Meer en meer leerlingen slaan jaartje over

Phebe Somers

Steeds meer leerlingen slaan op school een jaartje over. Het gaat doorgaans over (hoog)begaafde kinderen die zich niet ten volle kunnen ontplooien in de klas waar hun leeftijdsgenoten zitten. Die groep wordt steeds groter terwijl het aantal leerlingen dat kampt met een achterstand daalt.

Laurent Simons behaalde op zijn twaalfde een masterdiploma in de fysica, maar het Oostendse wonderkind is duidelijk niet de enige bolleboos in onze provincie. Dat blijkt uit cijfers die Vlaams parlementslid Loes Vandromme (CD&V) uit Poperinge opvroeg aan de vooravond van de Week van de Hoogbegaafdheid.

Vorig schooljaar telden de West-Vlaamse lagere scholen 718 leerlingen die minstens een jaartje hoger zaten dan hun leeftijdsgenoten. Dat is iets meer dan 1 procent van de in totaal 67.294 leerlingen in onze scholen en verhoudingsgewijs 14 procent meer dan in het schooljaar 2012-2013. Toen ging het nog om 607 van de 64.043 leerlingen. Opvallend: die stijging is niet merkbaar in de rest van Vlaanderen, waar het aandeel van knappe koppen zelfs daalde.

Meer aandacht

In het secundair onderwijs gebeurt het iets vaker dat scholieren een jaartje overslaan. Vorig schooljaar kozen 889 West-Vlaamse jongens en meisjes – of 1,21 procent van alle leerlingen – voor die optie. Dat zijn er bijna de helft meer dan tien jaar geleden.

“Een eenduidige verklaring hiervoor is er niet, maar het is geen geheim dat er de laatste jaren steeds meer aandacht is voor de ondersteuning van hoogbegaafde kinderen. Je moet namelijk rekening houden met meer dan enkel de cognitieve ontwikkeling: ook het motorische, fysieke en emotionele aspect is belangrijk”, aldus Loes Vandromme.

“Zowel de cognitieve als de emotionele, fysieke en motorische ontwikkeling moet in rekening genomen worden”

Om hoogbegaafde leerlingen beter te ondersteunen, ging vorig schooljaar het project Voorbeeldscholen Cognitief Sterk Functionerende Leerlingen van start in drie West-Vlaamse scholen. Samen met negen andere scholen in Vlaanderen vormen die een netwerk om andere scholen te helpen om hun onderwijsaanbod kwalitatief uit te bouwen en hoogbegaafde leerlingen beter te begeleiden.

Dit project krijgt ook dit jaar een nieuwe injectie aan subsidies om de expertise omtrent hoogbegaafdheid nog beter te verspreiden. “Voor ons land is het extra belangrijk om in te zetten op een goeie ondersteuning van deze studenten. Kennis is de enige grondstof die we hebben”, besluit Loes.

Zittenblijvers

Uiteraard zijn er niet alleen leerlingen die één of meerdere jaren overslaan. Vorig schooljaar had 12 procent van alle leerlingen in het basisonderwijs een achterstand op zijn of haar leeftijdsgenoten. Dat is iets minder dan in 2012-2013.

Ook de groep zittenblijvers in de middelbare scholen is de afgelopen tien jaar gedaald van 24,4 procent naar 20,5 procent. “Toch zegt dit niets over de capaciteiten van een kind: hij of zij zit vaak gewoon niet op de juiste plek op basis van zijn/haar talenten”, besluit Loes Vandromme.

“We moeten inzetten op een kwalitatief onderwijsaanbod voor elk niveau, kennis is de enige grondstof die we als land hebben”

Uit de cijfers blijkt ook dat meisjes vaker op het niveau van hun leeftijdsgenoten blijven zitten dan jongens. In het lager en in het secundair onderwijs hadden vorig schooljaar respectievelijk 1,20 procent en 1,29 procent van alle mannelijke leerlingen een voorsprong op de klasgenoten van hun eigen leeftijd.

Bij de meisjes was dat slechts 1,12 procent in het lager en 0,93 procent in het middelbaar. Die verhouding zien we echter ook terug aan de andere kant van de medaille: jongens moeten ook vaker een jaartje blijven zitten dan meisjes.

Lees meer over:

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier