vincent veel tips over mijn houding. Ook mentaal. Bij een mindere worp mag ik niet teleurgesteld schuddebollen. De tegenstander trekt zich daar aan op. Ik voel dat ik vooruitgang boek. De goesting blijft. Al train ik te weinig, wekelijks zo’n zes tot zeven uur. Dat mag gerust wat meer zijn.” (ACR)
sergevbelle67@gmail.com
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier