Zouzou Ben Chikha ontmoet Lucie Plasschaert: “Theater blijft de moeite om voor te vechten”

Lucie Plasschaert en Zouzou Ben Chikha: twee generaties met een gemeenschappelijke liefde voor hun vak. (foto Kurt) © Foto Kurt
Bert Vanden Berghe

Misschien wel het mooiste aan theater is dat zowel makers, spelers als publiek zichzelf constant in vraag durven stellen. Zo ook Zouzou Ben Chikha en Lucie Plasschaert, die elk hun eigen creatieve ding doen en die wij voor het eerst samenbrachten. Geen clash tussen de oude en de nieuwe wereld, zoals ze zichzelf noemen, maar een boeiende babbel over creativiteit, faalangst en onrechtvaardigheid. En ja, ook over de zin en onzin van woke. “Want met ‘vort’ cynisme raken we nergens.”

Dit is een verhaal dat verscheen in De Krant van Wim, een bijzondere editie van De Krant van West-Vlaanderen met Wim Opbrouck als hoofdredacteur.

We spreken af in Lumière in Gent, de plek waar Zouzou de laatste jaren schreef aan de fictiereeks Grond, samen met Wannes Cappelle en Dries Heyneman, die dezer dagen op de wereld wordt losgelaten. Al zal televisiekijkend Vlaanderen hem het best kennen als Amar in Bevergem, met later ook een passage in De Dag en De Twaalf. Maar zijn halve leven lang heeft hij al zijn hart verkocht aan theater, van het theatergezelschap Union Suspecte, dat hij samen met zijn broer oprichtte, tot Action Zoo Humain. Minder ervaring, maar niet minder talentvol is Lucie Plasschaert. Net afgestudeerd aan het KASK, maar ze maakt al furore bij Studio Orka en Compagnie Cecilia. Ze maakt ook deel uit van het Gentse theatercollectief Camping Sunset. “En we worden ook onder de vleugels genomen bij Eigen kweek, een nieuw initiatief van verschillende West-Vlaamse cultuurcentra dat jonge makers wil ondersteunen”, klinkt het enthousiast.

Kende je Lucie al, Zouzou?

Zouzou: “Nee, al heb ik begrepen dat we allebei Marijke Pinoy kennen. Dat is een beetje mijn compagnon de route. Extreem gepassioneerd en geëngageerd. Maar Camping Sunset kende ik wel, ja. Een toffe groep vol energie. Machtig om te zien, gasten die zich vollen bak smijten. Sommige jonge mensen nemen zichzelf of het vak meteen veel te serieus en laten zich zo muilkorven. Jammer, want zo ontdekken ze heel weinig over zichzelf.”

Lucie: “We repeteren doorgaans slechts twee weken. Dat is echt top. Er wordt vooral gefocust op het spel, hoewel er dramaturgisch keuzes moeten gemaakt worden. Maar dat muilkorven, daar is geen tijd voor. Je mag ook falen. Als het niet supergoed zit, dan weet je dat dat ook mag.”

Is dat stresserend?

Zouzou: “Niet als je jong bent. Vandaag ben ik op een leeftijd gekomen dat ik het gevoel heb alles te kunnen verliezen. Ik ga dóód voor een première. Vroeger toen ik theater deed met mijn maat Mourade Zeguendi, dan was het voor de voorstelling eentje drinken en hop, we vliegen erin. Kamikaze! (lacht) Je smijt je en ziet waar je uitkomt.”

Waarom heb je het gevoel dat je alles kan verliezen?

Zouzou: “Door mij te settelen en kinderen te krijgen. Dan word je financieel afhankelijk van je werk. En heb je stress omdat je aan de ene kant een grote drive hebt om een verhaal te vertellen, maar je wil ook de volgende keer de kans krijgen om nog iets te vertellen. Mijn faalangst is veel groter geworden.”

Ben jij je bewust van dat gevaar, Lucie?

Lucie: “Als je jong bent, wil je het goed doen. Dan neem je risico’s. En ja, er is een kans dat het een kakvoorstelling wordt, maar dat neem je erbij. We hebben ook maar twee weken. Al is dat geen excuus waar we ons achter willen wegsteken. Het helpt niet dat er veel onzekerheid is binnen deze sector. Als ik nu mijn agenda voor 2023 bekijk, dan denk ik: shit, komt het nog wel goed?

Het helpt ook niet dat de wereld aan een rotvaart verandert. Het tempo ligt hoger en je moet zorgen dat je meekan.

Zouzou: “Absoluut, zeker als ik dat vergelijk met de beginjaren. De zalen moeten nu op voorhand volzitten. Mentaal vind ik dat zwaar. In het begin is dat een spel, maar de discrepantie die ontstaat omdat je op zoek bent naar meer zekerheid, is niet simpel. Toen we vroeger niet speelden, zaten we aan de dop. En in die tijd bedachten we iets nieuws.”

Jij kan niet vergelijken met vroeger, Lucie, maar ervaar jij die druk ook?

Lucie: “De laatste jaren kom ik steeds meer in contact met mensen die al langer in het veld staan. En je ziet dat de pot gewoon kleiner is, maar dat iedereen veel wil maken. Daar zit echt iets superscheef.”

Zouzou: “Het idee alleen al van een volle zaalbezetting. Hoe experimenteel ook, je kan het je nu amper permitteren om voor twintig man te spelen. Je moet zorgen dat je publiek hebt en daardoor moet je toegankelijk zijn. Dat maakt het moeilijker, maar dat is ook geen reden om ermee te stoppen. Er is een reden dat theater bestaat. Net als het moeilijk gaat, kan je er iets interessants uit puren.”

Lucie: “Het is moeilijk om daaraan toe te geven. We zijn bij Sunset met veel te veel om deftig betaald te worden. Die twee weken passen binnen ons concept, maar zonder die korte periode zouden we dat nooit kunnen financieren. Dan vrees ik dat een ander gaat redeneren: ah, maar je kan ook theater maken in twee weken?

Cultuur heeft de afgelopen jaren stevige klappen gekregen. Ook een prachtig gezelschap als Studio Orka stopt ermee. Als jonge maker is dat niet hoopvol.

Lucie: “Dat ís ook heftig. Het is superjammer dat Orka stopt, maar dat betekent niet dat die mensen verdwijnen. De sector evolueert en dingen blijven ook niet altijd bestaan. Soms kan dat zelfs een bevrijding zijn.”

De sector verandert, maar de verhalen ook. Naar thema’s als klimaat, gender en racisme kan je niet meer naast kijken.

Zouzou: “Ik ben al dertig jaar bezig met racisme aan de kaak te stellen, op zoveel verschillende manieren binnen de theaterruimte tussen makers, spelers en publiek. Ik ben heel blij dat het nu meer naar de oppervlakte komt.”

Lucie: “Ik denk ook dat corona daar veel mee te maken heeft, net als sociale media. Het besef wat er leeft, niet meer wegkijken ook. Theater gaat vaak over een performatieve kant en wordt geacht leuk te zijn, maar het betekent niet dat je die thema’s niet aan bod kan laten komen.”

Zouzou: “Theater is een weerspiegeling van de realiteit van dat moment. Of een vooruitblik naar de toekomst, of een herinterpretatie van het verleden.”

Lucie: “Ik denk dat de generatie die nu aan het woord is, dat die het niet for granted neemt dat ze de ruimte krijgen om hun verhalen te vertellen.”

Zouzou: “Zeker met sociale media raakt alles in een stroomversnelling. Een aantal jaar geleden ben ik me daardoor opeens heel bewust geworden dat niet heel België denkt zoals ons publiek. Alsof je in een bubbel zit. Door sociale media merk je opeens: fuck, waar heb ik geleefd?

Heb jij ook dat gevoel?

Lucie: “Ik denk dat dat de grootste opdracht is als maker en speler. Denken dat mensen buiten dat wereldje op ons zitten te wachten, is enorm naïef. Daar ben ik me hard van bewust.”

Zouzou: “Theater is ook maar een klein deeltje binnen het cultuursegment. Ik schrok ervan hoe weinig mensen per jaar naar theater gaan.”

Lucie: “Dat is echt opvallend.”

Zouzou: “Maar ik geloof nog altijd heel hard dat het een belangrijke ontmoetingsplaats is. Net daarom wil je er ook voor vechten.”

Lucie: (knikt) “Daarom word ik ook mottig dat veel tickets sinds corona vijfenfuckingtwintig euro kosten. Dat is superveel geld voor veel mensen. Zo dreig je leeg te bloeden.”

Zouzou: “De afgelopen periode heeft ons weer doen beseffen, dat wat wij doen, absoluut niet waardeloos is. Het is cliché, maar in theater ontstaat er magie. Onderga je die emoties. Wauw. Er is ook die spanning dat er iets kan mislopen. Dat is best grappig, als je daarbij stil staat, als je vlak voor een voorstelling denkt: waarom doe ik dit mezelf toch aan?

Gaat dat over?

Zouzou: “Sorry, Lucie, maar dat wordt alleen maar erger.” (lacht)

Lucie: “Het mooie is ook dat je altijd een ander publiek hebt. De ene avond denk je: yes, iedereen is mee! De andere avond krijg je weinig terug van je publiek. Maar Zouzou heeft gelijk: er is niets mooier dan samen lachen en samen huilen als publiek.”

Zouzou doet ook televisie. Is dat iets dat jij ook ambieert?

Lucie: “Ja, al heb ik er een moeilijke relatie mee. Ik ben al vaak teleurgesteld als ik zie welke rollen vrouwen mogen spelen of wat er van ons gemaakt wordt. Negen op de tien audities komt de vraag of we kunnen huilen op commando. Niemand kan dat. En als vrouw ben je ofwel de depressieve tiener, de seksbom of de moeder. Dat verandert ook supersnel. Ik zat op de tram met een vriendin van 26 jaar, die de vraag kreeg of ze een moeder wilde spelen. En ze schrok echt: ben ik daar nu al? Nee, denk ik dan, de sector is daar, jij niet.”

Zouzou: “Vroeger werd ik vaak getypecast als de terrorist of de uitbater van een pitabar. In Bevergem werd niet gerefereerd naar mijn afkomst, en ook in De Twaalf niet. Nu had ik opnames voor de film Zeevonk, en daar ook niet. Weet je hoe bevrijdend dat is? Ik begrijp die strijd bij vrouwen net daarom heel goed. De tijden zijn heel interessant. Mensen klagen over woke. (blaast) Het gaat niet over wat mensen eisen, maar waar we uiteindelijk samen stranden. Ik moet dan altijd denken aan de arbeidersstrijd. Als die niet zo radicaal was geweest bij momenten, dan was er van de middenklasse geen sprake. Soms moet je het ook eens ver duwen. Er zijn dingen op til die onze ogen doen opentrekken. Waarom zou je daar verzuurd op reageren? Onze wereld is nu eenmaal aan het veranderen. En als ik kijk naar mijn zoon van 19 en dochter van 14… dat is de max als ik hen bezig hoor. Dan voel ik ook dat ik nog echt bij die oude wereld behoor. Weet je, je moet niet akkoord zijn met alles, maar met dat vort cynisme geraken we nergens. Kijk, luister en discussieer. Veel onrechtvaardigheden zijn te lang aanvaard geweest.”

Lucie: “Echt veel te lang.”

Zouzou: “Sommige mensen willen graag voor dat status quo gaan, maar dat wil zeggen dat je dat onrecht ruimte blijft geven. Dan moet je de vraag stellen: willen we een onrechtvaardige samenleving of niet? Heel simpel. En daar moet je niet lacherig over doen.”

Lucie: “Of we mogen niets meer. Fuck off. Je mag alles, maar asjeblieft: educate yourself. Wéét waarover je het hebt.”

Zouzou: “Ik had tranen in mijn ogen toen ik het boek De meeste mensen deugen las. Er is nog een lange weg af te leggen, maar er zijn ook veel positieve evoluties. Eén daarvan is oude en slechte gewoontes, zoals het kolonialisme, in vraag stellen. De wereld is veranderd, onze gedachten mogen dat ook.”

Voel je dat je een strijd moet leveren?

Lucie: “Ik denk dat je als mens je superbewust moet zijn wat jouw privileges zijn en dat je echt je bek moet opendoen als er onrecht is. Al vind ik strijd een raar woord. Het is een van de normaalste zaken en toch moet het benaderd worden als een strijd.”

Zouzou: “Er is een discussie gaande. Dat betekent niet dat de slinger is doorgeslagen. Het voelt misschien zo aan, omdat je het niet gewoon bent om daarover te discussiëren. En dat is ongemakkelijk, ja. Alles op één hoop gooien, onder bijvoorbeeld de noemer woke, dat is gewoon ongelooflijk lui. Er is zo’n brede waaier aan posities en meningen. Er is niet één groep die te ver aan die klepel zwaait. Dat is gewoon het schrikbeeld dat politici daar graag aan hangen, in de hoop electoraal te scoren. Met theater heb ik altijd geprobeerd om een verschil te maken op niveau van identiteit. Dat moeten we blijven doen, zolang het nodig is. Maar het kost tijd. Veel tijd.”

Lucie: “Het is inderdaad al zo lang bezig. Als het over gender gaat, is de discussie plots nieuw. Nee, dat is al zo lang een strijd voor zoveel mensen. Het is dan ook frustrerend om te horen dat het nieuw is. En dan ben ik nog een geprivilegieerde heteroseksuele, witte vrouw. Gaat het snel? Nee, maar we moeten blijven druk uitoefenen.”