“Voor een uniek stuk heb ik altijd nog een plaatsje vrij”: Frank Leuridan uit Westvleteren verzamelt al 50 jaar oude machines en werktuigen

Een beeld van de ambachtendag in Izenberge: Frank Leuridan demonstreerde er een van zijn gerestaureerde stoommachines die hij eerder van de schroothoop redde. © AB
Anne Bovyn
Anne Bovyn Medewerker KW

In de schaduw van de beroemde Sint-Sixtusabdij van Westvleteren woont metaalbewerker op rust Frank Leuridan (64). Vijftig jaar lang al verzamelt Frank oude machines en werktuigen. Eerder uitzonderlijk opent hij voor ons de deur van zijn ‘museum’ in de Catsputdreef, waar zorgvuldig honderden collectiestukken gerangschikt zijn. “Ik heb nog geen tijd om bezoekers te ontvangen”, glimlacht hij.

Frank Leuridan woont met echtgenote Rosa Lermytte in de doodlopende en rustige Catsputdreef. Een huis met een hanghaar is het waarin alles geborsteld en geveegd is. Diezelfde hanghaar biedt immers onderdak aan honderden oude werktuigen groot en klein, een verzameling waar menig liefhebber jaloers op zou zijn. Frank is ook een fijne restaurateur, een expertise die mede voortvloeit uit de 41 jaar dat hij in metaalatelier Westland heeft gewerkt.

‘Oud alaam’

“Ik kom uit een grote landbouwersfamilie en heb de overgang van paard naar tractor geweten”, vertelt Frank. “Ik was zeven jaar toen vader in 1967 zijn eerste tractor kocht. In de jaren 60 en 70 lagen de hofstedes vol met oud materiaal, oud alaam in de volksmond. Het paard trok de zaaimachine, hooi werd met de vork gekeerd, enzovoort. Gelijk waar ik op familiebezoek ging – bij grootouders, nonkels, tantes lag er oud materiaal, soms nog van hun ouders of grootouders. Vroeg ik om dit of dat mee te nemen, dan zeiden ze doorgaans met plezier ja. Ik was 14 jaar en begon oud landbouwmateriaal te verzamelen. Mijn ouders lieten me doen en ik kreeg de kleine zolder boven ons huis toegewezen om alles te stockeren. De verzameling groeide en toen ik in 1985 met Rosa trouwde, had ik al een fameuze collectie: de houten eg van nonkel Valère, de bakkerstrog en boterkarn van mijn ouders en grootouders, de wanmolen van mijn grootouders om het kaf van het graan te scheiden, de zeer oude melkontromer van mijn schoonouders … je moet natuurlijk plaats hebben om dat allemaal te zetten en die heb ik op mijn oude boerderij. De liefhebberij liet me nooit meer los en ondertussen heb ik hier vele stuks bijeen. Door naar rommelmarkten te gaan en in contact te komen met andere liefhebbers. Ik heb best veel contacten in het milieu. Dat is ook het fijne eraan! Soms vind ik een uniek stuk dat ik nog niet heb, maar het wordt moeilijker en moeilijker. Het is immers niet de bedoeling om drie keer hetzelfde te hebben. Voor een uniek stuk heb ik altijd plaats. (glimlach) Beter iemand een plezier doen dan een waardevol stuk bij het oud ijzer zetten.”

Schatkamer

Wanneer Frank de poort van zijn hanghaar opent, ontvouwt zich een schatkamer van twee verdiepingen aan (zeer) oude werktuigen. Grote stukken staan beneden, kleiner alaam staat boven. Een Leuvense stoof uit 1900, een loodzwaar strijkijzer en een héle oude wasmachine waarbij aan de vrange moest worden gedraaid. Alles zoveel mogelijk per thema geklasseerd: timmerman, smid, schoenmaker, melkerij, boerderijgerief, enzovoort. Al het hout wordt hier behandeld tegen de houtworm. “Dat is duur, maar wat je niet behandelt, gaat kapot”, weet Frank. “Veel dingen zijn geplooid of kapot wanneer ik ze in mijn bezit krijg”, zegt Frank. “Mijn hobby is gelukkig ook herstellen! Wie niet capabel is om zaken te herstellen, begint beter niet aan deze liefhebberij. Beschadigd of niet beschadigd, als iets zeldzaam is, neem ik het mee. Ik heb hier een zeer zeldzame stoommachine van het merk Debruyker die voor 1900 is gebouwd. Bij mijn weten bestaat er zo geen tweede meer. Ik kocht ze in een oud vlasfabriekje in Oostrozebeke waar ze 30 jaar had stilgestaan en dus compleet verroest was. Ik kon ze succesvol restaureren en nu draait ze opnieuw.”

Bachten de Kupe

Frank Leuridan was op de ambachtendag van zondag 11 augustus in het Izenbergse openluchtmuseum. Hij demonstreerde er een van zijn stoommachines. “De vrijwilligers van Bachten de Kupe vragen wel eens mijn hulp om iets te kuisen of herstellen”, vertelt Frank. “Ik doe dat met plezier omdat ik vol bewondering kijk naar wat Marcel in Izenberge heeft gerealiseerd. Nu zou zoiets onmogelijk en onbetaalbaar zijn. Op vraag van de vrijwilligers van het brouwerijmuseum in Reningelst help ik er momenteel de roerkuip restaureren. Doelstelling is om klaar te zijn tegen Open Monumentendag op 8 september. Zelf voel ik nog niet de nood om mijn collectie open te stellen voor het grote publiek. Ik ben met pensioen ja, maar ik heb daar nog geen tijd voor. Andere verzamelaars komen hier wel eens langs. Echt aangenaam om je liefhebberij met gelijkgestemden te kunnen delen! Verder help ik graag bij de kinderen thuis en heb ik nog enkele stoommachines en een tractor te restaureren. Ik zie hier nog werk voor jaren ver”, glimlacht Frank.