Iedereen mij
Dat we in vreemde tijden leven, hoef ik je niet te vertellen. Je ziet het aan de zo goed als lege straten, hoort het aan het gekwetter van de vogels dat voor het eerst sinds lang boven het stadsgedruis uitstijgt, en leest er verder alles over in onze fijne krant.
Met mij gaat het trouwens goed, dank je zeer voor je bezorgdheid, en ik wens jou van harte hetzelfde toe. Ik ben zo gezond als maar kan en doe niet veel meer of minder dan ik gewoon ben. Ik schrijf afwisselend aan de eettafel en in de sofa, geef mijn liefsteling bij tijd en wijle een kus in de haren, steek een vurige monoloog af tegen een van mijn drie katten en kijk door het raam om te zien of daarbuiten iemand nog zin of lef genoeg heeft om te bewegen. De eerlijkheid gebiedt te erkennen dat het wat dat laatste betreft iet of wat tegenvalt. Maar ook dat wist je al.
Wanneer jullie weer de vrijheid genieten om het leven te vieren, doe ik vrolijk met jullie mee
Toch is er iets veranderd. Je moet weten, en dat vertel ik niet aan iedereen, dat ik me nogal graag afzonder, wat me in de loop der jaren het predicaat ‘kluizenaar’ heeft opgeleverd. Sommigen denken zelfs dat ik louter een typetje ben dat op Facebook leeft. Een jaar of zo geleden stelde ik mezelf in de ondertussen ter ziele gegane Kortrijkse kroeg Den Boulevard voor aan de warmhartige waardin Tine, die vervolgens riposteerde: ‘Maar Joost, jij bestaat écht.’
Vandaag is er die zucht. Naar mijn zussen die ik mis en meer dan ooit tevoren schrijf of bel. Naar het neefje van mijn lief dat me via WhatsApp toont hoe hard hij op een bal kan schoppen. Naar mijn goede, trouwe vrienden die ik te lang heb verwaarloosd. Naar knuffels en kussen krijgen en geven, en harten onder de riem steken.
Net nu zovelen dik tegen hun goesting mij zijn, wil ik iemand anders zijn. Straks, wanneer jullie weer de vrijheid genieten om te dansen, te drinken en het leven te vieren, doe ik vrolijk met jullie mee. Dat is beloofd.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier