IN KAART West-Vlaanderen blijft minst diverse provincie, maar aantal inwoners van buitenlandse origine wel verdrievoudigd
Vlaanderen wordt steeds diverser, maar dat gebeurt in de ene provincie sneller dan in de andere. West-Vlaanderen is nog altijd de minst diverse provincie, maar op twintig jaar tijd is het aantal inwoners van buitenlandse origine in onze provincie wel verdrievoudigd. Ontdek op onze interactieve kaart verder in het artikel hoe divers jouw gemeente is.
In januari 2022 telde onze provincie 1.209.011 inwoners. Daaronder vallen net geen 100.000 mensen (oftewel 8 procent) die de Belgische nationaliteit bezitten, maar ook een buitenlandse achtergrond hebben. Dat begrip is heel breed: daaronder valt iedereen die minstens één ouder heeft met een (gedeeltelijk) buitenlandse nationaliteit. Iemand van de tweede of derde generatie migranten, zoals ze dat in de volksmond vaak zeggen. Daarnaast wonen er ook 75.000 niet-Belgen in onze provincie, mensen zonder Belgische nationaliteit dus, waaronder de meeste ook niet in ons land zijn geboren. (lees verder onder de grafiek)
Samen maken deze twee groepen 14 procent uit van onze totale bevolking. Een laag cijfer als je het vergelijkt met de andere Vlaamse provincies. We tekenen echter wél bijna de hoogste stijging op in 20 jaar tijd. In 2002 lag het aandeel van inwoners met een buitenlandse roots op 5 procent, drie keer lager dan nu. Onze diversiteit stijgt een stuk sneller dan in provincies als Antwerpen, Vlaams-Brabant en Limburg.
Historisch bepaald
Volgens professor en socioloog Dirk Geldof is dit vooral een historisch gegeven. “Het begon allemaal na de Tweede Wereldoorlog, toen de gastarbeiders massaal werden ingezet voor de heropbouw van ons land. Dat was vooral nodig in de Limburgse mijnen, de Antwerpse haven en de staalindustrie in Gent. In mindere mate in de textielsector in Zuid-West-Vlaanderen, maar in de rest van West-Vlaanderen kwamen amper gastarbeiders terecht”, legt hij uit.
“Enkele jaren later kregen die regio's via gezinshereniging van de gastarbeiders een nieuwe migratiestroom. De lage diversiteitsgraad van West-Vlaanderen is grotendeels door die historische gebeurtenissen bepaald.”
“Een kwart van alle West-Vlamingen met buitenlandse achtergrond komt uit één van onze buurlanden”
Ongeveer een kwart van de inwijkelingen komen uit één van onze buurlanden, nog eens 25 procent komt uit een ander land van de Europese Unie. Dat wil zeggen dat de helft afkomstig is van een land buiten de EU.
“De inhaalbeweging van West-Vlaanderen heeft een even logische uitleg. Na de val van de Berlijnse Muur in 1989 werd de EU uitgebreid. Vooral onze bouwsector smeekte om werkkrachten, de Oost-Europese landen hebben die vraag ingevuld. Anders dan de gastarbeiders hebben zij zich veel breder verspreid, en dus ook in West-Vlaanderen. Voor hen was het vooral de beschikbaarheid en betaalbaarheid van een woning die hun locatiekeuze heeft beïnvloed”, verklaart professor Geldof.
“Ook de meest recentere migratiegolven, zoals de vluchtelingenstromen uit Afghanistan en Syrië, hebben voor een toename gezorgd. Maar regio's die al diverser zijn, zullen altijd meer nieuwkomers aantrekken dan minder diverse streken. West-Vlaanderen zal dus nooit het niveau van pakweg Antwerpen evenaren.”
Koekelare minst divers
West-Vlaanderen kent een diversiteitsgraad van gemiddeld 14 procent, maar hoe zit de verdeling tussen de 64 steden en gemeenten? Weinig verrassend is het aandeel van mensen met een niet-Belgische herkomst vooral in de centrumsteden het hoogst. Toch zijn Oostende, Brugge, Kortrijk en Roeselare niet het meest divers, maar wel de grensgemeenten Mesen en Menen. Daar ligt de herkomst van respectievelijk 31 en 29 procent van de totale bevolking buiten België. Gezien hun ligging vlak aan de Waalse/Franse grens is dit geen toeval, want in beide gemeenten ligt de roots van minstens 8 op 10 inwijkelingen in één van onze buurlanden.
(lees verder onder de kaart)
Dezelfde conclusie valt te maken voor de meeste Westhoek- en kustgemeentes. Daar komt steeds meer dan de helft van hun niet-autochtone inwoners uit Nederland, Frankrijk, Duitsland of Luxemburg. In Zuid-West-Vlaanderen en in de centrumsteden zijn het dan weer vooral mensen van in of buiten de Europese Unie.
“Ook al valt bijvoorbeeld Kortrijk niet te vergelijken met steden als Gent, toch verloopt de diversifiëren aan eenzelfde tempo. Ondanks de relatief lage diversiteitsgraad lopen in de stad aan de Leie minstens 110 verschillende nationaliteiten rond, dat is niet niks hé. Het proces van superdiversiteit is vanzelfsprekend, dat zien we in andere West-Europese landen, maar ook nodig voor de invulling van onze arbeidsmarkt. Maar de ruimtelijke verschillen zullen blijven, ook binnen één bepaalde provincie zoals West-Vlaanderen”, besluit de professor.
“West-Vlaanderen zal nooit even divers zijn als Antwerpen, maar er is wel sprake van een inhaalbeweging”
De gemeente waar de diversiteit het laagst ligt was in 2022 Koekelare, daar heeft 5 procent van de bevolking een migratieachtergrond. Over heel Vlaanderen zijn er slechts twee gemeenten die nog minder divers zijn. Dat is echter niet altijd zo geweest: twintig jaar geleden, in 2002, waren Pittem en Staden met slechts 1 procent diversiteit op vlak van herkomst onderaan de West-Vlaamse rankschikking te vinden.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier