Anneleen Fransen ontmoet Gudrun Callewaert: “Het licht in de ogen weer zien, daar doe je het voor”

Anneleen Fransen van vzw Boven de Wolken en Gudrun Callewaert van Het Ventiel. © Joke Couvreur
Olaf Verhaeghe

Omdat het nodig was. Uit pure noodzaak voor wie door het immense verdriet die het verliezen van een baby’tje of het kwijtraken van een geliefde door jongdementie veroorzaakt, heen moet. Dáárom doen Anneleen Fransen (40) en Gudrun Callewaert (57) wat ze doen. Elk op hun manier, maar altijd vanuit hun hart. “Mocht iedereen zot genoeg zijn om de wereld een klein beetje beter te wíllen maken… Het zou hier zoveel mooier zijn.”

Dit is een verhaal dat verscheen in De Krant van Wim, een bijzondere editie van De Krant van West-Vlaanderen met Wim Opbrouck als hoofdredacteur.

Meer dan eens zullen ze elkaar omhelzen. Elkaar innig vastpakken, diep in de ogen kijken en glimlachen. Anneleen Fransen, bezielster van vzw Boven de Wolken, en Gudrun Callewaert, oprichtster van Het Ventiel, ontmoeten elkaar vandaag voor het eerst, maar zitten meteen op dezelfde golflengte. We zijn in het kleine maar aimabele Hulste, bij Brasserie Marie, op een boogscheut van waar Gudrun woont. Dat ze nog even moest wachten op haar dochter die bij haar man kon blijven, zegt ze verontschuldigend voor de luttele minuten laattijdigheid. “Dat we beter een glas cava zouden bestellen”, glimlacht Anneleen terug. “Om te toosten op vandaag.” De toon is gezet. Vandaag wordt het leven en het mooie gevierd, niet de dood of het verlies.

Boven de Wolken en Het Ventiel zijn ongeveer even oud, maar jullie parcours ziet er helemaal anders uit. Boven de Wolken komt intussen in bijna elk ziekenhuis in België, Het Ventiel is er enkel in eigen streek.

Gudrun: “Zo’n tien kilometer rond Hulste, ja. Heel bewust. Het mag geen copy-paste worden. De buddywerking in Gent, Sint-Niklaas of de Westhoek heeft een eigen naam en een eigen manier van doen. Wij willen geen Ventielen over heel Vlaanderen. Het moet een antwoord zijn op waar in die omgeving, met die specifieke groep, nood aan is. Die eigenheid is net heel erg belangrijk.”

Anneleen: “Wij zijn in korte tijd enorm gegroeid, moeten groeien ook. Maar we hebben ook moeten vechten. Er was weerstand, we werden uitgelachen en soms zelfs uitgescholden. Zeker in Wallonië is het taboe rond doodgeboren baby’s ook vandaag nog heel groot.”

Jullie zijn allebei vanuit een persoonlijke ervaring gestart. Voor jou, Gudrun, kwam jongdementie heel dichtbij.

Gudrun: “Patrick was 49 toen jongdementie toesloeg.”

Anneleen: (schrikt) “Zo jong?!”

Gudrun: “Ja, 49 jaar. Ik ben gestopt met werken, Patrick kon niet langer alleen thuis zijn. Ik ben Het Ventiel gestart uit noodzaak, voor hem. Omdat er niets was voor mensen met jongdementie.”

© Joke Couvreur

Hoe kan dat? Jongdementie bestaat toch al langer dan vijf, zes jaar?

Gudrun: “Toen wij in 2012 de diagnose kregen, had ik ook nog nooit gehoord van jongedementie. Ik kende alzheimer, ik wist dat het om vergeten ging, maar dementie was iets voor voor 80-plussers. Vroeger werd jongdementie niet benoemd of herkend. Dat was een burn-out, een depressie, een midlifecrisis. Die ommekeer is pas in 2013 gekomen, dankzij Te Gek?! Op die fietsvakantie hebben we voor het eerst andere mensen met jongdementie ontmoet. En dat was één vriendenploeg. Daar heb ik gezien wat er wél nog kan, daar twinkelden Patricks ogen opnieuw. Het geluk op de top van de Ventoux mocht niet stoppen eens we weer thuis kwamen. Dáárom ben ik Het Ventiel gestart.”

Is het ontstaan van Boven de Wolken gelijkaardig, Anneleen? Eén moment waarop je voelt: dit moet ik doen?

Anneleen: “In april 2015 was ik aan het werk als vroedvrouw, in het ziekenhuis in Oostende, toen An-Sofie en Roel uit de lift stapten. Een koppel kinesisten, 39 weken zwanger van hun eerste dochtertje. Zij kijkt me aan en zegt: ik voel Marie-Lou niet meer bewegen.

Gudrun: “Oh neen! Dat mag je niet gedroomd hebben.”

Anneleen: “Ik heb toen de hele geboorte en dat intieme afscheid mogen fotograferen. Enkele dagen later ging ik naar de begrafenis en zag ik An-Sofie daar staan, echt in zombiemodus. Ik kwam bij haar, ze pakte mij vast, het licht ging aan in haar ogen en ze fluisterde: de enige reden dat ik hier vandaag kan staan, is dankzij jouw foto’s. Toen is voor mij Boven de Wolken geboren.”

Gudrun: “Die twinkel in de ogen. Toch dat ene moment, hé. Daarvoor doe je het. Ik herken dat heel erg. Oh, kijk Anneleen, ik heb kippenvel.”

© Joke Couvreur

Anneleen: “Ik zelf ook eigenlijk. Nog altijd. (glimlacht) Niet veel later las ik, heel toevallig, Sharons verhaal. Toen Nina, haar tweede kindje, 24 uur na de geboorte overleed in 2012, had Sharon de reflex om foto’s te laten nemen. Zulke belangrijke beelden, voor haar persoonlijk. Maar zij was een van de weinige mama’s die foto’s had. Andere ouders hadden, als ze geluk hadden, enkel heel lugubere beelden, gemaakt door de vroedvrouw. Kleine baby’s in een kartonnen bakje, vol bloed, onscherp en met een keiharde flits genomen. Zoiets. Ik heb Sharon gebeld en twee weken later zijn we begonnen in drie ziekenhuizen. Tegen het einde van dat jaar hadden we 30 fotografen en zaten we over heel Vlaanderen.”

Gudrun: “Dan voel je dat er nood is.”

Jullie zijn allebei vanuit een noodzaak begonnen en gegroeid.

Gudrun: “Je beseft hoe nodig het is. En je vraagt je af: waarom deed niemand dit al? Al die reacties, al die vragen.”

Anneleen: “Ik snap nog altijd niet, en ik zeg dit vaak tegen Sharon, hoe wij twee daar zijn moeten mee beginnen.”

Ik had nooit gedacht dat Het Ventiel zo’n impact op de maatschappij zou hebben – Gudrun Callewaert

Beseffen jullie dat wat jullie doen taboedoorbrekend is?

Gudrun: “Je doet dat gewoon, uit jezelf. Ik had nooit ingeschat dat Het Ventiel zo’n impact op de maatschappij zou kunnen hebben. Nooit. Zoals jij zegt Anneleen, om van elk doodgeboren kindje foto’s te maken, omdat je voelt dat dat moet. Dat is voor jou evident. Naar mijn gevoel is wat wij doen ook evident. Het Ventiel is simpel: mensen met jongdementie en andere mensen samenbrengen om gewoon leuke dingen te doen.”

Moet je niet af en toe de tijd nemen om daar wel bij stil te staan?

Gudrun: “Ik vind dat niet belangrijk. Zo spectaculair is wat wij doen toch niet?”

Anneleen: “Maar het was er niet. En er was een groot tekort.”

Gudrun: “Het zijn heel kleine dingen waarmee je het verschil maakt. Dat is het mooie, het pure ook. Met iets kleins maak je een groot verschil.”

Anneleen: “Wij konden niet anders dan extreem groeien, dat is misschien het enige verschil tussen onze werkingen. Een koppel dat haar zoontje of dochtertje verliest in Oostende verschilt niet van een koppel in Limburg, Luik of zelfs Mexico. En het gaat niet om die foto. Het gaat om iets veel diepers, iets waardevollers.”

© Joke Couvreur

Gudrun: “Het gaat ook over verbondenheid. Mensen weten vaak niet hoe ze moeten reageren op of praten met ouders die net hun kindje verloren. Dankzij jullie is er een foto om te tonen, iets tastbaars. Zonder dat je zelfs ook maar iets moet zeggen, opent dat deuren.”

Anneleen: “Ja, dat is iets fantastisch. Weet je wat ons bindt? Dit zijn onderwerpen waar we in onze maatschappij nog te vaak met een boog omheen lopen. Door wat wij doen, start je het gesprek.”

Gudrun: “Er wordt over gepraat, ja. Heel belangrijk. Die impact is er, zonder dat dat initieel je bedoeling was.”

Anneleen: “In onze maatschappij werden de dood en het verlies ineens gebannen. Verstopt, weggestoken. Dat hangt volgens mij samen met de ontwikkelingen in de gezondheidszorg. De dood werd aanzien als falen van de wetenschap en van de arts.”

Gudrun: “Je had dat ook met ziekte. Ze zaten binnen in ‘t zottekot. Zolang er maar niet over gepraat werd.”

Anneleen: “Nu merk je dat rouwen en de dood eigenlijk weer een rechtmatige plaats opeisen. Dat is de reden waarom wij ook zusjes of broers betrekken bij een fotosessie. Dat moment komt nooit meer terug, je mag hen dat niet ontnemen.”

Gudrun: “Bij Het Ventiel zijn we intussen 28 mensen verloren. Maar een uitvaart is altijd een viering van het leven. Elke keer weer krijg je kippenvel als je hoort hoe familie, kinderen, een partner vertellen over hoe het vroeger was. Afscheid nemen doet pijn, maar door het leven te vieren vind je troost in wat er was.”

Anneleen: “Een troost uit herinneringen.”

Is dat de gemene deler tussen jullie vzw’s? Het mooie in het verlies zoeken.

Anneleen: “Dat is wetenschap. Een rouwproces is troost halen uit herinneringen. In ons geval, met baby’s, is die tijd zeer miniem of zelfs onbestaande. Wij creëren bewust die herinneringen.”

Gudrun: “Dat is bij ons net hetzelfde! Als je die diagnose krijgt, denk je mijn verhaal stopt, mijn leven stopt. Als kind van, als partner van. Wij proberen dat om te buigen en zeggen kijk niet naar wat er niet meer kan, maar kijk naar…”

Anneleen: (vult aan) “…wat wel nog mogelijk is. Dat vind ik heel mooi.”

Gudrun: “In de periode die je nog hebt, proberen herinneringen op te bouwen. Wij hebben meer tijd dan jullie, maar eigenlijk komt het op hetzelfde neer. We gaan op zoek naar nieuwe uitdagingen, dingen die wel kunnen.”

© Joke Couvreur

(Gudrun en Anneleen omhelzen elkaar)

Anneleen: “Zot, hé. (glimlacht naar Gudrun) Oh, zo mooi. Dat is identiek hetzelfde. Het doet mij deugd om dat zo te horen.”

Gudrun: “Als mensen me vertellen dat wij met Het Ventiel voor iemand het verschil hebben gemaakt, voel ik die warmte in heel mijn lichaam.”

Is dat het mooiste compliment dat jullie kunnen krijgen?

Gudrun: “Ik heb dat nog nooit zo gezien. Maar nu je het zegt… Misschien wel, ja.”

Anneleen: “Het geeft je wel de energie om door te gaan. Als je focust op het verdriet en het verlies, dan fotografeer je één keer en keer je nooit meer terug. Maar als je focust op het verschil maken voor mensen in de donkerste periode van hun leven… Dan voelt het alsof ik licht geef. Dat gevoel is zo groot, zo vullend. Dat is onbetaalbaar.”

Gudrun: “Het is verwonderlijk dat we zoveel raakpunten hebben, Anneleen. Ik snap helemaal wat je bedoelt.”

Anneleen: “We doen iets oprecht vanuit ons hart. En dan heb je altijd raakvlakken.”

Jullie zijn allebei de trekkers, het gezicht ook een beetje. Maar hoe belangrijk is de groep bij een vzw?

Gudrun: “Cruciaal. Zonder de buddy’s, zonder de groep is er niets. Ik wil niet dat, als ik door om het even wat morgen stop, het verhaal van Het Ventiel stopt. Het is te belangrijk.”

Ben je daar bang voor?

Gudrun: “Ik? Neen. Het zal anders zijn, maar dat moet kunnen.”

Anneleen: “Ik wel. Soms.”

Gudrun: “Het is wel mijn kindje. Maar je kind laat je ook los. Maar dat is moeilijk.”

Anneleen: “Dat is voor mij heel moeilijk. Ik ben bang dat een stiefmoeder nooit dezelfde liefde, passie, energie, overtuiging zal hebben als Sharon en ik.”

© Joke Couvreur

Gudrun: “Dat is een kwestie van vertrouwen, denk ik. Langs de andere kant, en veel mensen zeggen me dat, er zal niemand zo zot zijn om te doen wat ik doe.” (lacht)

Anneleen: “Ik heb het gevoel dat Boven de Wolken nog een kleuter is.”

Gudrun: “Ik denk niet dat het nog een kleuter is. Boven de Wolken is een lagereschoolkind, al klaar voor het middelbaar. Op een bepaald moment moet je een keer uitzoomen, Anneleen. Met je helikopter boven je vzw vliegen. Gemakkelijk gezegd, hé? Ik kan dat ook niet hoor.”

Waar dromen jullie nog van?

Anneleen: “Ze noemen ons soms wereldverbeteraars. Maar mocht iedereen een verschil wíllen maken… De wereld zag er helemaal anders uit. Mocht iedereen zot genoeg zijn dat te willen te doen, het zou hier zoveel mooier zijn. Jij doet dat als geen ander Gudrun, ik doe dat vanuit mijn job als vroedvrouw.”

Gudrun: “Iedereen heeft een verhaal, iedereen kán dat doen.”

Anneleen: “Toen we begonnen, zegden velen dat we zot waren.”

Gudrun: “Chance dat er nog zotten zijn, niet?” (lacht)

We zien een onrecht en doen er iets aan. Mocht iedereen dat doen, zijn er geen problemen meer – Anneleen Fransen

Anneleen: “Maar wij zijn toch niet zot? We zien een onrecht, we doen daar iets aan. Mocht iedereen dat willen doen, er zouden geen problemen meer zijn.”

“Uw vraag was waar we van dromen, zeker? Eerlijk? Als ik niet naar geld moet kijken, wil ik Boven de Wolken over de hele wereld verspreiden. In een handvol landen bestaan er gelijkaardige initiatieven, maar overal elders blijft het op dat vlak zo schrijnend stil. We zouden de koppen moeten bij elkaar steken, met de vzw’s uit Duitsland, Nederland en Frankijk. Hoe mooi zou dat zijn? Een wereldwijd netwerk voor ouders die hun kind verliezen.”

En jij, Gudrun?

Gudrun: “Voor mij is het heel simpel: wie ook, waar ter wereld en op welke manier maakt me niet uit, zolang we maar proberen het licht in de ogen van mensen met jongdementie terug te krijgen. Als die mensen hun ogen twinkelen, dan krijg je dat automatisch bij de familie en de omgeving. Hoe en door wie, doet er voor mij niet toe.”

Anneleen Fransen (40) groeide op in de Kempen, maar woont al jaren in Oostende. Ze is alleenstaande mama van Lucas (10) en Matteo (8). Ze was tot twee jaar terug vroedvrouw in het Serruysziekenhuis in Oostende. In 2016 richtte Anneleen samen met Sharon Geirnaert vzw Boven de Wolken op, een organisatie die prachtige foto’s maakt van overleden pasgeborenen. Ze werkt hier voltijds voor. De vzw heeft nu zo’n 300 vrijwillige fotografen over heel België, op een jaar worden zo’n 1.100 doodgeboren kindjes gefotografeerd.

Gudrun Callewaert (57) woont in Hulste, deelgemeente van Harelbeke. Ze is getrouwd met Patrick De Jaegere en moeder van Arne (28) en Inse (25). In 2012 kreeg haar echtgenoot de diagnose van jongdementie, op amper 49-jarige leeftijd. Na een fietsvakantie in het kader van Te Gek?! richtte Gudrun in 2015 vzw Het Ventiel op. Die vereniging focust op wat mensen met jongdementie wel kunnen, organiseert activiteiten voor hen en hun partners. Intussen is Het Ventiel er voor meer dan 100 mensen met jongdementie uit de dichte regio.