Koksijdse Strandvisschers van den Uytbanck bestaan 25 jaar
De vereniging ‘De Strandvisschers van den Uytbanck’ bestaat 25 jaar en werd feestelijk in de bloemetjes gezet in de gemeentelijke raadzaal Kokpit. Al een kwarteeuw ijvert de vereniging voor het behoud van de strandvisserij.
“De strandvisserij zit diep verankerd in het DNA van onze gemeente”, weet burgemeester Marc Vanden Bussche (Lijst Burgermeester). “Het is een ruimere verzameling van visdisciplines, waarbij ook andere vistechnieken worden gebruikt dan die van de paardenvissers. Bij strandvisserij worden onder meer ook bij laag water verschillende soorten netten en fuiken uitgezet of wordt er gevist met kordelen. We zijn trots dat deze vistechnieken hier nog vlot worden beoefend en we willen deze traditie goed bewaren. Want op de stranden van Sint-Idesbald, Koksijde, Oostduinkerke en Groenendijk wordt sinds mensenheugenis gevist op het ritme van de zee en de getijden.”
De strandvisserij aan de Belgische kust begon waarschijnlijk met het verzamelen van kokkels en mossels, oesters en scheermessen. Daarna begon men al heel vroeg in de geschiedenis te vissen met netten en kordelen op het strand. Volgens geschiedkundigen van het Abdijmuseum Ten Duinen is de traditie van het strandvissen al terug te vinden in een rekening uit de abdij van 1563. Duinheer Mattheus De Smet schikt in zijn ‘Rekeninghe van de Boursserie’ over het jaar 1563-1564 de uitgaven van visnetten onder een afzonderlijk hoofdstuk. Zo staan er op één bladzijde een hele reeks oude Vlaamse woorden over een eigenaardig vak: de strandvisserij. Dit bewijst dat er in de 16de eeuw al sprake is van allerlei soorten visgerief dat wordt gebruikt bij de strandvisserij, zoals een ‘trammalie’, wollen mantels voor vissers, een ‘seyne’,… De strandvisserij is dus op zijn minst al 500 jaar oud. Ze maakt deel uit van onze Koksijdse geschiedenis! Het zit ongetwijfeld in onze genen”, aldus de burgemeester.
Van vader op zoon
Voorzitter Marc Wybo en secretaris Francis Hennebel zien de recreatieve strandvisserij, net zoals de garnaalvisserij te paard, als immaterieel cultureel erfgoed. “De bijzonderheden van de strandvisserij zitten in eerste instantie in de gebruikte technieken en materiaal, die vaak diverser en unieker zijn dan van onze collega-garnaalvissers of hengelaars”, zegt Francis. “De materialen zijn vaak veel zwaarder, de strandnetten veel groter, en meestal niet standaard te koop. Met behulp van de doorgegeven overgeleverde kennis meestal van vader op zoon – moeten we ze zelf maken. De verbondenheid van de strandvisser met de verschillen in stroming, getijden, vorst, mist, de seizoenen, en vooral… de wind is heel groot. Strandvissers zijn verplicht om elke dag de weerberichten te volgen. Gedicteerd door het ritme van zon en maan en vergezeld door de natuurelementen, gaat de strandvisser dagen of soms weken na elkaar tweemaal per dag naar zee, ook midden in de nacht.”
In het ruime sop
“Vaak staan we in het pikdonker, gewapend met een krachtige hoofdlamp, moederziel alleen tot over onze heupen in het ruime sop, dikwijls op en neer springend met de periodiek golvende zee om niet nat te worden, met als enig doel onze strandnetten te inspecteren en een visje te verschalken. Maar het is een vurige passie en dan trotseren we dit allemaal graag.”
Toch neemt het aantal strandvissers jaar na jaar af. In 2016 reikten de kustgemeenten nog 588 vergunningen uit. Maar het worden er steeds minder. “Daarom is het belangrijk dat we vanuit de gemeente deze traditie financieel en praktisch ondersteunen zodat ze niet verloren gaat”, besluit de burgemeester. “Ook ons NAVIGO-museum deed een beroep op deze vereniging tijdens het voortraject van de vernieuwing van de zaal over de strandvisserij. De medewerkers kregen ontzettend veel input waarmee ze nu verder aan de slag kunnen.”
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier