Jan Berteloot uit Roeselare zoekt hulp om zijn olympische droom te realiseren

Jan in Sportoase waar hij vele uurtjes traint, hij droomt van de Paralympische Spelen in Tokio. © Stefaan Beel
Wouter Vander Stricht

Jan Berteloot (27) was goed op weg om zijn grote droom turnleerkracht worden te realiseren tot een zeer kwalijke val zijn droom aan diggelen sloeg. Het was het begin van een lijdensweg die Jan ook in een depressie deed belanden. Met steun van vrienden en familie krabbelde hij weer recht, ontdekte hij G-sport en ondertussen jaagt hij een nieuwe droom na: deze zomer de Paralympische Zomerspelen in Tokio halen. Maar daarbij kan hij wat financiële hulp gebruiken.

Jan Berteloot woont met zijn echtgenote Stefanie Mylle, die in de Gullegemboom in Gullegem lesgeeft, en hun zoontje Stan (1 jaar en 7 maanden) in de Kloosterstraat in Sint-Eloois-Winkel. Jan is afkomstig van Roeselare en is de zoon van beiaardier Wim Berteloot en Lut Vanhuyse. Stefanie is van Moorsele, Sint-Eloois-Winkel ligt mooi middenin. Het echtpaar woont vlakbij de sporthal, waar ze ook samen de eerste ploeg van volleybalclub KAVO trainen.

Sporten heeft er altijd flink in gezeten bij Jan en zijn tweelingbroer Ruben. “We speelden veel basketbal en sprongen ons rot. We dachten er groot door te worden. Draaide dat even anders uit”, knipoogt Jan. Hij zwom ook recreatief en ging ook aan de slag bij Flink en Fris. Daar deed hij aan tumbling en maakte er kennis met het trainersvak. “Ik wilde sportleraar worden. Ik heb mijn ouders moeten overtuigen om op mijn 16de het VTI van Roeselare te mogen ruilen voor de sportschool in Torhout. Dat bleek ook een goede voorbereiding op mijn latere studie, ook al in Torhout, een lerarenopleiding lichamelijke opvoeding. Ik koos voor de optie trainer/coach en zwemmen als specialisatie.”

Fatale tijgersprong

Maar toen hij in zijn tweede jaar zat, in december 2012, liep het grondig fout. “In het vak gymnastiek moesten we een tijgersprong maken. Via een trampoline moesten we in de lengte over een plint zweven om uiteindelijk met de handen op het einde van die plint te landen en zo de sprong te finaliseren. Door mijn ervaring in tumbling, was ik natuurlijk geen groentje in dat vak. De sprong liep perfect tot ik mijn handen plaatste. Op de plint waar ik landde lag een matje, maar dat lag ook deels over de plint. Nietsvermoedend plantte ik daar mijn handen, maar het matje werd dus niet ondersteund. Wat ik toen dacht? Het duurt maar een fractie van een seconde, maar je weet meteen dat je gejost bent. Ik kwam dus met mijn twee armen vooruit op de grond terecht en belandde ook op mijn hoofd. Mijn beide schouders waren uit de kom. Mijn broer die dezelfde richting volgde, was wat verderop les aan het volgen en was snel bij mij. Maar voor de rest werd ik eigenlijk wat aan mijn lot over gelaten. De docent raadde me aan even aan de kant te gaan zitten.”

Omdat eerdere operaties weinig zoden aan de dijk brachten, werd besloten om de schouder van Jan Berteloot helemaal vast te schroeven.
Omdat eerdere operaties weinig zoden aan de dijk brachten, werd besloten om de schouder van Jan Berteloot helemaal vast te schroeven.© (gf)

Uiteindelijk kwam Jan in de spoedafdeling terecht, werd doorverwezen naar een specialist, maar het duurde een maand vooraleer hij er op consultatie mocht. “Mijn twee schouders waren kapot, de rechtse was er het ergst aan toe. Ik werd geopereerd en moest een half jaar revalideren. Ook al niet handig als je een sportrichting volgt. Uiteindelijk werd in 2016 nog geprobeerd om kraakbeenweefsel tussen het gewricht te plaatsen. Toen die operatie ook geen zoden aan de dijk bracht, werd besloten om mijn schouder vast te zetten. Mijn elleboog kan ik nog bewegen, maar mijn schouder zelf niet. Er was ook zenuwschade en aan de linkerkant heb ik ook een scheur in mijn schouder.”

18 kg bijgekomen

Jan schoolde zich om tot leerkracht lager onderwijs. Hij geeft nu les in de Heilige Familieschool op de Bosmolens en de Heilig Hartschool in Izegem. “Maar door mijn invaliditeit mag ik dat slechts voor een beperkt aantal uren per week doen. Door die fysieke lijdensweg en het feit dat ik niet meer kon sporten, raakte ik ook mentaal in moeilijk vaarwater. In één vingerknip waren ook al mijn toekomstplannen naar de vaantjes. Het was zo ver dat ik eigenlijk tegen een depressie aan zat. Ik was ook 18 kilogram verzwaard en de dokter raadde me aan hulp te zoeken. Maar toen trok ik op uitnodiging van mijn broer eens mee naar het Roeselaarse zwembad. Ruben doet aan competitiezwemmen en toen ik zijn training aanschouwde, maakte ik ook kennis met G-zwemclub BOAS. Ik raakte er aan de praat met Dries, de secretaris van de club en die legde me de mogelijkheden uit. Ik had eerlijk gezegd ook een stereotiep beeld van G-sport, maar mijn ogen gingen daar open. Toen ik daar buiten kwam, zag ik het meteen weer zitten.”

Jan ging dus zwemmen en dat met zijn broer als trainer. Maar om aan wedstrijden deel te nemen moet je je laten classificeren. “Een classificatie wil zeggen dat de impact van de beperking ten opzichte van de sport wordt ingeschat. In het zwemmen de S staat voor Swimming gaat dat van S10 tot S1. Waarbij de S10 de lichtst beperkte mensen zijn, de S1 de mensen die wat meer tegenslag hebben gekend.”

Het moment van zijn classificatie was ook speciaal voor Jan. “Het voelde aan als aan kantelpunt, als een nieuw begin. Vlak daarna heb ik op een parking in Kortrijk Stefanie ten huwelijk gevraagd. We zijn december 2016 voor de wet getrouwd, in mei 2017 volgde het kerkelijk huwelijk. Ik besloot meteen om voor het hoogst haalbare te gaan: de Spelen in Tokio.”

EK in Portugal

Maar het is nu ook bij die classificatie dat het schoentje wat wringt. “Ik zit in de S8, maar had maar een punt te veel om in de S7 te belanden. Dat maakt echter een wereld van verschil, want het is op basis van je categorie dat de limieten voor paralympische kwalificatie worden gesteld. In mijn categorie de S8 dus moet ik snellere tijden zwemmen dan mijn broer nu haalt om de Spelen te halen. Dat is niet doenbaar. Bij mijn vorige classificatie werd ook geen rekening gehouden met de schade aan mijn linkerschouder en ik hoop nu op een herziening.”

In de krokusvakantie hoopt Jan naar de World Series in Italië te kunnen trekken. Daar is een eerste kans op classificatie, mocht dat niet lukken dan is er in het Hemelvaartweekend nog het EK in Portugal. “Ik moet dus in die S7-categorie zien terecht te komen. Altijd een dubbeltje op zijn kant, want zo’n classificatie is altijd toch wat subjectief.”

“Ik belandde in een depressie, G-sport heeft me er bovenop geholpen”

Jan legt zich toe op de vlinderslag. “Ik zwem dus enkel met mijn linkerarm, maar bij de vlinderslag spelen je benen ook een belangrijke rol. Het is ook zaak om mijn betere arm niet te veel te belasten, maar ik train ook vaak mijn buikspieren en benen.”

Maar om de internationale classificatie halen kost handenvol geld natuurlijk. “Gewoon op het EK op de startblok staan, kost al 500 euro. Je moet ook reis- en verblijfkosten rekenen en gelukkig heb ik met mijn broer een onbezoldigde trainer. Ik ben door mijn invaliditeit ook niet in staat om bij te klussen. Bovendien kom ik ook niet in aanmerking voor steun van de federatie, op dat vlak hinken we in Vlaanderen hopeloos achterop. Ik ben dus op zoek naar mensen die mij een duwtje in de rug willen geven.”

Wie Jan wil steunen kan dat via www.janberteloot.be.