Marc Dalle en Rik Strubbe blikken terug op jeugdclub ’t Schuurtje: “De pastoor hield wel toezicht”

Rik Strubbe en Marc Dalle halen jeugdherinneringen boven. © Davy Coghe
Piet De Ville
Piet De Ville Medewerker KW

Op zondag 3 maart 1974 vond de allereerste activiteit plaats van jeugdclub ’t Schuurtje, gevestigd in het gelijknamige parochiezaaltje vlak tegenover de pastorie in de Burgstraat in Damme. Marc Dalle, professioneel actief als projectcoördinator bij Stad/OCMW Damme, hield het allemaal mooi bij en blikt met medeoprichter, goede vriend en schepen in Damme Rik Strubbe terug op het twee- à driejarig bestaan van de jeugdclub.

“We spreken hier over de hoogdagen van de discotheken in Damme. Van in de brede regio kwam men naar Damme afgezakt om te feesten. Dat was natuurlijk heel boeiend, maar wij waren nog te jong om binnen te mogen”, vertelt Rik Strubbe, die recent als drankenhandelaar met pensioen ging.

“Er waren ook wel eens wat klachten over nachtlawaai. De uitbaters van de discotheken wilden zich daar toch wat tegen indekken en vroegen aan ons om briefjes achter de ruitenwissers van de auto’s te steken met daarop de oproep om de nachtrust te respecteren. En als wederdienst mochten we dan buiten de openingsuren wel eens binnen om een frisdrank te drinken.”

Alternatief

“Wij zochten als jongelingen een alternatief om ons uit te leven”, vult Marc Dalle aan. “Daar ligt dus de basis voor de oprichting van ’t Schuurtje. Naast Rik en ik waren ook Dirk Staelens en Franky Depestele bij het stichtende bestuur. Later werd slagerszoon Danny Poelvoorde mee aan boord gehesen. Bij iedere bijeenkomst hadden we zo’n 18 tot 26 personen, maar het ledenaantal lag op 56 personen; niet iedereen kwam dus iedere week. We amuseerden ons met spelen op de biljart en de tafelvoetbal en speelden natuurlijk ook muziek. En er was ook een barwerking met de verkoop van kauwgom, chocolade, wafels en bierworst. Qua dranken was er cola en limonade. Wie al alcohol dronk, kon kiezen uit Stella en de toenmalige populaire bieren Wiel’s, geuze en Tuborg.”

De jongelingen deden echter niet zomaar wat ze wilden in hun jeugdclub. Toenmalig dorpspastoor Georges Dierickx-Visscherse zag erop toe dat alles toch wel christelijk en stichtend genoeg verliep. “Hij zag die werking als vorm van patronage; waarbij de jeugd op het goede pad moest worden gehouden”, weet Rik Strubbe. “Zo mochten er ook geen meisjes binnen; die moesten zich bezighouden in een afzonderlijke club. “Maar natuurlijk kwamen die in het geniep toch wel eens langs. Vooral dan als de pastoor aan de overkant in de pastorie zijn middagdutje deed. (lacht) En dan ging er regelmatig eens iemand door het sleutelgat kijken om te zien of de pastoor nog altijd sliep…”

Jeugdsentiment

“De pastoor probeerde de werking toen echt wel te sturen”, pikt Marc Dalle in. “Wij luistereden graag naar muziek van The Cats, The Rubettes, Mud en Suzy Quattro, maar hij vond bepaalde groepen toch te wild. En we moesten ook heel nauwgezet een boekhouding bijhouden die hij streng controleerde. We waren daar natuurlijk wel wat creatief in… Zo hadden we zogezegd heel veel kosten aan onderhoudsproducten en knutselmateriaal. Hij kwam ook regelmatig eens op controlebezoek en zag erop toe dat we niet zomaar iedereen lid lieten worden. Een christelijk en verantwoord profiel was belangrijk.”

“Om geld in kas te brengen, organiseerden we al eens een wafelenbak en een tombola. Ook aan de fietsrally’s, met opdrachten onderweg, hebben we mooie herinneringen. Net als aan de voetbalwedstrijden op het plein in Oostkerke. Samen met een groepje uit Oostkerke trokken we overigens ook eens naar de IJzerbedevaart. De laatste activiteit vond plaats op zondag 30 juni 1976. We werden toen immers al wat ouder en kregen andere interesses. Maar het blijft voor ons een mooi stukje Dams jeugdsentiment”, klinkt het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier