INSPECTEUR JPT (23): Kortrijkse meisjes vallen in handen van sadisten

Redactie KW

Twee drama’s uit het verleden blijven in het geheugen gegrift van de oudere generatie in Kortrijk. Peter Carlier vermoordde op sadistische wijze zijn buurmeisje. Er is ook de wrede moord op Magda Debruyne.

Elke week blikt onze gerechtsverslaggever Jean-Pierre Terryn alias Inspecteur JPT terug op een van de spraakmakendste gerechtelijke affaires in onze provincie.

Interpol en helderzienden

Magda Debruyne (9), dochter van het bakkersechtpaar Frans en Thérèse Dorpels uit de Aalbeeksesteenweg, werd op 22 december 1961 aangerand en vermoord. Het was de laatste schooldag, net voor de kerstvakantie. In de namiddag bleef Magda Debruyne afwezig op school. Dat vernamen de ouders pas ‘s avonds wanneer de schooldirectie hen daarover inlichtte. Later op de avond brachten de verontruste ouders de politie op de hoogte. Rouwende ouders, want grootvader Debruyne was die dag overleden. Dagen naeen ontbrak elk spoor van het vermiste meisje. Er was geen enkele aanwijzing of ze al of niet nog in leven was.

Pas acht dagen later startte het gerecht een grootscheepse zoekactie. De media begonnen zich te interesseren in de onrustwekkende verdwijning van de kleine Magda. De zaak groeide uiteindelijk uit tot een waar mediagebeuren. Ook de buitenlandse pers stortte zich op de affaire. De rechercheurs schakelden helderzienden in, speurhonden werden ingezet en de omgeving van de ouderlijke woning werd systematisch uitgekamd. De gerechtelijke diensten zochten naar Magda tot in Noord-Frankrijk, terwijl ook Interpol zich moeide.

Witte laarsjes

Het duurde tot 24 januari 1962, 33 dagen na de vermissing tot een 15-jarige buurjongen het verminkte lijkje van Magda onder een hoop bakstenen op de hoek van de Pieter Tacklaan en Bloemistenlaan ‘vond’. Op dezelfde plek bevindt zich op vandaag de Thuiszorgwinkel. De jongen had zijn ouders verteld dat hij een paar witte laarsjes uit de stenen had zien uitsteken. Diezelfde buurjongen bleek ook de dader te zijn. Hij had uit wroeging de plaats van de misdaad ‘getipt’. Hij bekende het meisje te hebben meegelokt toen het op weg was naar school. Na haar met een baksteen op het achterhoofd te hebben geslagen wurgde hij haar en verstopte het lijkje. De dader bleef tot zijn 21ste in hechtenis. Na zijn vrijlating nam hij een andere naam aan en verhuisde hij.

De zaak Magda Debruyne is de geschiedenis ingegaan als een van de gruwelijkste passionele misdrijven van vorige eeuw. Het gezin Debruyne ging kapot van ellende en verdriet. In 1963 werd een tweede dochtertje geboren. Het meisje werd eveneens Magda genoemd. Ze woog amper 800 gram bij de geboorte. Volgens de dokters had ze nauwelijks levenskansen. Haar mama zwoer dat ze voor vele andere kinderen zou zorgen indien Magda in leven bleef. Zo geschiedde. Het gezin Debruyne telde later negen kinderen, onder wie zes geadopteerden en twee pleegkinderen.

14.000 mensen op de uitvaart

Broer Georges De Bruyne (59) krijgt meer dan een halve eeuw later nog altijd tranen in de ogen als hij over de zaak vertelt. Hij was 7 jaar in 1962. Georges De Bruyne in mei van dit jaar in Het Laatste Nieuws: “Alle oudere generaties kennen het verhaal nog omdat iedereen erg meeleefde. Er waren 14.000 mensen op de uitvaart van Magda in de toenmalige kerk Heilig-Hart op de Pottelberg, terwijl er 48.000 gedachtenisprentjes werden verspreid. Ga maar eens kijken in rusthuizen. Veel bewoners hebben het prentje van Magda nog.” Georges De Bruyne ijvert voor een blijvende herinnering aan zijn zusje. Hij hoopt dat Magda een straatnaam krijgt zodat de Kortrijkzanen de zaak nooit vergeten.

Freddy Horion was zijn fan

Kortrijkzaan Peter Carlier pleegde een al even weerzinwekkende moord. De man stapte geheel tegen de mythe rond zijn persoon tijdens zijn gevangenschap uit het leven. Eind januari 2010 verhing de toen 61-jarige sadistische moordenaar zich in zijn cel in de gevangenis van Hasselt. In de nacht van 12 op 13 augustus 1979 stond hij zijn 21-jarig buurmeisje, de pas afgestudeerde verpleegkundige Christie Lepercq naar het leven. Hij wou ‘een sadistische obsessie uitwerken’. Carlier kreeg de doodstraf, dus levenslang. Na 31 jaar cel was hij een van langstzittende gevangenen van het land. Peter Carlier was bij leven al een legende en mocht zware criminelen als vijfvoudig moordenaar Freddy Horion tot zijn ‘fans’ rekenen.

Miek en Roel

“Het kan me geen barst schelen als u mij de doodstraf geeft. Mijn aanhouding was voor mij een enorme verlossing. Ik voel me gelukkig in mijn cel en mijn vrouw en kinderen hoeven me zelfs niet te komen bezoeken.” Dat zei Peter Carlier in februari 1982 voor het West-Vlaamse assisenhof. De Kortrijkzaan stond er terecht voor de moord in augustus 1979 op Christie Lepercq. Peter Carlier kwam tijdens het proces over als een zonderling, een haast demonisch figuur met een dubbele persoonlijkheid. Soms sloot hij zich helemaal in zichzelf in en zweeg in alle talen. Dan weer ontpopte hij zich plots als een geboren verteller.

Hij was garnierder van beroep, maar bleek uitsluitend in de muziek geïnteresseerd. Hij leerde in Gent dwarsfluit en cello spelen en begeleidde een tijdlang het kleinkunstduo Miek en Roel. De onstandvastige Peter Carlier hield later een dieetwinkel en een viswinkel open en verkocht ook een tijdlang bloemen. Hij woonde samen met zijn vaste vriendin Caroline en hun twee dochtertjes in de Wallestraat in Kortrijk.

Obsessie door haar boezem

Daar werd zijn buurmeisje Christie Lepercq op een zwoele augustusavond in 1979 doodgeschoten aangetroffen in de brandende ouderlijke woning. Peter Carlier, toen 30 jaar, hielp zelfs nog de brandweer tijdens het bluswerk. De speurders vonden zijn manier van doen toch maar verdacht. Enkele dagen na de moord viel hij door de mand. Hij was geobsedeerd door de boezem van zijn jonge, frêle buurmeisje en ging haar daarom vermoorden en betasten alvorens haar huis in brand te steken. Peter Carlier bekende het meisje met drie kogels uit een long rifle gedood te hebben.

Tijdens zijn vele verhoren deed de dader er alles aan om ontoerekeningsvatbaar te worden verklaard. Toch vonden de psychiaters hem verantwoordelijk voor zijn daden. “Hij is een sadist. Een gevaar voor de samenleving. Cynisch en onverschillig”, zeiden de gerechtspsychiaters. In elk geval gaf Peter Carlier uiting aan zijn gespletenheid, zelfs letterlijk. Bij zijn aanhouding was hij kortgeknipt en gladgeschoren.

Tijdens het proces in febrauri 1982 verscheen een onherkenbare dader : een lange baard, lang gitzwart haar in een paardenstaart, bleek gelaat en kalend voorhoofd. Hij leek meer op een sektelid. Carlier stuurde zijn advocaat naar huis, weigerde aanvankelijk voor het assisenhof te verschijnen en werd uiteindelijk door twee pro deo-advocaten verdedigd. De jury was kort van stof : de doodstraf.

Als een sektelid

Veel hoop om ooit vrij te komen heeft de koele moordenaar uit Kortrijk nooit gekoesterd. Hij ging dan maar dwarsliggen. Nog voor hij voorgoed tussen de vier celmuren belandde, vroeg hij een cel van waaruit hij de zonsopgang kon bewonderen en wou hij uitsluitend macrobiotisch voedsel en een eigen koelkast. Omdat hem dit niet werd toegestaan diende hij klacht in tegen de gevangenisdirecteur van Leuven-Centraal. Al vlug werd hij voor de directie en de cipiers de ambetanterik van de gevangenis.

Carlier verdiepte zich in de strafwetgeving en probeerde met alle mogelijke procedures het gelijk aan zijn kant te krijgen. Kreeg hij zijn zin niet, dan organiseerde hij een sit-in van de gevangenen, zelfs ooit een staking. Bij de medegevangenen genoot hij meer en meer aanzien.

Slangenmens

Twee gedurfde ontsnappingspogingen hielpen mee de mythe rond zijn persoon creëren. Eind 1982 klom de lange, magere Carlier tijdens de dagelijkse wandeling via de afvoerbuis op het dak van de gevangenis en sprong van daar op het dak van een auto. Pech, want hij liep recht in de armen van vier cipiers, die net hadden gedaan met hun dagtaak en naar buiten stapten. Ze konden hem prompt vatten. Sindsdien had Peter Carlier de bijnaam ‘slangenmens’.

In 1984 ondernam hij een zoniet nog gewaagder ontsnapping. Samen met de Italiaanse topgangster Andreino Fabris gijzelde de Kortrijkzaan de gevangenisarts, een cipier, de directeur en zijn adjunct. De gijzeling zou vijf uur duren en eindigde met het doodschieten van de Italiaan en het overmeesteren van Carlier. Het duo moest zich gewonnen geven tegenover een overmacht aan scherpschutters. Voor deze gijzeling kreeg Carlier nog eens 15 jaar.

Legendarische gevangene

Peter Carlier versterkte almaar zijn legendarische reputatie. Hij was een oproerkraaier, maar zette zich anderzijds voor andere gevangenen in. De medegedetineerden keken naar hem op. Ze beschouwden de Kortrijkzaan, die als bijzonder intelligent werd omschreven, als hun pleitbezorger. Carl De Schutter, die de moord op veearts Karel Van Noppen organiseerde en massamoordenaar Freddy Horion hadden ontzag voor Peter Carlier. Hij mocht hen tot zijn persoonlijke vrienden rekenen.

Op zijn assisenproces leek Peter Carlier een heel ander mens geworden, haast een sektelid. Het was het begin van zijn leven als cultfiguur onder de gevangenen. (Foto a)