Maria (87) zag hoe nazi’s opa wegvoerden: “Toen verdween elk spoor van Emile”
Maria Dieryckx (87) herinnert zich nog levendig hoe haar grootvader Emile 80 jaar geleden gearresteerd werd door de nazi’s. Ze zag hem nooit meer terug. Nu krijgt Emile een aandenken aan z’n hoeve van weleer.
In haar rolstoel vertelt Maria Dieryckx (87) over 8 augustus 1944, een zwarte dag in haar leven. Ze was amper 7 jaar oud. “Maar ik heb alles zeer bewust meegemaakt, van ’s morgens vroeg. Ik zal het nooit vergeten.” Emile Dieryckx was landbouwer in het West-Vlaamse Zonnebeke, vader van zeven kinderen en actief in het verzet tijdens de Tweede Wereldoorlog.
“Er reed een auto op bij ’t hof”, vertelt Maria. “Daar woonden mijn grootouders met enkele van de kinderen. Wij woonden niet ver en mijn vader ging er rond 8 uur langs om een kuip water voor de beesten. Aan de ingang van het hof lag een kapelletje. Een Gestapo (geheime politie van de nazi’s, red.) zat verstopt achter die kapel en sprong plots tevoorschijn. Mijn vader moest direct meekomen, maar hij had geluk: hij klom op een vrachtwagen die kolen verkocht aan boeren in de streek en keerde pas terug toen het weer veilig was.”
Zoeken in hooi
“Van ’s morgens vroeg waren de Duitsers toegekomen voor een zoektocht, tot in het hooi. De lege bedden waren nog warm: de kinderen waren weggevlucht omdat ze geen soldaat wilden worden voor de Duitsers. Mijn grootmoeder had gelogen tegen hen en werd geslagen. Mijn grootvader moest mee.” Emile werd weggevoerd naar het Klein Seminarie van Roeselare en dezelfde dag nog overgebracht naar Gent, waar hij enkele weken opgesloten zat. “Daar hebben mijn moeder en een tante hem nog bezocht, met wat etenswaren”, weet Maria. “Na Gent verdween elk spoor, we hebben niks meer van hem gehoord.”
Geregistreerd graf
De man was gearresteerd op verdenking van hulp aan ondergedoken verzetslui, het verspreiden van sluikpers en het verlenen van onderdak aan werkweigeraars, onder wie zijn zonen. De nazi’s brachten hem naar Neuengamme, een concentratiekamp in het noorden van Duitsland. Meer dan 100.000 mensen verbleven tijdens de Tweede Wereldoorlog in het kamp en bijna de helft kwam er om het leven, onder meer door ziekte, honger en onmenselijke leef- en werkomstandigheden.
Uiteindelijk zou de 57-jarige Emile overlijden op 29 november 1944 in Bergen-Belsen, een concentratiekamp een 80-tal km ten zuiden van Neuengamme. Dat blijkt uit recent onderzoek door de WOII-Cel van de gemeente Zonnebeke. “We vonden een overlijdensakte in de archieven”, zegt Mario Verhelle, voorzitter van de WOII-Cel. “Ondanks de chaos op het einde van de oorlog had Emile daar een geregistreerd graf. Hij werd in 1961 gerepatrieerd en bijgezet in een crypte op de begraafplaats van Zonnebeke.”
Gezinstragedie
Nu krijgt Emile een aandenken op de plek van z’n arrestatie, net als Bruno Schoutteten en Charles Lemahieu die door nazi’s werden gearresteerd in Zonnebeke en stierven in een kamp in Duitsland. “Deze ‘Stolpersteine’, een Duits kunstproject, moeten hen gedenken”, stelt Verhelle. “Ze herinneren ons niet alleen aan de wrede aanpak van toen, maar ook aan de gezinstragedies die zich in hun woningen hebben afgespeeld.”
Bedelen om een stutte
“Naar aanleiding van dit aandenken kon ik de eerste nacht niet slapen: ik heb het allemaal opnieuw beleefd, heel die dag”, aldus Maria, die nu in het Zonnebeekse woonzorgcentrum woont. “Het is mooi dat ze dit doen, ik had het niet meer verwacht. Laat ons hopen dat er nooit meer oorlog is. Voor wie achterbleef was er destijds veel armoede. De mensen kwamen bedelen om een stutte en vielen op hun knieën om enkele patatten uit het veld te halen. Ik was nog kind, maar weet het nog goed. ’t was ongelofelijk.” In de komende maanden worden nog 15 Stolpersteine geplaatst in Zonnebeke. (TP)
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier