HDSU wil vooral het plezier van kubb spelen uitdragen

Enkele leden van HDSU tijdens het clubkampioenschap in oktober van vorig jaar: Koen Cappon, Fernand Vanhecke, Henk Vandenbroucke, Polke Olivier, Stefaan Lernout, Mieke Cappon en Pieter Cappon.
Enkele leden van HDSU tijdens het clubkampioenschap in oktober van vorig jaar: Koen Cappon, Fernand Vanhecke, Henk Vandenbroucke, Polke Olivier, Stefaan Lernout, Mieke Cappon en Pieter Cappon.
Stefaan Lernout

Voor het tweede jaar op rij zal het op 1 mei rustig zijn op het voetbalveld van het Sint-Pauluscollege in Wevelgem. HDSU moet de elfde editie van het West-Vlaams kampioenschap kubb een jaar uitstellen. Jammer voor de vele vriendengroepen en families die er jaarlijks een fijne, sfeervolle dag beleven. “En dat is uiteindelijk de bedoeling”, aldus de voorzitter. “De sfeer en het spel primeren op het competitieve.”

In Wevelgem kijkt niemand nog vreemd op van het ‘tok’-geluid wanneer een zoevende stok een kubb raakt. Het spel is populair, vooral dankzij het enthousiasme van Houba De Strooper United, kortweg HDSU. “We hebben het spel ontdekt tijdens een weekend met vrienden, in 2007”, vertelt voorzitter Karl Verscheure (54). “We waren er meteen weg van.”

“Als minivoetbalploeg Pack-o-Bello zagen we elkaar wekelijks op het voetbalveld. Met het ouder worden haakten velen af, tot we de club opdoekten. Om elkaar toch nu en dan te blijven ontmoeten, organiseerden we nu eens een kerstfeest, dan weer een fietstocht. En trokken we ook jaarlijks op weekend. Het kubbspel gaf ons opnieuw een aanleiding om elkaar wekelijks te ontmoeten. Ditmaal niet met een bal in een sporthal, wel met stokken in iemands tuin.”

Houba De Strooper

Als naam voor de club werd, na een vrolijke avond brainstormen, gekozen voor ‘Houba De Strooper’. Aangezien het spel volgens de club de wereld zou veroveren, planden ze alvast het bondsgebouw van de Belgische kubb-federatie naast dat van de Belgische voetbalbond te bouwen, in de Houba de Strooperlaan in Brussel. En de roepnaam ‘Houbas’ klinkt bovendien niet onaardig.

Tot hun verbazing stelden ze vast dat er in 2008 een Belgisch kampioenschap werd georganiseerd. “Dat vond plaats in de Blaarmeersen in Gent, in apocalyptische omstandigheden”, herinnert Karl zich. “De hele dag regende het pijpenstelen. Het weer leek onze bondgenoot, want we bleken die dag niet te kloppen. Het werd meteen het hoogtepunt uit onze geschiedenis: sindsdien zijn we geen kampioen meer geworden.”

Semiprofs en transfers

Dat komt wellicht doordat het kubbspel in de daaropvolgende jaren heel populair werd: clubs schoten als paddenstoelen uit de grond, en aan het Belgisch kampioenschap namen enkele jaren later bijna 200 teams deel. Waaronder enkele semiprofessionele die enkele malen per week trainen en waarbij transfers niet geschuwd worden.

“Bij ons is het spelplezier altijd belangrijker gebleven dan het competitieve”, zegt Karl Verscheure. “Nadat we kampioen waren geworden, wilden we ons enthousiasme voor het spel delen met anderen: in 2009 organiseerden we ons eerste tornooi – sinds 2010 is dat het West-Vlaams kampioenschap. Jaarlijks verwelkomen we 96 ploegen.”

“Er is op die dag meer te beleven dan kubb, we proberen een sfeer van gezelligheid en ongedwongenheid te creëren, en aan de vele positieve reacties te zien, slagen we daarin.” Maar dat zal dus dit jaar niet kunnen. “We kijken echter al vooruit naar 1 mei 2022, voor de elfde editie van het West-Vlaams kampioenschap!”

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier