Kerkhove wordt zondag het meest koersgekke dorp van West-Vlaanderen: “In 2022 staat het hier weer zwart van het volk!”

Philippe Verhaest

Door het coronavirus mag niemand de Ronde van Vlaanderen bijwonen. Alleen wie langs het parcours woont, kan Van Aert en co zondag live aan het werk zien. In onze provincie gaat dat om een handvol gelukzakken, want de wielerhoogmis rijdt slechts 2,2 kilometer over West-Vlaamse wegen. Wij trokken door de Brugstraat en de Oudenaardsesteenweg in het pittoreske Kerkhove, dit weekend de meest koersgekke straten van ‘de Vlaanders’.

Van de brug over de Schelde tot aan de grens met Wortegem-Petegem. De enige meters die Mathieu van der Poel, Wout van Aert en co zondag op West-Vlaamse bodem zullen afleggen, zijn in Kerkhove te vinden, een kleine deelgemeente van Avelgem die net geen duizend zielen telt. Toch bestaat de kans dat de finale – op amper negen kilometer van den arrivé in Oudenaarde – in de schaduw van de Sint-Amanduskerk zal losbarsten.

(Lees verder onder de video)

De inhoud op deze pagina wordt momenteel geblokkeerd om jouw cookie-keuzes te respecteren. Klik hier om jouw cookie-voorkeuren aan te passen en de inhoud te bekijken.
Je kan jouw keuzes op elk moment wijzigen door onderaan de site op "Cookie-instellingen" te klikken."

Amper 2,2 kilometer West-Vlaams asfalt, daarmee moeten we genoegen nemen tijdens Vlaanderens Mooiste. Sinds Antwerpen als startplaats fungeert, slingert het 254,3 kilometer lange traject zich haast volledig over Oost-Vlaamse wegen en hellingen. Daardoor is Kerkhove zowat het dorp van Astérix: een fiere West-Vlaamse burcht binnen het steeds harder rijdende koersgeweld.

“We beloven het nu al: in 2022 geven we er een enorme lap op en bouwen we hier een Arjen Livyns-fandorp” – burgemeester Lut Deseyn

“Daar zijn we natuurlijk preus op”, glimlacht burgemeester Lut Deseyn. “Al voelt het in deze coronatijden vreemd aan. Normaal wordt aan de kerk een grote, witte feesttent neergepoot en verkeert het hele dorp in opperbeste stemming. Nu zal het ook hier voor het tweede jaar op rij veel te stil zijn. Net als in oktober, toen De Ronde in uitgesteld relais gereden werd, mogen enkel de bewoners langs het parcours de renners live toejuichen. Met mondmasker aan, dat spreekt voor zich. Ikzelf zal voor mijn televisie in Avelgem zitten, maar in gedachten zal ik in Kerkhove verkeren. We missen het enorm, met een pintje in de hand het peloton zien passeren en luidop gokken wie een kleine tien kilometer verder zich de winnaar van de schoonste koers van het jaar mag noemen.”

‘Kiekevel’ op de brug

Dit jaar hebben de Kerkhovenaren nog een extra troef in handen, want één van hen verschijnt voor de tweede keer aan de start op de Antwerpse Grote Markt. Arjen Livyns is zijn naam. 26 lentes jong, al vier jaar prof en momenteel in het zadel voor Bingoal-Wallonie Bruxelles. In 2020 bolde hij als 29ste over de meet en de voorbije voorjaarsklassiekers bewees de kerel dat hij in bloedvorm verkeert. “Ik ga er niet flauw over doen, tijdens De Ronde door mijn eigen gemeente kunnen rijden, dat bezorgt me kiekevel ”, grijnst hij. “Toen ik vorig jaar via de brug Kerkhove binnen reed, voelde ik mijn benen niet meer. Het was alsof ik aan het zweven was. Van alle kanten hoorde ik mijn naam, wat moet dat dan niet zijn wanneer het hier zwart van het volk staat?”

Lut Deseyn knikt. “Arjen is onze poulain. ‘t Is doodjammer dat we de kans nog niet gekregen hebben om hem massaal vooruit te schreeuwen. We kijken nu al uit naar 2022, wanneer de wereld hopelijk opnieuw in zijn normale plooi zal gevallen zijn. We beloven het nu al: dan geven we er een enorme lap op en bouwen we hier een Arjen Livyns-fandorp. En wie weet plaatst onze coureur dan net in zijn Kerkhove de beslissende ontsnapping.”

Arjen glimlacht. “Laat ons beginnen met zondag. Mijn doel is om top twintig te rijden. Wanneer ik de rotonde aan de kerk passeer, zal ik wat extra jus verschieten, want ik wil me opnieuw aan mijn volk tonen.”

De échte vips van de koers

Op die rotonde prijkt een kunstwerk van Koen Haedens, een voormalig koersmotard die tijdens Luik-Bastenaken-Luik van 2014 na een aanrijding zes weken in coma lag, maar keihard terug vocht. Sinds 2017 wijzen drie gestileerde renners de weg richting aankomst in de Minderbroedersstraat in Oudenaarde. “Een schitterend standbeeld , hé?”, zegt Jean-Paul Bourgeois (64). De man woont al 34 jaar langs de Oudenaardsesteenweg en mag zich straks tot de happy few rekenen die de renners met eigen ogen zal zien. “Wij zijn eigenlijk de echte vips van de koers. In normale tijden staat het hier gruisdikke van het volk, nu zullen we enkel met de buren vol spanning op het deuntje van Rodania wachten. Ik volg de koers de hele dag via televisie en eenmaal ik in de verte mijn eigen huis in beeld zie, spurt ik naar buiten. Dan tier ik de longen uit mijn lijf. Vorig jaar zagen we hier Van Aert en Van der Poel zij aan zij racen. Wat een episch duel was me dat.”

De klusjesman van enkele Avelgemse basisscholen is al zijn hele leven gebeten door de koers. “Ik ben vooral fan van Enrico Dhaeye (20), mijn neefje uit Kluisbergen. Hij rijdt nu bij de beloften en ik volg hem op de voet. Ik heb er ook voor gezorgd dat zijn supportersclub in café Sportwereld, hier wat verderop in de straat, te vinden is. Daar is het tijdens De Ronde een zottekot . Dat kan je je niet voorstellen. Ik help altijd mee om het café aan te kleden met koersvélo’s en wielertruitjes en we plaatsen ook altijd een groot scherm. Op onze hoogdag is het er tot een gat in de nacht bal populaire. Maar nu zal het opnieuw veel en veel te stil zijn. Ik zou geld geven om er weer een pint te kunnen gaan drinken. Volgend jaar barst ons cafeetje nog meer dan anders uit haar voegen, daar ben ik zeker van.”

Italianen in de tuin

Woorden die Carine De Pessemier, barmoeder van café Sportwereld, graag hoort. “Normaal is De Ronde onze topdag. Wat zeg ik, vier dagen lang is het dan feest tot in de vroege uurtjes, zelfs de maandag na de koers. Corona trekt nu al twee jaar een streep door die plannen. Normaal zakken er zelfs Italianen naar Kerkhove af en die logeren dan met hun mobilhome in de tuin van ons café. Op zaterdag, wanneer De Ronde voor wielertoeristen gereden werd, kregen we ook altijd Spanjaarden en Fransen over de vloer. We waren een vaste halte voor die kerels. Hopelijk vinden ze straks nog de weg naar mijn toog.”

Zondag zal Carine de Ronde van Vlaanderen zoveel mogelijk mijden, zegt ze. “In oktober heb ik mijn café nog gepimpt, nu zag ik dat niet zitten. Het doet veel te veel pijn om de renners zonder volk te zien. Misschien dat ik de aankomst zal volgen, ik weet het nog niet… Ik mis die ambiance, de leute… Iedereen loopt die dag welgezind rond. Nu zal het stil zijn.”

Lies Meulebrouck en haar gezin wonen iets verderop in de Oudenaardsesteenweg en hoewel de koers geen centrale rol binnen de familie inneemt, moet op Ronde-zondag toch alles wijken. “Dan staat de televisie constant op en nodigen we altijd een bevriend koppel van aan de kust uit. Dat willen we ook nu zondag doen, maar we wachten het weerbericht nog wat af. De maatregelen laten niet toe om met z’n allen binnen te zitten, dus willen we iets in de tuin organiseren. Vooral voor onze zoon en dochter is de passage van de coureurs leuk, maar ook wij genieten van de dichte drommen supporters in de straat. Naar café Sportwereld zakken we normaal niet af, we horen het feestgedruis doorgaans gewoon tot bij ons thuis”, lacht Lies. “Al zullen we volgend jaar, wanneer alles hopelijk weer kan en mag, er misschien wel een pintje gaan drinken. Op de koers en het goeie leven.”

Lies Meulebrouck met haar zoon: “Ook al zijn we geen grote koersliefhebbers, op Ronde-zondag moet alles wijken voor de koers.”©JOKE COUVREUR
Lies Meulebrouck met haar zoon: “Ook al zijn we geen grote koersliefhebbers, op Ronde-zondag moet alles wijken voor de koers.”©JOKE COUVREUR