Op maandag 11 november herdenken we al voor de 106de keer het einde van de Eerste Wereldoorlog in 1918. Vandaag draait het oorlogstoerisme op volle toeren, maar ook nog vóór Wapenstilstand doken de eerste nieuwsgierigen in de verwoeste Westhoek op. Enkele unieke foto’s werpen een beeld op de allereerste dagjesmensen aan de loopgraven.
Vier jaar vol statische oorlogsvoering hadden de frontstreek in de Westhoek nagenoeg volledig onbewoonbaar gemaakt. Die verwoeste gewesten oefenden toen al een bijzondere aantrekkingskracht uit.
Vandaag zijn busladingen toeristen er eerder regel dan uitzondering, maar ook toen het laatste schot nog moest gelost worden, doken de eerste oorlogstoeristen op. Dat blijkt uit een unieke fotocollectie die Liberas, het Centrum voor de geschiedenis van het vrije denken en handelen, bewaart.
Al in 1917 eerste Michelingids
“Michelin publiceerde zijn eerste Franse geïllustreerde slagveldengids als in 1917”, legt Marc Haegeman van Liberas uit. “De allereerste bezoekers waren vaak militairen die in hun vrije tijd andere sectoren met eigen ogen wilden zien.”
“We moeten een onderscheid maken tussen pelgrims, veteranen en zuivere oorlogstoeristen. Die eersten trokken naar de Westhoek om gesneuvelde of vermiste familieleden terug te vinden. Veteranen kwamen kort na de oorlog terug om de plekken te bezoeken waar ze al die jaren gevochten hadden, of om een gesneuvelde strijdmakker te eren.”
“De toeristen lieten zich dan weer fotograferen in de loopgraven, bij kraters of op een vernielde tank. Niet zonder risico, want de hele regio lag nog vol met niet-ontplofte bommen, munitie en ander oorlogsmateriaal.”
Ieper niet heropbouwen
Aanvankelijk werd ook de piste bewandeld om de streek rond het volledig kapotgeschoten Ieper niet opnieuw op te bouwen, om zo een eeuwige gedenkplaats in het leven te roepen.
“Maar de bewoners keerden alsnog terug en het dagelijks leven kwam weer op gang. Met het oorlogstoerisme als onderdeel daarvan. Tot op vandaag. Want nog steeds is een bezoek aan de frontstreek een deel van het louteringsproces.”
Verpozen op een Britse tank
De Gentse soldaat Emile Varlez gidste in 1919 zijn zussen en ouders doorheen het IJzerfront en Ieper. Even halt houden bij de wrakken van enkele Britse tanks maakte toen deel uit van de uitstap, want de gevaartes waren tijdens WO I voor het eerst op het strijdtoneel verschenen.
De innerlijke mens versterken óp het slagveld
Een beeld van de Gentse familie Varlez-Fredericq, die op 5 oktober 1919 op bezoek was in Kemmel. De Kemmelberg lag vier jaar lang dicht bij het front en werd in 1918 nog door de Duitsers heroverd. Maar een jaar later diende het als plek om te picknicken, met een verwoest bos als stille getuige.
Terug naar de vertrouwde bunker
Veel soldaten trokken met hun oude frontmakkers terug naar de plaatsen aan de IJzer waar zij destijds gelegerd waren. De bovenste foto is tijdens de oorlog genomen, onderaan zie je een ex-milicien tijdens een bezoek aan zijn oude bunker in 1919, een jaar nadat de wapens er eindelijk zwegen.
Het beste van KW
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier