West-Vlamingen fietsen onder hete zomerzon van bron Donau tot Zwarte Zee
Bert Vermeersch en Dieter De Dobbelaere hebben intussen ongetwijfeld flink uit de kluiten gewassen kuiten, want de twee trappen gestaag van aan de bron van de Donau tot aan de Zwarte Zee in Roemenië, goed voor 3.266 kilometer ontspanning én inspanning. Ze bezorgden ons een tussentijdse update van onder een loden zomerzon.
Dinsdagochtend 30 juni. Om vier uur ‘s ochtends staan we op. We hijsen onze fietsen in het station van Brugge de trein in en beginnen aan een 15 uur lange tocht naar de bron van de Donau in het zuiden van Duitsland. Het is het minst leuke deel van de reis. Stressen over welk perron we nodig hebben, waar we moeten instappen en of we onze aansluiting wel zullen halen. Met minstens 20 kilo bepakking aan onze fietsen is dat zeker geen evidentie. Alvast een meevaller dat de Duitse treinen zeer goed uitgerust zijn om fietsen te vervoeren.
Wanneer we ‘s avonds aankomen aan de bron in Donaueschingen wacht er ons helaas een teleurstelling. De bron wordt momenteel gesaneerd, waardoor het er gewoon één grote bouwwerf is.
We beslissen onmiddelijk aan onze tocht te beginnen. We fietsen nog 25 km tot het al goed donker is, plaatsen ons tentje op een grasveldje, koken een pot rijst en gaan eindelijk slapen na een lange dag.
De Donau, nu nog een riviertje als in de Ardennen
De woensdagochtend beginnen we aan het echte werk. Om op tijd aan de Zwarte Zee te raken, moeten we dagelijks minstens 130 km fietsen. We hebben routeboekjes mee en de weg is goed voorzien van bordjes. Voorlopig heeft de Donau nog wat weg van een Ardense rivier: niet te groot, ondiep, perfect voor een verfrissende duik dus. Eentje die we zeker kunnen gebruiken. Het is snikheet en de godganse dag fietsen we in de blakende zon. Na 130 km afzien komen we ‘s avonds in het plaatsje Munderkingen aan op een klein kampeerterreintje. We doen ons nog tegoed aan een Duitste schnitzel en kruipen uitgeput in onze tent.
De vermoeidheid van de eerste dagen begint door te wegen
Donderdag beginnen we onze dag met een warme pot noodles op de parking van de lokale Lidl. We nemen een alternatieve route, zodat we langs de kleine rivier de Blau rijden. Na zo’n 53 km komen we aan in de stad Ulm. Daar beslissen we om de trein te nemen naar Passau, een stad vlakbij de Oostenrijkse grens. Na onze 130 km van de dag voordien was het duidelijk dat we nergens zouden kunnen stoppen, als we op tijd aan de Zwarte Zee zouden willen zijn. Er is zoveel moois te zien, maar met dit schema zouden we het allemaal moeten overslaan. Ondanks de treinrit moeten we nog steeds elke dag minstens een goeie 100 km fietsen. Eenmaal in Passau fietsen we nog 25 km tot aan een camping op de ondertussen prachtige oevers van de machtige Donau. We bevinden ons nog in Duitsland, maar aan de andere oever ligt Oostenrijk al op ons te wachten.
En toen begon het achterwerk te protesteren
Vrijdag vliegen we er terug goed in. We rijden 110 km. We fietsen Oostenrijk binnen, passeren de stad Linz en steken de Donau over in een bootje. De fietsroute langs de Donau is zowel in Duitsland als in Oostenrijk mooi onderhouden. Er zijn goede wegen, die enkel toegankelijk zijn voor fietsers. Regelmatig zijn er picknickbankjes en in elk dorpje zijn er genoeg cafés, restaurants en slaapgelegenheden. Het is dan ook niet verwonderlijk dat er veel fietstoeristen op weg zijn.
De zaterdag lijkt het enkel nog warmer te worden dan de vorige dagen. ‘s Middags doen we een dutje aan de oevers van de Donau om te bekomen van de hitte. Ook de vermoeidheid van de begindagen begint door te wegen. Ons zitvlak aanvaardt de vele kilometers niet meer en onze beenspieren zijn behoorlijk stram. Na zo’n 86 km houden we het die dag voor bekeken en kamperen we in het plaatsje ‘Melk’.
Bezoekje aan het Albertina-museum
Zondagochtend 5 juli staan we vroeg op. We hebben een doel voor ogen. Tegen ‘s avonds willen we in Wenen, de hoofdstad van Oostenrijk staan. Opnieuw trotseren we de hitte en na veel gepuf en liters door de zon opgewarmd water bereiken we na 132 km ons doel. Ondanks 34 graden om 22 uur ‘s avonds, trekken we nog de stad in met de fiets en doen we er nog eens 14 km bij.
Telkens we de kans krijgen, springen we met onze fietstenue het water in om af te koelen
Maandag besluiten we Wenen te bezoeken. Het is een drukke stad, met prachtige gebouwen en vele musea. We bezoeken er het Albertina, met werken van bekende kunstenaars zoals Picasso, Monet, Cézanne, Margritte en Lichtenstein. We lopen in de tuinen van het paleis Belvedere, bezoeken de Dom en kuieren door de straten. Tegen de avond besluiten we dat we genoeg gezien hebben en kruipen we alweer de fiets op. Vanaf Wenen is het maar 65 km naar Bratislava, de hoofstad van Slowakije. Na 40 km plaatsen we vluchtend voor de muggen ons tentje in een veld naast de fietsroute. Ondanks de enorme hitte proberen we de slaap te vatten.
Ziedaar: een enthousiaste Hongaar!
Om zes uur ‘s ochtends worden we alweer wakker, doordat de zon ons tentje in een sauna verandert. We rijden voorbij verlaten grenspunten en bevinden ons na 25 km in Bratislava. Het oude stadscentrum is mooi, maar klein. We kijken wat rond, maar al snel hebben we alles gezien. Opnieuw kruipen we de fiets op en rijden we eindeloze stukken in de blakende zon. Voor we het goed beseffen, zijn we Hongarije al binnengereden. We doen ons te goed aan verfrissende drankjes, die plots een heel stuk goedkoper zijn dan in de voorgaande landen. Telkens we de kans krijgen, springen we met onze fietstenue het water in om af te koelen.
‘s Avonds komen we aan op een nog nieuwe camping waar de eigenaar letterlijk staat te springen van enthousiasme als we er komen kamperen. Na van enkele welverdiende Hongaarse pintjes te hebben genoten, kruipen we in onze tent en zit de eerste week er al op.
(Bert Vermeersch)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier