562 kilometer fietssnelwegen op papier, nog geen 200 kilometer die naam waardig
Fietssnelwegen brengen je snel, vlot, veilig en comfortabel van thuis naar het werk of naar school. Toch als we de website www.fietssnelwegen.be moeten geloven. In de praktijk blijken veel West-Vlaamse fietssnelwegen echte ‘moordstrookjes’ waarbij zwaar verkeer soms rakelings langs de fietsers dendert.
“Een fietssnelweg?! Mijn traject?! Echt?” Tom Masseele rijdt dagelijks 12 kilometer van Pittem naar zijn werk in Roeselare. “Dat doe ik nu al twee jaar lang elke werkdag, om een beetje meer beweging te hebben maar ook uit milieuoverwegingen”, zegt hij. “Het fietspad dat ik volg, is echt in erbarmelijke staat. Van de 12 kilometer naar het AZ Delta is er maar 1 kilometer die een beetje degelijk is. De rest is ronduit rampzalig. Eerst van de ene naar de andere betonplaat dokkeren, dan weer een smal fietspad tussen geparkeerde wagens en het rijdend verkeer… Niet bepaald comfortabel en zeker niet altijd veilig.”
Nochtans loopt het traject dat Tom Masseele dagelijks aflegt langs fietssnelweg F37 Roeselare-Tielt, een traject waar volgens een telling van de provincie 444 fietsers per dag passeren. En zo zijn er nog tientallen voorbeelden op te noemen.
Meer geld nodig
“Het klopt dat er nog veel werk is aan de fietspaden in onze provincie“, reageert gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe (SP.A), verantwoordelijk voor mobiliteit. “In onze provincie lopen 562 kilometer fietssnelwegen, maar 2/3 daarvan is nog te verbeteren of aan te leggen. Als ik bijvoorbeeld denk aan het traject lans de N8 tussen Veurne en Ieper. Daar is het fietspad op veel plaatsen inderdaad een echt moordstrookje, terwijl daar de fietssnelweg F38 loopt.”
Op de website fietssnelwegen.be wordt die route nochtans aangeduid als gerealiseerd en ‘befietsbaar’. De lijnen die je op fietssnelwegen.be kan vinden zijn zowel de geplande als de gerealiseerde routes. Op 1.406 kilometer van de geplande 2.400 kilometer, of 58% van het Vlaamse fietsnetwerk, kan je vandaag al fietsen. Maar dat betekent gewoon dat er fietsinfrastructuur is of een andere bestaande weg waarop een fietser zich kan verplaatsen. Dit houdt geen kwaliteitsbeoordeling van de infrastructuur in. “Grote stukken fietssnelweg zijn al befietsbaar, maar kunnen nog verbeterd worden“, legt gedeputeerde Jurgen Vanlerberghe uit.
“Ons budget voor fietsinfrastructuur hebben we verdubbeld naar meer dan 5 miljoen euro. Maar het klopt dat er veel meer geld nodig is. Mocht het Vlaams gewest dezelfde inspanning doen zouden we de inhaalbeweging veel sneller kunnen doen.”
Het traject tussen Veurne en Ieper is op veel plaatsen een echt moordstrookje, terwijl daar de fietssnelweg F38 loopt – Jurgen Vanlerberghe, Gedeputeerde voor Mobiliteit
Sinds mei dit jaar hebben fietssnelwegen de kwalificatie ‘van groot openbaar belang’ waardoor het makkelijker wordt om vergunningen af te leveren voor fietssnelwegen door natuurgebieden. Al zal de overheid nog altijd moeten aantonen dat er geen andere alternatieven zijn en dat de aangesneden natuur gecompenseerd wordt. “Deze beslissing is een belangrijke stap vooruit om Vlaanderen verder bereikbaar te maken per fiets”, aldus Vlaams minister van Mobiliteit Ben Weyts. “We creëren ruimte om het fietscomfort te verhogen voor onder andere woon-werkverkeer.”
Begin juli maakte minister Weyts nog 10 miljoen euro vrij om het fietscomfort op jaagpaden te verbeteren. “Ook die ingreep moet de tweewieler populairder maken voor woon-werk- en woon-schoolverkeer”, legt minister Weyts uit.
Werk van lange adem
De inspanningen zijn dringend nodig. Steeds meer mensen schakelen uit milieu- of gezondheidsoverwegingen over op de fiets om zich te verplaatsen naar het werk. En zeker met de opkomst van elektrische fietsen en speed pedelecs gaan die verplaatsingen ook steeds sneller. “Wij moeten mee op die trein springen en de fietsers voldoende comfort bieden”, vindt Jurgen Vanlerberghe.
“Al is de aanleg van weginfrastructuur dikwijls een werk van lange adem. Soms zijn de richtlijnen zelfs al veranderd op het moment dat we eindelijk aan de aanleg kunnen beginnen. Onlangs is een lang fietstraject van 2,5 meter breed gerealiseerd, terwijl de norm voor een fietssnelweg ondertussen op drie meter ligt… Dan is het een kwestie van compromissen sluiten. Als we voor die drie meter waren gegaan, dan hadden we opnieuw plannen moeten goedkeuren, onderhandelen over onteigeningen…. Het project zou op die manier weer voor járen vertraging oplopen. Dan heb ik liever dat de fietsers nu al een mooi en degelijk fietspad ter beschikking hebben, dat licht afwijkt van de norm.”
Minder open ruimte
Provincie West-Vlaanderen heeft het netwerk van fietssnelwegen opgebouwd tussen stedelijke gebieden en economische knooppunten. De fietssnelwegen bevinden zich vooral rond de grote assen, zoals waterwegen en spoorlijnen. Maar net in die verstedelijkte zones is het moeilijk om aan de vereisten voor fietssnelwegen te voldoen.
“Op fietsostrades streven we ernaar om de fietser altijd voorrang te geven op de auto, maar dat is niet altijd realistisch en niet altijd even veilig. Dus streven we naar de veiligste oplossing. Bij een traject tussen steden is het voor de laatste kilometers, het dichtst bij de stad, heel vaak zoeken naar het ideale traject. Daar is er immers minder open ruimte. Soms werken we met fietsstraten, soms kan het niet anders dan over een smal bestaand fietspad de stad binnen te rijden.”
Wat is een fietssnelweg p>
Een fietssnelweg is een route die bij voorkeur bestaat uit wegen die voorbehouden zijn voor fietsverkeer. De fietsostrade beoogt een efficiënte en aangename verplaatsing van punt A naar B, niet enkel voor werk- en schoolverkeer, maar ook voor recreatieve tochten.
Op de fietssnelweg is de norm dat je als fietser over lange afstanden 25km/u kan aanhouden, verplichte stops zoals voorrang verlenen en rode verkeerslichten inbegrepen.
Vaak lopen deze routes parallel met een kanaal of een spoorlijn. Ze bestaan uit een aaneensluiting van infrastructuren. In de praktijk kan een fietssnelweg dus een jaagpad, een weg voorbehouden voor landbouwvoertuigen, voetgangers, fietsers en ruiters, fietsstraten en (tweerichtings)fietspaden, woonstraten (gemengd verkeer) of een combinatie van voorgaande zijn.
Sommige fietssnelwegen zijn al herkenbaar aan de borden met het blauwe F-logo.
Bron: www.fietssnelwegen.be p>
Tot 8.000 euro per kilometer p>
Nieuwe topfietspaden kosten geld, veel geld. De kosten per aangelegde kilometer variëren van 300.000 tot 800.000 euro. Hierbij is het laagste bedrag van toepassing voor een eenvoudig maar brede fietsweg, het hoogste bedrag voor stukken die complexe structuren vragen zoals bruggen of tunnels. Denk maar aan het bruggencomplex over de Expresweg bij het binnenrijden van Brugge, waar het fietsverkeer volledig afgescheiden is.
Toch kleine trapjes vooruit p>
Stelselmatig worden de ontoereikende fietsostrades aangepakt. Onlangs is de F374 (jaagpad Kanaal Bossuit – Kortrijk) tussen Zwevegem en Kortrijk heraangelegd. De F36/F371 kreeg in Ooigem een onderdoorgang. De provincie trekt nu geld uit voor de heraanleg van de Vrijbosroute, de F351 tussen Kortemark en Ieper. Ook langs het Guldensporenpad (F45, Gent-Oudenaarde-Kortrijk) wordt op dit moment werk gemaakt van het aanleggen van twee missing links in Avelgem en Zwevegem. De ene is afgewerkt, de andere volgt eerstdaags.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier