Sinds de vernieuwing van het stationsplein zijn auto’s en taxi’s niet langer toegelaten. De kiss & ride werd ingericht via de parkeertoren en taxi’s vind je terug op de Visserskaai. “We merken op dat dit systeem niet goed genoeg werkt en onvoldoende gekend is. Dat moet dus anders met betere signalisatie. We willen een beperkt aantal taxiplaatsen terugbrengen op het stationsplein. Daarnaast kiezen we ook voor een Kiss & Ride aan de Brandariskaai”, aldus Luc Mangodt.
De eerste plannen om het Stationsplein te vernieuwen dateren van 2008, daarbij werd de keuze gemaakt om de stationsomgeving verkeersluw te maken. De werken gingen in 2011 van start en het stationsplein werd in 2022 finaal afgewerkt. Tijdens de laatste fases kregen de taxi’s een staanplaats aan de Visserskaai.
Te grote afstand
“Op dat moment kwamen de eerste bekommernissen naar boven bij bezoekers en inwoners van de stad. Voor sommige mensen is de afstand tussen de Visserskaai en het station te ver. In overleg met de taxisector ben ik dan op zoek gegaan naar een oplossing. Een aantal taxibedrijven waren bereid om via de parkeertoren mensen op te pikken of af te zetten. Dat is een verbetering, maar voor veel mensen nog onvoldoende,” zegt schepen Hina Bhatti.
Kiss & ride-zone
“Het stationsplein is prachtig vernieuwd en we zijn voorstander van het verkeersluw maken van de omgeving maar we moeten durven bijsturen als we merken dat de aangeboden oplossingen onvoldoende zijn”, stelt Luc Mangodt. “We zullen dus in overleg gaan met De Lijn om ervoor te zorgen dat taxi’s een beperkt aantal plaatsen kunnen krijgen bij de bushaltes. In de praktijk is de Brandariskaai al een soort Kiss & ride-zone, we willen dit dan ook zo inrichten. Zodat iedereen op een veilige manier mensen kan afzetten of ophalen bij het station. Dat betekent dan ook dat er een veilige toegang naar het station moet worden gemaakt.”
Deze wijzigingen kunnen enkel succesvol zijn als er ook wordt ingezet op duidelijke signalisatie. “Daarvoor rekenen we op de NMBS zodat elke bezoeker weet waar ze naartoe moeten”, besluit Hina Bhatti.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier