Ignace Vanderschaeghe stopt met dirigeren bij de Stadsharmonie in Roeselare

Ignace Vanderschaeghe: "De zoektocht naar een opvolger is geen evidentie." (foto SB) © Stefaan Beel
Redactie KW

Na 21 jaar met onvoorwaardelijke passie en oog voor vernieuwing de Koninklijke Stadharmonie te hebben geleid, heeft Ignace Vanderschaeghe (61) besloten om het dirigeerstokje door te geven. “Vanaf begin mei ga ik wat meer tijd aan mezelf en mijn gezin besteden”, klinkt het oprecht.

Ignace volgde in het Klein Seminarie de richting Latijn-Wetenschappen en trok toen voor vier jaar naar het Brusselse Conservatorium.

“Mijn meter woonde in Brussel. Daar heb ik wel een paar keer gelogeerd. Ik zat er ook een tijdje op kot. Na die boeiende periode ging ik in het leger. Terwijl mijn opleiding nog bezig was, gaf ik als twintigjarige al muziekles in de Vabi. Na mijn legerdienst begon ik in de muziekacademie van Tielt, Roeselare en Menen om daarna ook in Diksmuide en Torhout de koperblazers te onderwijzen”, vertelt Ignace, die 35 jaar getrouwd is met Greta Quintens. Samen hebben ze met Sofie (klarinet) en Marieke (hoorn) twee talentrijke dochters die al vele jaren lid zijn van de harmonie. “Trompet is mijn basisinstrument. Daarnaast speel ik graag piano en een paar jaar geleden heb ik me aan de contrabas gewaagd.”

Ignace is lid van de Stadsharmonie sinds 1969. Naar muzikale genen moet hij niet zover zoeken want zowel zijn moeder als vader hadden die microbe flink te pakken. “Mijn vader zong heel zijn leven in het Sint-Jozefskoor en moeder was een begenadigd pianiste. Ook mijn nonkels Jean-Pierre en José zijn trouwens al meer dan 55 jaar lid van de harmonie. In mijn beginperiode had Georges Verdonck het dirigeerstokje in handen en daarna namen respectievelijk Frans Soete en Jos Lewille het over”.

Goeie muzikanten

“In de loop der jaren is de harmonie kwalitatief gegroeid. Tegenwoordig spelen we vaak filmmuziek of zelfs popmuziek. Je moet natuurlijk het geluk hebben om over enkele goeie muzikanten te beschikken. Momenteel zitten er meer geschoolde leden tussen dan vroeger. Vandaag vind je in muziekscholen voor elk instrument specialisten waardoor het niveau logischerwijze omhoog gegaan is.” Naast zijn job als lesgever aan de academie en dirigent van de Stadsharmonie, speelde Ignace in allerlei bandjes. “Ik had de eer om deel uit te maken van het balorkest van Willy Soenen. Met die Oberland Blaaskapelle concerteerden we ooit eens veertien dagen in het Kursaal van het Zwitserse Bern. Als snotneus van 17 jaar elke avond zo’n drie à vier uur het beste van jezelf geven, is toch wel een ervaring die je niet meer vergeet. Ik heb vaak met Joost Vanbrussel, Michel Vangheluwe en Frank Markey opgetrokken en momenteel speel ik nog bij een Thebaans Trompettenensemble in het Brugse.”

Hoogtepunten

“Door de jaren heen heb ik heel wat hoogtepunten mogen beleven. Aan de tornooien in Menen en Vichte houd ik mooie herinneringen over. Eén keer hebben we nationaal ons ding gedaan in het Lemmens-instituut. Veel harmonieën huurden professionele muzikanten in en dat was voor ons een reden om die wedstrijden te laten varen. Ook onze reis naar Italie, naar het dorpje Appiano Gentile in de buurt van Milaan, was een fantastische ervaring. Die harmonie is tijdens de Italiaanse week nog naar Roeselare afgezakt. Hierdoor is mijn liefde voor dat land ontstaan. Ik ben dan intensief Italiaans gaan studeren. Ook de samenwerkingen met Ishtar en Folgazan waren beklijvend.”

“In de loop der jaren zag ik minstens 150 muzikanten de revue passeren”

De harmonie is volgens Ignace een waar familiegebeuren. “Ik noem het, het leven zoals het is. Het is een hechte vereniging waarbij iedereen elkaar door en door leert kennen. Je ziet koppeltjes ontstaan en terug uit elkaar gaan. We hadden het nadeel om over veel intelligente leden te beschikken die naar Leuven gingen studeren en daardoor geen tijd meer hadden. In de loop der jaren zag ik minstens 150 muzikanten passeren. Eigenlijk moet je constant blijven rekruteren. Momenteel zijn we aan het rondkijken naar een opvolger. Zoiets is natuurlijk niet evident. Als je zelf geen goeie muzikant bent, kun je onmogelijk een goeie dirigent zijn. Voor amateurharmonieën moet je vooral diplomatisch zijn. Ons oudste lid is tachtig jaar en de jongste elf. Er zitten goeie en matige muzikanten tussen. Het is een voortdurend wikken en wegen en ze moeten de stukken natuurlijk allemaal graag spelen. Toen ik de jeugd dirigeerde, hielp mijn vrouw vaak mee. Als zij niet honderd procent achter mij zou gestaan hebben, ging ik dit nooit zolang volgehouden hebben. Het is een drukke bezigheid. Elke vrijdagavond ben je bezet. In de grote vakantie dirigeerde ik zes weken bewust niet. Even tijd voor mezelf.” De repetitieruimte is tijdens die 21 jaar vier keer verhuisd. “Jarenlang hebben we in de Nieuwe Beiaard gerepeteerd. In die periode traden we vaak op in zaal Pax en de Beurze. Het oud parochiaal centrum in de Kattenstraat was ook een tijdje onze thuishaven en daarna weken we uit naar de loods waar vroeger Keymusic gelegen was. We oefenden twee jaar op de hoek van de Godshuislaan en de Handelsstraat maar gelukkig hebben we ons sinds 2016 mogen settelen in zaal Gudrun. Een ideale plek waar we voor een paar decennia goed zitten”, glimlacht Ignace.

Toekomst

Ik blijf na mijn afscheid bij de harmonie spelen. Ondanks die drukke agenda heb ik het nooit als een druk leven ervaren. Ik ben fier op wat ik bereikt heb. Nu kijk ik ernaar uit om mijn momenten zelf te mogen kiezen. Greta en ik hebben in juni al een reis gepland naar de Azoren. En in mei ga ik zes dagen met vrienden naar de Giro. Ik ben altijd zot van sport geweest. Als jonge gast miste ik geen enkele wedstrijd van SV Roeselare. Ik speel zelf nog bij ‘Les Bordeaux’ bij het Roeselaars minivoetbal en sta graag op het tenniscourt. Onlangs won ik zelfs mijn eerste tornooi. Elk jaar staat er ook een skivakantie op het programma. Ik neem definitief afscheid tijdens ons traditioneel lenteconcert van 10 mei. Het zal wel vreemd aanvoelen. Ik ga het dirigeren missen. ‘A la jeunesse’ staat zeker op onze playlist. Qua symboliek kan dit zeker tellen”, klinkt het.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier