Lucas (17) na zijn avontuur in Bake Off: “Mijn toekomst ligt in Blankenberge”

Lucas met zijn bakboeken: "Ik heb er een vijftigtal, maar daarvan gebruik ik er maar enkele intensief." © WK
Wim Kerkhof
Wim Kerkhof Medewerker KW

Wim Opbrouck gaat vanaf volgende week opnieuw op zoek naar de beste hobbybakker van Vlaanderen. Dus dachten wij: hoe zou het nog met Lucas Maes zijn? Met zijn 16 jaar was hij vorig seizoen de jongste deelnemer ooit aan Bake Off wereldwijd.

“Het was een hectische zomer”, blikt Lucas terug. Intussen mag hij dan een jaartje ouder zijn, in Blankenberge wordt hij naar eigen zeggen nog altijd veel herkend. “In augustus deed ik een vakantiejob bij Arlequino in de Kerkstraat. Ik ken jou ergens van’, spraken veel klanten mij daar aan. Dan was ik weer heel even ‘die kleine bakjongen'”, glimlacht hij.

“Ik ben er zelf ook nog altijd heel fier op dat ik het zover heb gebracht. En mijn deelname aan Bake Off heeft nieuwe deuren geopend: tijdens het schooljaar werkte ik in het weekend bij Atelier Lucas in Knokke-Heist. Niet mijn eigen bedrijf, zoals veel mensen dachten, maar wel een toppatisserie. Ik heb er veel geleerd.” En het vroege opstaan? “Daar had ik geen moeite mee. Ik was elke morgen weer blij dat ik mijn passie mocht gaan uitleven.”

Inspiratie op Instagram

Aan liefde voor het metier geen gebrek, maar ook voor Lucas start op 2 september een nieuw schooljaar. Hij gaat nu naar Hotel- en Toerismeschool Spermalie en niet langer naar de sportschool. “Gewoon mijn hart gevolgd”, zegt hij daarover. Voor zijn passie is Instagram een constante bron van inspiratie. Maar ook zijn kookboeken zijn heilig: Lucas heeft er een kast van vol. “Ik heb er een vijftigtal. Maar er zijn er daarvan wel maar zeven of acht die ik intensief gebruik. Door school heb ik er nu wat minder tijd voor, maar ik bak nog weleens voor vrienden of familie. Zoals onlangs voor een babyborrel, bijvoorbeeld.”

Zalige stad

In juli werkte Lucas bij zijn vader in Chalet Leopold. Over zijn eigen horecadroom twijfelt hij nog. “Ik zie wel iets in een goeie tearoom, waar de wafels en pannenkoeken à la minute worden gebakken. Een ontbijtzaak met een wat gedurfder concept. Een ijssalon misschien. Nu ik bij Arlequino gewerkt heb, lijkt dat mij ook wel wat”, glimlacht Lucas. Maar dat het Blankenberge wordt, staat vast. “Een zalige stad om in te wonen, en ik hou ook van de architectuur en geschiedenis, van het Blankenberge van vroeger. Bovendien hebben we het mooiste stukje strand van de kust!”

Wat zijn dan de favoriete eetadresjes van Lucas? “Ik heb een favoriete Italiaan: Da Sergio in de Vissersstraat. Blankenberge heeft op culinair gebied veel variatie, al zouden er van mij gerust wel wat meer themarestaurants mogen bijkomen. Een goeie tapaszaak of wijnbar, bijvoorbeeld. Nu zie je te vaak een bistro, waar je nog maar eens een steak-friet gaat eten.”

Het gaat nu does goed met Lucas, maar dat was niet altijd het geval. “Toen ik in het eerste middelbaar zat, werd ik erg gepest. Ik ontwikkelde daardoor een eetstoornis. Trapje voor trapje ben ik uit de put geklommen, en ik heb geleerd wat het leven waard is. Dat je er zoveel mogelijk moet proberen uit te halen, en vooral moet doen wat je gráág doet. Die pesters hebben mij dus uiteindelijk sterker gemaakt.”

We missen hier nog een goeie tapaszaak of een wijnbar

Lucas was in Bake Off ook niet bang om zijn emoties te tonen, zoals die keer dat zijn pralines mislukten. “De reacties op school moest ik er dan wel bijnemen. Maar dat heeft gelukkig geen heel schooljaar geduurd.” Spijt dat hij vorig jaar uiteindelijk net niet won, heeft hij niet. Maar Lucas had wel een beetje last van fomo, vertelt hij: fear of missing out. “Daarom wou ik zo graag de finale halen. Ik was bang dat ik anders iets leuks zou missen.”

En ondertussen kijkt ook Lucas uit naar het nieuwe seizoen dat woensdag van start gaat. “Heel benieuwd wat het dit jaar wordt. Ik heb de kandidaten al gezien en die leken erg veelbelovend”, klinkt het enthousiast. “En wat een fantastische promoclip dit jaar: leuk gevonden om de bakwedstrijd voor te stellen als een veldslag.”