Sabrina Versyck, directeur van basisschool De Bever: “Jongeren zien groeien, is toch het allermooiste”

Sabrina Versyck: “Het voelt toch aan als thuiskomen.” © Stefaan Beel
Peter Soete

Men vraagt zich bij bepaalde mensen soms af of 24 uren in een dag genoeg zijn. Die vraag kan men zeker stellen na een babbel met Sabrina Versyck, directeur van De Bever. Van een school managen over een huis verbouwen tot schaatsen. Het past allemaal in haar portfolio.

Hoe lang ben je al directeur in De Bever?

Sabrina Versyck: “Bijna een jaar en het is ook mijn eerste post als directeur. Ik heb bijna 25 jaar les gegeven in het eerste en tweede leerjaar in De Gulleboom in Gullegem. Ik deed er ook aanvangsbegeleiding en was er vakbondsafgevaardigde.”

(Lees verder onder het kaderstukje)

Privé

Geboren op 2 januari 1977 in Roeselare en er ook opgegroeid. Twee zonen: Nathan (22) en Yaron (18).

Opleiding en job

Lager onderwijs in Lenteland en middelbaar in Barnum. Hoger onderwijs in de RENO Torhout (leraar lager onderwijs). Gestart in het onderwijs vanaf het schooljaar 1999-2000 en vanaf verleden jaar directeur van De Bever in Beveren.

Vrije tijd

Schaatsen, lezen, muziek spelen en beluisteren, knutselen, kleuren, de woning verbouwen.

“Nu volg ik als directeur op zaterdag het tweede jaar van de DHOS-opleiding of Diploma Hoger Onderwijskundige Studiën en ook nog een andere directieopleiding ProfS.”

Je bent een geboren en getogen Roeselaarse maar hebt bijna 25 jaar in Gullegem gewerkt én gewoond vooraleer naar Roeselare terug te keren.

“Het huis waar ik mijn eerste jaar heb gewoond, stond in de Heirweg 198, hier in Beveren waar De Bever nu is. Daarna zijn mijn papa en mama naar de Honzebrouckstraat verhuisd. Ik ben naar Lenteland op de Godelieveparochie naar school geweest en dan naar Barnum vooraleer ik voor leerkracht lager onderwijs studeerde in de normaalschool in Torhout.”

Hoe ben je in Gullegem terecht gekomen?

“Dat is eigenlijk een vreemd verhaal (lacht). Ik heb er in 2000 een huis gekocht omdat ik ging schaatsen in Gullegem. Ik deed al drie jaar ijsdansen, dat is een discipline van kunstschaatsen. Eigenlijk is het zoals ballroomdansen maar dan op ijs.”

“Toen ik veertien was, heb ik het schaatsen ontdekt en ik was er quasi onmiddellijk mee weg. Het werd echt mijn sport. Op recreatief niveau, oh ja, geen stress. Maar ik vond het zo ongelooflijk leuk dat ik in Gullegem ging wonen. ‘s Avonds na het werk en wanneer de kindjes in bed zaten, kon mijn man of een oppas op de kinderen letten en kon ik nog een uurtje schaatsen. Ik woonde op enkele minuten van de ijspiste. Schaatsen was dus een van de grootste redenen om naar Gullegem te trekken.”

Jij was vermoedelijk als jong meisje ook lid van de Chiro of de Scouts?

“Neen, toch niet. Maar ik ben wel monitor geweest in de speelpleinwerking op het Kerelsplein. En ik gaf ook leiding in de CM-kampen zowel in België als in het buitenland, in Maloja bijvoorbeeld.”

“Ik ben een sociaal iemand, ik ben graag onder de mensen. Ik wist al van mijn zestiende dat ik ‘iets’ wilde doen met jonge mensen. Maar nu en dan geniet ik ook van de rust. Dan lees ik een beetje, speel ik dwarsfluit, beluister ik muziek of kleur ik. Ja, kleuren voor volwassenen, dat vind ik nu en dan leuk.”

Was onderwijs je eerste studiekeuze?

“Misschien wel niet helemaal. Toen ik jong was, deed ik ook graag fotografie en ik vond het moeilijk kiezen: leerkracht of fotograaf. Maar mijn pa sputterde tegen: hij vond het in de eerste plaats maar niets dat ik als jong meisje in Brussel moest studeren en hij argumenteerde ook dat het lastig zou zijn om de kost te verdienen als fotograaf. En dan heb ik voor het onderwijs gekozen en dat was ook een keuze van het hart. En zodoende sta ik bijna 25 jaar in het onderwijs.”

Zou je opnieuw dezelfde keuze maken?

“Zonder twijfel. Een onderwijsjob blijft boeiend. Natuurlijk is er altijd wel iets dat beter kan maar dat is in iedere job het geval. Het gras is altijd groener aan de andere kant, hé.”

“Schaatsen was een reden om in Gullegem te wonen”

“Maar jonge mensen zaken aanleren, hen zien groeien en veranderen, dat is toch de mooiste job die er is. Een leerkracht doet er toe, dat is zo waar. Als leraar moet je het op bepaalde ogenblikken zelfs kunnen loslaten.”

Als directeur heb je natuurlijk minder contact met de leerlingen dan als leerkracht?

“Dat klopt maar ik probeer toch nu en dan eens binnen te springen in de klas of praat met leerlingen op de speelplaats. Ik ken nog niet alle namen van onze leerlingen. De Bever heeft drie vestigingsplaatsen en 466 leerlingen en dat is een beetje veel. Daarom ben ik blij dat er met Nele Naert een collega-directeur bijkomt. Zij wordt de opvolger van Toon Van Belleghem.”

En vanaf volgend schooljaar begint de bouw van een nieuw schoolgebouw?

“Ik blijf optimistisch en geloof heel hard in dat project. Dit schooljaar hebben we een groot mobiel leslokaal geplaatst, al in voorbereiding van de werken die misschien volgend schooljaar starten. En als alles goed loopt, beginnen we september 2027 in een nieuw, mooi schoolgebouw.”

Je woont nu deels in Gullegem en deels in Roeselare. Blij om terug in je geboortestad te zijn?

“Ja natuurlijk, dat voelt als thuiskomen. Ik hou van Roeselare: van de winkelstraten, van het culturele aanbod van De Spil én van de parkconcerten in Roeselare. Neen, de parkconcerten in Wevelgem vind ik niet zo leuk.”

“Of ik oud kan worden in Roeselare? Ja zeker. Maar in Gullegem kan dat wellicht ook. Ik ben in beide plaatsen gelukkig. We zien wel wat de toekomst brengt.”