Régine Berg, de West-Vlaamse Cheetah van Moskou 1980

© Davy Coghe
Tom Vandenbussche

Ze nam twee keer deel aan de Olympische Spelen, behaalde als eerste Belgische atlete ooit een medaille op een wereldkampioenschap indoor en maakte deel uit van de Belgische 4×400 meter-estafetteploeg die op de Spelen van Moskou in 1980 als zevende finishte. Neen, Régine Berg (60) uit Bredene was zeker niet de eerste de beste. “Het was een ander tijdperk. Wist je dat ik zonder trainingsschema’s naar Moskou ben gegaan?”

Régine Berg ontvangt ons hartelijk in een appartementsblok in de Driftweg in Bredene. Weinig doet er ons aan herinneren dat hier een gewezen toploopster woont. Alleen een meesterwerk van de bekende Bredense marsepeinman Anthony Lams, dat de familie speciaal voor haar 60ste verjaardag liet maken, doet Berg terugdenken aan hoe het intussen bijna 43 zomers geleden was. Amper zeventien jaar en negen maanden oud was Berg toen ze in juli 1976 aan de Olympische Spelen in Montréal mocht deelnemen. “Ik was de jongste deelnemer aan het atletiektornooi. Die leeftijd was best wel uitzonderlijk, amper vijf jaar nadat ik in het spoor van mijn tweelingbroers Roland en René met atletiek begonnen was. Ik focuste me oorspronkelijk op de 80, 100 en 200 meter, maar toen ik eens een 400 meter liep en een sterke tijd neerzette, werd ik voor de nationale ploeg geselecteerd, iets wat nu niet meer bestaat. Tijdens een interland in het Italiaanse Jesolo haalde ik de limiet voor Montréal. Dat kwam heel onverwachts.”

Alberto Juantorena

Berg kan zich nog veel van het vijf weken durende Canadese avontuur voor de geest halen. “Ik herinner me vooral dat ik me na een tijd niet meer kon herinneren hoe België eruitzag”, lacht ze minzaam. “Dat olympisch dorp met alle atleten, dat was gigantisch. Wie me bijgebleven is? Alberto Juantorena natuurlijk. Hij won in Montréal zowel op de 400 als de 800 meter. Op die tweede afstand versloeg hij onze Ivo Van Damme (die eind dat jaar bij een auto-ongeluk om het leven kwam, red.). Juantorena was een heel imposante mens. Na onze wedstrijden hadden we met enkele Belgische atleten een stapje in de wereld gezet en kwamen we in de loop van nacht terug in het atletendorp. En wie zat daar te eten? Juantorena. Waarom hij daar middenin de nacht nood aan had, weet ik niet. Hij zal honger gehad hebben zeker?” In 2006 kwamen Berg en de Cubaan elkaar nog eens tegen. “Ter gelegenheid van de 30ste verjaardag van de Memorial Van Damme waren een pak ex-lopers met partner uitgenodigd. Zei ik tegen mijn man: wedden dat hij me nog kent? Hugo lachte eens. (grijnst) Maar Juantorena wist dus wel nog degelijk wie ik was.”

Dat ik aan topsport deed, werd op mijn school in Oostende niet goed onthaald. Dat was in die tijd niet de gewoonte

Régine Berg, de West-Vlaamse Cheetah van Moskou 1980
© Davy Coghe

Privé

Geboren op 5 oktober 1958 in Bredene. Woont in Bredene met haar echtgenoot Hugo Neirynck, gepensioneerd en jurylid bij de Vlaamse Atletiekliga (VAL). Werkt als bibliotheekmedewerkster in Bredene. Loopt in haar vrije tijd nog drie keer per week.

Carrière

Nam twee keer deel aan de Olympische Spelen: in Montréal 1976 op de 400m (kwartfinale) en 4x400m (reeksen), in Moskou 1980 op de 4x400m (zevende). Behaalde op de 400 meter zilver op het WK indoor in Parijs 1985, werd 4de op het EK indoor in Göteborg 1984 en werd 5de op het EK indoor in Pireaus 1985. Was Belgisch recordhoudster op de 4x400m (1975-2018), 400m indoor (1984-2019) en 800m outdoor (1985-1998). Is nog altijd Belgisch recordhoudster op de 4x800m (1986) en 600m (1988).

De anekdotes blijven komen. “Op een bepaald moment zei Gaston Roelants, de oudste Belgische deelnemer aan die Spelen, dat hij ergens een foto van mij van tijdens één van mijn wedstrijden had zien liggen. Gaston zei: die foto moet je kopen, want dat is een herinnering voor het leven. We zijn ernaartoe gegaan, maar de foto was intussen al verkocht. Een verzamelaar zeker? Op dat moment sta je niet stil bij zulke dingen. Ik besefte niet dat ik iets deed wat goed was, iets speciaals. Als ik nu iemand als Louise Carton tegenkom, zeg ik altijd dat ze van een mooie prestatie moet genieten. Ik deed dat zelf te weinig en keek direct naar de volgende wedstrijd om weer beter te doen. Het werd natuurlijk ook wel met de paplepel ingegeven. Ooit liep ik tijdens de Nacht van de Atletiek de limiet voor een EK. Ivan Sonck kwam naar mij toe en zei: ik vind dat je niet goed gelopen hebt. Waarop ik antwoordde dat ik toch de limiet gelopen had. (zucht) Nu hoor je zo’n kritiek niet meer.” Berg stuurt zichzelf wat bij. “Het is natuurlijk niet dat het nu allemaal zo fantastisch is. Toen Bashir Abdi onlangs het Belgisch record op de marathon scherper stelde, dacht ik dat de kranten er een grote reportage aan zouden wijden. Niet dus. Meer dan een klein artikeltje kreeg Abdi niet. Daarvan ben ik geschrokken.”

Te veel gelopen

Van de atlete Régine Berg is al lang geen sprake meer, maar het voorbije jaar kwam ze wel twee keer in de media. Vorige zomer braken de Belgian Cheetahs, de Belgische estafetteploeg bij de dames, het 38 jaar oude nationaal record waar Berg mee de hand in had. En in februari van dit jaar liep Cynthia Bolingo, zilveren medailliste op het recente EK indoor, als eerste landgenote de tijd van Berg op de 400 meter indoor van de tabellen. “In Montréal waren we er ook al bij op de 4×400 meter: Anne-Marie Van Nuffel, Rosine Wallez, Rita Thijs en ik. Maar dat was een gelegenheidsploegje. We hadden er niet voor getraind en kwamen dan ook te kort. Vier jaar later hadden we er wel voor gewerkt en werd ik samen met Lea Alaerts, Anne Michel en Rosine Wallez zevende in de finale, maar er zat nog veel meer in. Anne was van de Oostkantons en kwam nooit met ons trainen. Tijdens de reeksen in Moskou moest zij als tweede lopen, maar na haar eerste honderd meter bleef Anne gewoon in haar baan lopen. Ze wist gewoon niet dat ze naar de binnenbaan mocht komen. We hingen goed aan elkaar, maar contact is er zovele jaren later niet meer. Van Lea weet ik dat ze altijd voor het Olympisch Comité gewerkt heeft. Rosine zat in het leger en zag ik dertien jaar geleden nog eens naar aanleiding van 30 jaar Memorial Ivo Van Damme. Van Anne weet ik niets. Je moet weten: sociale media, die bestonden toen nog niet.”

Het is knap wat Bolingo doet. Net als de Cheetahs. Ze zijn haast uit het niets gekomen, maar dat lag vooral aan het gebrek aan media-aandacht. Die meisjes hadden ervoor wel al wat laten zien, hé

We herkennen van links naar rechts Anne Michel, Rosine Wallez, Liliane Meganck, Regine Berg en Lea Alaerts.
We herkennen van links naar rechts Anne Michel, Rosine Wallez, Liliane Meganck, Regine Berg en Lea Alaerts. “Liliane was de sprintster, terwijl ik en de drie andere meisjes als ploeg genomineerd waren voor de uitreiking van Femina, een soort van voorloper van de Trofee van Sportverdienste.”© Davy Coghe

Uiteindelijk bleef het Belgisch record van de Belgian Cheetahs avant la lettre maar liefst 38 jaar op de tabellen staan, want pas in juni 2018 gingen Margo Van Puyvelde, Hanne Claes, Cynthia Bolingo en Camille Laus voor het eerst sneller. “Natuurlijk beseften we toen niet dat onze tijd zolang zou standhouden”, knikt Berg, die het wel niet had zien aankomen dat Bolingo haar Belgisch indoorrecord op de 400 meter zou verbeteren. “Ik had eerder Camille Laus verwacht. Maar goed, Bolingo is net als Kim Gevaert indertijd een 200 meter-loopster. Het is knap wat ze doet. Net als de Cheetahs. Ze zijn haast uit het niets gekomen, maar dat lag vooral aan het gebrek aan media-aandacht. Die meisjes hadden ervoor wel al wat laten zien, hé.”

Nog twee records over

Opmerkelijk: Berg heeft op haar 60ste nog altijd twee Belgische records op haar naam staan: op de 600 meter en de 4×800 meter. “Als Renée Eykens ervoor gaat, loopt ze die 600 meter zo van de tabellen. Die 4×800 meter zette ik met drie teamgenotes bij Hermes Oostende neer. Griet Vanmassenhove heb ik enkele jaren geleden nog eens gezien. Van Linde Milo weet ik niet wat ze nu doet. En Ingrid Delagrange ben ik twee jaar geleden tegengekomen. Ze werkt net zoals mij op de gemeente, maar dan in Menen. Als we elkaar na vele jaren nog eens zien, is het meteen alsof het gisteren was. We hebben zoveel meegemaakt Maar het is toch zo moeilijk om echt contact te blijven houden.”

Eén keer haalde Berg het podium op een internationaal tornooi: zilver, op het WK indoor in Parijs in 1985. Ze werd de eerste Belgische die daarin slaagde. “Toen Kim Gevaert jaren later op medaillekoers lag, zei men tegen haar: je zal de eerste Belgische worden die een medaille op een WK indoor zal behalen. Waarop Kim antwoordde: vergeet Régine Berg niet. Dat vond ik echt tof van haar.” Berg zucht eens, maar wikt haar woorden. “Onlangs las ik dat een meisje van de estafetteploeg zei dat ze ernaar streven om de eerste Belgische 4×400 meter-ploeg op de Spelen te worden. Ik heb die zin drie keer moeten herlezen. Ik vond het raar dat ze zoiets niet weet.”

Boven van links naar rechts: Fons Brydenbach, Renno Roelandt, Rik Vandenberge, Danny Roelandt, Jacques Borlée, Eddy Deleeuw en trainer Wilfried Geeroms. Onder van links naar rechts: Regine Berg, Lea Alaerts, Rosine Wallez en Karin Verguts.
Boven van links naar rechts: Fons Brydenbach, Renno Roelandt, Rik Vandenberge, Danny Roelandt, Jacques Borlée, Eddy Deleeuw en trainer Wilfried Geeroms. Onder van links naar rechts: Regine Berg, Lea Alaerts, Rosine Wallez en Karin Verguts. “Met Fons was ik heel goed bevriend. Met Herman Van Coppenolle hadden we lang dezelfde trainer. Ook Jacques zie ik af en toe nog eens als we naar een meeting of prijsuitreiking gaan en dan slaan we zeker een praatje.”© Davy Coghe

We vragen Berg of haar palmares er anders had uitgezien als ze nu loopster was geweest. Ze haalt de schouders op. “Wie zal het zeggen? Ik moest indertijd alleszins op niet al te veel steun rekenen. Toen ik naar mijn eerste Spelen ging, liep ik nog school in het Sint-Lutgardusinstituut in Oostende. Als ik een examen niet kon afleggen, werd er amper rekening met mij gehouden. En zei men: dan moet je het morgen maar doen. Dat ik aan topsport deed, werd op school niet goed onthaald. Dat was in die tijd niet de gewoonte.” Toen Berg ging werken, deed ze enkele interims en werkte ze op de sportdienst van Bredene. Intussen is ze al 20 jaar bibliotheekmedewerkster in haar geboortedorp. “Toen ik met topsport stopte, had ik het enkele jaren moeilijk om me aan te passen en te leven met mensen die niet sporten. Maar die periode is voorbij.”

Geen kilometerloopster

Berg heeft de topsport al ruim 20 jaar vaarwel gezegd, maar ze blijft actief. “Ik jog nog, drie keer per week. Hoeveel exact weet ik niet. Ik ben geen kilometerloopster. Als ik me goed voel, loop ik snel en als ik me niet goed voel, loop ik traag. Andere hobby’s heb ik niet. Ik werk nog, hé. (knipoogt) Nog een jaar of vijf.” Berg volgt ook met veel aandacht de prestaties van profwielrenner Serge Pauwels uit De Haan, omdat echtgenote Ine Beyen het vroegere buurmeisje van echtgenoot Hugo is. En vorige week las ze dat haar Klemskerkse streekgenote Manon Depuydt het Belgisch belofterecord op de 300 meter scherper had gesteld. “Ik ken Manon behoorlijk goed. Haar vader liep in mijn tijd ook voor Hermes Oostende en was een 800 meter-loper.”

Dit weekend kijkt Berg uit naar het WK aflossingen in Yokohama in Japan. “Natuurlijk ga ik de Tornado’s en Cheetahs daar volgen. Dat het niet op de Belgische televisie te zien zal zijn? (haalt de schouders op) Dat is geen probleem. Daar zijn tegenwoordig toch voldoende websites voor?”

“Toen ik dichterbij kwam, stelde ik vast dat die heel mooie atlete een baard had”

Trainen deed Régine Berg dagelijks. Of toch zo goed als. “Meestal had ik één rustdag per week. En in de winter trainde ik meestal twee keer per dag, want ook krachttraining maakte deel uit van mijn trainingsschema’s. In Montreal werd ik begeleid door de trainer van Fons Brydenbach, maar vier jaar later was het een soepje, met als resultaat dat ik zonder schema’s naar Moskou ben moeten gaan. Het was een ander tijdperk.” Dat was niet het enige probleem: Berg moest het opnemen tegen sterke atletes uit het Oostblok. Velen van hen kwamen later in opspraak vanwege de toen overheersende dopingcultuur in hun land. “Je ziet zoiets al aan de limieten die men nu vooropstelt”, geeft de Bredense aan. “Op de 800 meter moeten ze nu tijden lopen die wij al moesten lopen, terwijl wij slechtere pistes, slechtere schoenen en een slechtere begeleiding hadden. Jarmilia Kratochvilova is nog altijd wereldrecordhoudster op de 800 meter. Marita Koch was de absolute topper op de 200 en 400 meter. En dan was er ook nog Katrin Krabbe. Toen ik mezelf voor een wedstrijd aan het opwarmen was, zag ik een heel mooie atlete staan, maar toen ik dichterbij kwam, stelde ik vast dat ze een baard had. Een week later testte Krabbe positief.” Berg zucht eens. “Maar hoe je het ook draait of keert: doping verdwijnt nooit. Ook nu wordt er nog altijd gefoefeld. Minder, maar het gebeurt.”